De Vlaamse kwalificatiestructuur
In april 2009 werd het decreet rond de Vlaamse kwalificatiestructuur (VKS) in het Vlaams Parlement goedgekeurd. Het decreet werd uitgewerkt door minister Vandenbroucke, in uitvoering van het Europees raamwerk voor kwalificaties, het EQF (European Qualification Framework). Het belang van de VKS kan niet onderschat worden. De VKS houdt o.a. in dat de arbeidsmarktgerichte opleidingen, ook in het leerplichtonderwijs, veel meer dan tot nu toe door de bedrijven kunnen worden geconcipieerd. De VKS is ook een noodzakelijk vehikel om - volgens VOKA en andere patronale lobbygroepen - commerciële opleidingsverstrekkers de plaats op de “opleidingsmarkt” te bieden die ze verdienen. Over de toepassing van het decreet rond de Vlaamse kwalificatiestructuur zal nog veel discussie zijn.
Competentiegericht onderwijs: een pedagogische mystificatie
“Competentiegericht onderwijs”, “competentiegerichte evaluatie”, “basiscompetenties”, “transversale competenties”, “socles de compétences” (de term die het Franstalig onderwijs voor “eindtermen” gebruikt), “terminale competenties”, … Het begrip “competenties” is niet meer weg te denken uit de onderwijsliteratuur. Het heeft succes op wereldvlak. Na de VS, Québec, Zwitserland, Frankrijk, Franstalig België en Nederland is de “competentie-obsessie” [Boutin et Julien, 2000], dit nieuwe “pedagogische eenheidsdenken” [Tilmant 2005], ook Vlaanderen aan het veroveren. Maar onder de dekmantel van een modernistisch klinkend discours zou zich wel eens een operatie kunnen verschuilen om het onderwijs in de pas te laten lopen en het aan de noden van een kapitalistische economie in crisis te onderwerpen.
In de schaduw van de OESO en de Europese Commissie
Als we een beetje dieper graven in het romantische discours van bepaalde pedagogen, krijgen we het ware karakter te zien van competentiegericht onderwijs. Het is een onderwijsconcept dat er volledig op gericht is van de school een slaafs instrument ten dienste van de economische rentabiliteit en winst te maken.
Competentiegericht onderwijs of hoe de kennis ontkennen
Eén van de verwijten die het frequentst aan het adres van het competentiegericht onderwijs (CGO) gemaakt wordt is dat het de inhouden - de kennis en de vaardigheden -, eigen aan de onderwezen disciplines, naar de achtergrond verwijst of zelfs verwaarloost. Ondanks de talrijke ontkenningen van de kant van de voorstanders van het CGO, geloven wij dat dit verwijt niet enkel gerechtvaardigd maar juist fundamenteel is.
Het competentiegericht onderwijs en het constructivisme
Het competentiegericht onderwijs wordt soms voorgesteld als erfgenaam van de pedagogische traditie van het constructivisme. Sinds de theoretische werken van Piaget en Vygotski en door de bijdragen van praktijkmensen zoals Célestin Freinet heeft deze benadering het progressieve denken en de bijhorende pedagogische praktijk beheerst van de jaren 1950 tot 1970. En inderdaad, in de theoretische geschriften over het competentiegericht onderwijs (CGO) vindt men vele uitdrukkingen die rechtstreeks uit de werken van de constructivistische pedagogen afkomstig lijken: de wil om “de leerlingen aan het werk te zetten” op “probleemvelden”, om “zin te geven aan kennis en leren”, de aandacht die geschonken wordt aan de “activiteit van de leerling” als motor voor de “opbouw van kennis”, …excuseer van competenties. Maar bij nader onderzoek is het verband totaal ongegrond. Integendeel, het competentiegericht onderwijs situeert zich lijnrecht tegenover de constructivistische of socio-constructivistische pedagogie.
Een dogmatische en bureaucratische pedagogie
Verre van een pedagogische vernieuwing te brengen sluit het competentiegericht onderwijs de leerkrachten op in routineus, bureaucratisch werk met heel veel regels. Dit vloeit voort uit een bekrompen en dogmatische visie over de verhouding leerkracht-leerlingen.
Leerplannen die verdelen
De leerplannen gebaseerd op de hervorming via competenties zijn niet alleen log en bureaucratisch in hun procedures en methodologie, maar bovendien bijzonder lichtzinnig als het er op aankomt de cognitieve inhouden te preciseren. Zo wordt de deur open gezet voor de meest uiteenlopende interpretaties wat tot ongelijkheid leidt.
Onderwijs, crisis en kritische burgerzin
De oorzaken van de ongelijkheden in het onderwijs, vooral in België, zijn genoegzaam bekend : de quasi-marktwerking van het onderwijs, de vroegtijdige selectie, de omkadering, pedagogische factoren … Nochtans laten al deze elementen een meer fundamentele vraag in de schaduw: heeft onze maatschappij eigenlijk behoefte aan een democratisch onderwijs? Deze vraagstelling leidt ons naar een nog meer elementaire vraag : waartoe dient de school ?
Rapport “armoedebestrijding” pleit voor brede gemeenschappelijke stam in het onderwijs
Op 15 december 2009 werd in aanwezigheid van premier Yves Leterme en van zes andere (regionale) ministers het tweejaarlijks rapport over de armoedebestrijding voorgesteld. Dit rapport werd opgesteld door het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, actief in de schoot van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor Racismebestrijding.
Het rapport bevat een uitgebreid hoofdstuk over onderwijs. Hieronder publiceren we uittreksels uit de aanbevelingen rond onderwijs.
Driedelige tv-serie “Arm Wallonië” confronteert Vlaanderen met migratieverleden
In een driedelige tv-reeks vertellen Pascal Verbeken en Luckas Vander Taelen vanaf 5 januari het verhaal van de Vlaamse migratie naar Wallonië. De tv-serie is gebaseerd op het boek van de Humo-journalist Pascal Verbeken “Arm Wallonië. Een reis door het beloofde land” (Meulenhoff/Manteau, 2007).