Als de vrijheid het recht met voeten treedt
Minister Arena wil de procedures om een school te kiezen voor een stukje reguleren.(1) Dit heeft verontwaardigde reacties losgewerkt bij sommige ouderverenigingen.(2) Nochtans maakt hun strijd minder deel uit van de legitieme verdediging van een bedreigd recht, dan van de huiverige bescherming van een klassenprivilege.
Onderwijs onderweg in de immigratiesamenleving
Eind oktober 2006 verscheen bij Academia Press het boek “Onderwijs onderweg in de immigratiesamenleving”. Het is een collectief werk dat de bijdragen bevat van diverse academici op het colloquium dat in 2005 door de Stichting Gerrit Kreveld in Gent werd georganiseerd. Hieronder volgt een korte voorstelling van dit boek door de Stichting.
De carte scolaire in Frankrijk
In Frankrijk staat de kwestie van de “carte scolaire” de jongste tijd in het middelpunt van het onderwijsdebat. De carte scolaire of schoolkaart is een systeem waarmee, sinds 1963, de leerlingen, in functie van hun woonplaats, aan een bepaalde school worden toegewezen. Er bestaat dus geen vrije schoolkeuze voor de leerlingen (ouders) zoals in België. In tegenstelling tot België liepen (in 1963) en lopen de meeste leerlingen in Frankrijk school in het officieel (door de overheid georganiseerd) onderwijs. Het vrije (katholieke) net is er minoritair. In Frankrijk is het principe van een gemeenschappelijke stam sterker verankerd en in praktijk gebracht (o.a. via het collège unique) dan in België. Frankrijk kent ook een sterke centralistische “republikeinse” traditie, met o.a. een sterke centrale sturing en evaluatie van de leerplannen. Denk bv. aan het centrale examen op het einde van het secundair onderwijs, het baccalaureaat, dat beslist over de toegang tot het hoger onderwijs. In het onderstaande artikel schetsen Bernard Calabuig, onderwijsspecialist van de PCF (Parti Communiste français) en Daniel Rome, nationaal secretaris van het netwerk Ecole, de inzet van het huidig debat rond de carte scolaire in Frankrijk.
SCHOOL+
Sociale ongelijkheid in het onderwijs... De cijfers
Het HIVA heeft reeds een lange traditie in het bestuderen van sociale ongelijkheid in het onderwijs. Recente gegevens...
Sociale ongelijkheid in het onderwijs in België
Eind 2004 werden de resultaten bekend gemaakt van PISA 2003 (Program for International Student Assessment), een vergelijkend onderzoek dat in 2003 bij 15-jarige leerlingen uit 48 landen werd uitgevoerd onder de auspiciën van de OESO. Wat bij het bredere publiek (van leerkrachten) van het PISA-onderzoek bekend is, beperkt zich meestal tot de vergelijking van de gemiddelde scores voor wiskunde of leesvaardigheid tussen verschillende landen of regio's. Zo weet men dat de jonge Vlamingen “kampioenen” in wiskunde zijn, terwijl de gemiddelde resultaten van de leerlingen van het Franstalig onderwijs tot de slechtste van de OESO behoren. Van de vele informatie die het PISA-onderzoek oplevert, zijn deze gemiddelde scores nochtans de minst betrouwbare als men wil vergelijken. Wie de moeite doet om in de gigantische gegevensbestanden van PISA te graven, vindt er heel wat andere informatie van onschatbare waarde.
Met dit artikel starten we een reeks studies die gebaseerd zijn op de statistische verwerking en op exclusieve analyses van PISA 2003. In dit eerste artikel stellen we over de sociale ongelijkheid in het Belgisch onderwijs enkele onuitgegeven cijfers voor, die gebaseerd zijn op de economisch-sociale-culturele indicator “ESCS”.
Voor een gemeenschappelijke stam
Het huidige BSO en een deel van het TSO is vandaag minderwaardig onderwijs ten opzichte van het ASO en de “sterke” richtingen van het TSO. Dit betekent niet meteen dat het ASO het model is waaraan de andere onderwijsvormen zich moeten spiegelen. Is het bestaan van hiërarchische onderwijsvormen (en onderwijsrichtingen) onvermijdelijk?
Gelijkwaardige onderwijsvormen ?
"Op beleidsvlak wordt veel verwacht van de herwaardering van het technisch en beroepsonderwijs. Dat zal ook een mentaliteitswijziging vergen van vele ouders die dit soort onderwijs nog steeds als een tweede keuze of de laatste mogelijkheid beschouwen. Een achterhaalde visie die nog steeds doorwerkt als het er om gaat de studierichting van zoon of dochter te bepalen. Overigens verdient een goed opgeleide stielman tegenwoordig makkelijk meer dan een ‘gestudeerd' ambtenaar of bediende” (Editoriaal van Dirk Castrel in Gazet van Antwerpen, 25 augustus 2004)
De school aanpassen om meer jobs te scheppen?
Als de Vlaamse en de Franstalige regeringen het over één punt eens zijn dan is het wel over de sterkere band tussen de wereld van het onderwijs en die van de onderneming. Telkens luidt de verantwoording: de tewerkstelling. Er zouden niet-ingevulde betrekkingen bestaan door onder andere een "reëel gebrek aan gekwalificeerd personeel". Om deze toestand te verhelpen zou men "het aanbod van vorming en kwalificatie-onderwijs meer moeten aanpassen aan de realiteit van de arbeidsmarkt". Het gaat hier dus om "ze aantrekkelijker te maken en meer in contact te brengen met de wereld van de arbeid".
In het hoger onderwijs zal men " de sensibilisering voor het ondernemerschap moeten versterken". (citaten uit het regeerakkoord van de Franse Gemeenschap)
Anne Morelli over de mensenrechten en de school
Anne Morelli, professor aan de ULB en auteur van meerdere historische boeken, schreef naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Universele verklaring in 1999 een artikel dat vandaag niets van zijn waarde verloren heeft.
Zij vertelt dat ze was uitgenodigd op een technische school in Wallonië tijdens een dag van de mensenrechten.
De Belgische onderwijsmislukking (PISA 2000)
In 2000 hebben onderzoekers in opdracht van de OESO vele tienduizenden leerlingen (15-jarigen) in een dertigtal landen getest op vaardigheden inzake lezen, wiskunde en...