De onderwijsvakbonden COC, VSOA en ACOD Onderwijs organiseerden van 7 tot 15 mei betogingen in Antwerpen, Oostende, Leuven, Hasselt en Gent tegen onderdelen van het rapport van de commissie van “wijzen”. Koen Van Kerkhoven (COC) sprak over een “ongeziene opkomst”, met minstens 10.600 deelnemers.
We moeten al teruggaan tot 17 mei 2000 om bij een Vlaamse onderwijsbetoging méér deelnemers te tellen. Toen manifesteerden volgens de politie 10.000 en volgens de organisatoren 15.000 à 18.000 leerkrachten in Brussel voor een loonsverhoging van drie procent. De jongste twee jaren hebben de Franstalige onderwijsvakbonden vijf betogingen georganiseerd met 7000 à 15.000 deelnemers (in Brussel, Luik, Bergen, Namen). Er is dus geen reden tot euforie, maar wel tot tevredenheid en hoop, bij deze eerste grote Vlaamse onderwijsmanifestatie in vele jaren.
Tegen een front van onderwijsbazen en (regerings)partijen
COC, VSOA en ACOD Onderwijs hebben bij hun analyse van het rapport van de commissie van wijzen gesteld dat het geschreven is “op de maat van directeurs en schoolbesturen”. Wie een objectieve vergelijking maakt tussen de wensen en de eisen van de top van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO!, OVSG, POV (Provinciaal Onderwijs Vlaanderen) en het rapport van de commissie Van Damme, kan moeilijk tot een andere conclusie komen. Op 25 april hield de commissie “Onderwijs” van het Vlaams Parlement een hoorzitting over het rapport met de onderwijsverstrekkers en de onderwijsvakbonden. Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, bracht namens de onderwijsverstrekkers een lofzang op het rapport. Ze zijn weliswaar geen voorstander van de invoering van een licentie tot lesgeven bovenop een pedagogisch getuigschrift als voorwaarde om te mogen lesgeven. Boeve zei ook dat de onderwijsverstrekkers niet gelukkig zijn met de notie “38-urenweek” en liever over een “schoolopdracht” en “jaaropdracht” spreken als het er op aankomt de opdrachtnoemers (bv 20, 21, 22, 29 lesuren in het secundair) af te schaffen en de directeurs de vrije hand te laten in het toekennen van de opdrachten van de leraar. De onderwijsverstrekkers zijn wellicht beducht dat veel leerkrachten de “38-urenweek” van Van Damme letterlijk zouden opnemen en dubbel misnoegd zouden zijn als achteraf blijkt dat de huidige 44-urenweek eerder op 48 uren dan op 38 uren uitdraait als men het aantal lesuren kan verhogen zonder dat er taken verminderen. Sommige directeurs van scholengroepen/ scholengemeenschappen en van scholen, verblind door de vrijheid die het plan Van Damme hen voorspiegelt en onder impuls van hun onderwijsbazen, hebben geprobeerd hun personeelsleden af te houden van protesten.
Minister Ben Weyts heeft actief campagne gevoerd tegen de zogenaamde “lichtzinnigheid” waarmee de vakbonden “tegen een idee” vochten. Niet alle media getuigden van een helderheid van geest als bij Peter Mijlemans, editorialist van Het Nieuwsblad (7 mei): “Het kabinet-Weyts is niet opgezet met de staking. Staken tegen aanbevelingen maakt elke manier van gesprek onmogelijk, klinkt het daar. “Wat is het volgende: staken tegen een idee, tegen een mening?” Het is een oneerbiedige opmerking. Geen enkele minister bestelt een rapport van experten om zomaar wat op te gooien. Het is de bedoeling dat het ooit in beleid wordt gegoten, gesteund door de koepels die met de handen in het haar zitten. Hoe de Vlaamse regering er ook zal uitzien, de kans is heel erg groot dat N-VA er een grote rol in zal spelen. De vakbonden willen een signaal geven. Dat het voetvolk dat elke dag voor de klas aan het front staat, meer moet worden gehoord voor er theoretische oefeningen worden gemaakt. Mochten leerkrachten tractoren hebben, er zou al langer en beter naar hen zijn geluisterd.”
Op de vooravond van de staking in Antwerpen, kwam de hr-directeur van het Antwerps Stedelijk Onderwijs, Jan Torfs, uitgebreid aan het woord in De Standaard en de Gazet van Antwerpen: “Tegen een rapport staken waarover nog niet onderhandeld is? Dat vind ik echt zonde. Door op straat te komen verwerp je a priori de inhoud.” Dergelijke standpunten hebben bij leerkrachten twijfel gezaaid over de opportuniteit van de staking en de betoging.
Temeer omdat COV, de grootste onderwijsvakbond in het basisonderwijs, niet meedeed met als argument dat het voorbarig was actie te voeren tegen wat voorlopig “slechts een rapport” is. COV staat wel kritisch ten aanzien van heel wat voorstellen uit het rapport van de commissie van wijzen en sluit acties niet uit als onderhandelingen met de onderwijsverstrekkers en de nieuwe regering niet vanuit een meer evenwichtige basis vertrekken.
Behalve de koepels en de minister staan ook de meeste politieke partijen achter de krachtlijnen van het rapport van de commissie van wijzen. De dag na de voorstelling van het rapport schreef de onderwijsspecialist van “De Standaard” (19 december 2023), Klaas Maenhout: “De koepels reageren positief. Heel wat zaken in het rapport – zoals een jaaropdracht of de 38 urenweek – juichen ze al langer toe. (…) Ook politiek is er op dit ogenblik heel wat appetijt voor wat Van Damme ‘een groter onderwijspact’ noemt. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA), die het rapport bestelde, noemde het ‘de basis voor het volgende regeerakkoord’. De andere partijen in de meerderheid en de oppositie betreuren vooral dat het rapport er nu pas ligt, aan het einde van zijn termijn. Over de inhoud ervan waren ze minder kritisch. De partij die wellicht het dichtst bij het rapport aanleunt, is CD&V. Die legde begin vorig jaar een onderwijsplan op tafel, dat ongeveer op dezelfde leest geschoeid is: meer autonomie voor de scholen en sterkere directies. Ook oppositiepartijen Vooruit en Groen zijn enthousiast. “Ik lees in het advies heel wat interessante ideeën die in lijn liggen met wat Vooruit al lang voorstelt”, zegt Hannelore Goeman (Vooruit). “Ik ben ervan overtuigd dat hier een goede basis ligt voor een fundamentele oefening.” Nadia Naji, de covoorzitter van Groen, zegt dat “de belangrijkste taak van de volgende regering een globale hervorming van het lerarenberoep zal zijn. Wat hier voorligt, is de basis om in gesprek te gaan over een echt loopbaanpact voor leerkrachten.”
Goede communicatie en sensibilisatie van vakbonden
COC, VSOA en ACOD Onderwijs hebben onmiddellijk na de voorstelling van het rapport der wijzen, op 18 december, besloten dat een kritische lezing noodzakelijk was en dat zij de tijd zouden nemen om met hun achterban een gedegen analyse te maken. Op algemene ledenvergaderingen en bijeenkomsten van schoolafgevaardigden werd het rapport grondig doorgenomen. Vrij unaniem werd het rapport in grote lijnen verworpen omdat het noch de kwaliteit van het onderwijs, noch de werkomstandigheden van het personeel ten goede komt. Via hun tijdschriften, websites, webinars, video hebben de vakbonden geprobeerd zoveel mogelijk personeelsleden te informeren en te sensibiliseren.
Een van de sleutels van de succesvolle mobilisatie is dat schoolafgevaardigden goed voorbereid zijn om op de werkvloer hun collega’s te informeren, infovergaderingen te organiseren, powerpointpresentaties en teksten te verspreiden, op twijfels en tegenargumenten te antwoorden. In sommige scholen zijn er nog geen schoolafgevaardigden of slaagt de schoolafgevaardigde er vooralsnog niet in collega’s te overhalen om mee te betogen. Maar in heel wat scholen slaagden schoolafgevaardigden, dank zij de goede voorbereiding, er in om met een stevige delegatie – vakbondsleden en andere collega’s – naar de betoging te trekken, Voor velen, vooral jongeren, was het een eerste vakbondsbetoging.
Uit een reportage in De Wereld Morgen (7 mei): “Sven geeft Nederlands aan anderstaligen in het volwassenenonderwijs en is delegee van één van de onderwijsvakbonden. ‘Leerkrachten staken niet graag’, vertelt hij mij. ‘Er is een groot verantwoordelijkheidsgevoel, men wil de leerlingen niet in de steek laten’. Sven vertelt dat hij al veel betogingen in zijn eentje heeft meegelopen. Vandaag loopt hij samen met 12 collega’s. ‘Dat betekent dat het hoog zit’, zo zegt hij. ‘Men zegt steeds maar weer dat men de job van leerkracht aantrekkelijker wil maken, maar in de meer dan 20 jaar dat ik nu lesgeef heb ik vooral het tegenovergestelde zien gebeuren. Men knabbelt aan de uren, waardoor de klassen groter worden”. Om een taal aan te leren, is spreken heel belangrijk. Ik heb nu 24 leerlingen in een klas’, legt Sven uit.”
Vasthouden aan rode lijnen
De provinciale betogingen van mei zullen wellicht niet volstaan om te voorkomen dat nefaste voorstellen uit het rapport van de commissie van wijzen in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord terecht komen. Of dat deze voorstellen op tafel komen bij onderhandelingen met de onderwijsverstrekkers en de vakbonden over een nieuw “loopbaanpact”
De onderwijsvakbonden hebben enkele duidelijke rode lijnen getrokken. Deze principiële houding dwingt respect af. De editorialist van Het Nieuwsblad schreef op 7 mei: “De grootste stakingsactie sinds lang treft vanaf vandaag het onderwijs. Als een signaal tegen plannen die de kwaliteit in de klas nog zullen eroderen. Het is moeilijk om die actie af te keuren. Stakingen die het onderwijs platleggen, zijn heel zeldzaam. De verantwoordelijkheidszin in de sector is groot genoeg om er niet zomaar het blok op te gooien. Nu doen de vakbonden dat wel in een golf per provincie. De stakingen komen er na het rapport van de Commissie van Wijzen besteld door onderwijsminister Ben Weyts (N-VA). Het grootste struikelblok – er zijn er meer – is het voorstel om de bekwaamheidsbewijzen te versoepelen. Het is een noodingreep om toch voldoende leerkrachten voor de klas te krijgen. Om elk vak te laten doceren, zelfs al hebben de leerkrachten er geen diploma voor. En over de leerstof amper meer weten dan u en ik. Die maatregel is het ontnuchterende bewijs dat het Vlaamse onderwijs al jaren uit elkaar rammelt. Bij gebrek aan voldoende goed opgeleide leerkrachten die gemotiveerd blijven. Door de lat van de kennis van de lesgever te verlagen, wordt het nog moeilijker om leerlingen bij te brengen wat ze – minimaal – moeten kennen. Het is ook een verdere degradering van de status van de leerkracht. Het is absurd dat een Raad der Wijzen die domme ingreep voorstelt. Het is opmerkelijk dat een voorstel dat kennis zal eroderen, niet van tafel wordt geveegd door een onderwijsminister die al jaren benadrukt dat leerlingen weer moeten excelleren. Hoe gaat dat gebeuren als er misschien Frans kan worden gegeven door iemand die niet veel meer weet dan hoe hij een ‘pain gris coupé’ moet bestellen. Men stuurt geen militair naar het front die enkel weet hoe een geweer eruitziet.”
Vasthouden aan de essentiële breekpunten is cruciaal om het vertrouwen van het onderwijspersoneel te behouden en te versterken. En om opnieuw te sensibiliseren en te mobiliseren, indien nodig.
Tino Delabie