Vinden de besturen van de Vlaamse universiteiten mensenrechtenschendingen tegen Oekraïners erger dan die tegen Palestijnen, vragen tientallen academici zich af.
Het dodental in Gaza overschrijdt deze week de kaap van 21.000 burgerslachtoffers. Tegelijkertijd speelt de VN-Veiligheidsraad het klaar om, na veel getreuzel, een cruciale resolutie voor noodhulp en een onmiddellijk staakt-het-vuren te reduceren tot een nietszeggend besluit. Een opmerkelijk staaltje van schijnbare efficiëntie tijdens een humanitaire crisis zoals die in Gaza. Deze strategie is een grote bron van inspiratie voor onze academie, zo blijkt.
Ondanks de duidelijke schendingen van internationaal recht en mensenrechten, handhaven de Vlaamse universiteiten een schijnbare ‘neutraliteit’ of suggereren ze dat het genocidale en koloniale geweld van Israël gelijkstaat aan de daden van Hamas en andere Palestijnse gewapende groeperingen. De oproep tot een academische boycot van Israël wordt bovendien vaak afgedaan als antisemitisme. Maar net als bij de boycot tegen Iran of Rusland richt deze zich niet op de Joodse bevolking, maar op de koloniale Israëlische bezettingspolitiek en mensenrechtenschendingen.
Hoe kan het dat academische instellingen niet begrijpen dat zwijgen of nietsdoen wel degelijk bijdraagt aan het bestendigen van het lijden en het onrecht in de regio? Of zoals verwoord door Desmond Tutu, dat neutraliteit kiezen in het licht van onrecht, betekent dat je kant kiest van de onderdrukker. Vlaamse universiteiten staan pal voor het internationaal recht, zo klinkt het vaak. Maar in werkelijkheid komt verzet vanuit de universiteitsbesturen maar moeizaam (of niet) op gang en lopen ze zelfs achter op de standpunten van de Belgische politieke leiders, veeleer dan dat zij erop voorlopen. Hoeveel doden moeten er nog vallen voordat universiteiten de politiek een spiegel voorhouden?
Klacht tegen studenten
Pas na 10.000 Palestijnse burgerslachtoffers “durfde” de VUB het aan om als eerste Belgische universiteit op te roepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en een ontmanteling van het “Israëlische systeem van bezetting en kolonisering”. De oproep voor een academische boycot beantwoordde rector Jan Danckaert met de stellingname dat de universiteit ‘neutraal’ moet blijven. Vervolgens enkel radiostilte. Lopende samenwerkingen met Israëlische instellingen die actief de koloniale bezetting en het geweld van Israël ondersteunen, worden niet herzien. Ook de olijfboom die als symbool van vrede op de campus werd geplant, is inmiddels verwijderd.
Het zal vooral aan de sterke mobilisatie en druk vanuit de academische gemeenschap van de UGent hebben gelegen dat zij als eerste een stapje verder ging door de samenwerkingen met Israëlische universiteiten aan mensenrechten te toetsen. Cynisch genoeg voegde rector Rik Van de Walle er ook aan toe dat samenwerkingen met Palestijnse universiteiten zullen worden onderzocht, alsof het probleem dáár zou liggen.
In Antwerpen stelde rector Herman Van Goethem dat de situatie verschilt van die in Oekraïne en als achteraf gezien de academische boycot tegen Rusland als ‘inconsequent’ wordt gezien, de universiteiten dat beter ook niet hadden gedaan. Dus wanneer een genocide gaande is in Gaza, kan een universiteit plotseling geen politiek standpunt innemen. Desondanks diende Van Goethem hoogstpersoonlijk een klacht in tegen twee studenten die samen met een brede groep personeelsleden een vreedzame sit-in hadden georganiseerd. Na heel wat kritiek en een gesprek liet hij zijn klacht vallen, en beloofde hij de lopende samenwerkingen eventueel te herzien.
Het langst wachtten we op de ondubbelzinnige oproep van KU Leuven rector Luc Sels tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Ook hier blijft het wachten op verdere concrete stappen die de daad bij het woord voegen. Maar omdat ze ook in Leuven de huidige samenwerkingen heroverwegen, loopt de VUB nu achter op de andere universiteiten. Bij UHasselt blijft het vooralsnog stil.
De posities van Vlaamse rectoren staan in schril contrast met die van hun Franstalige collega’s. Hoewel er tegen solidariteitsacties van studenten en personeel op Franstalige universiteiten repressief werd opgetreden, hebben de Franstalige rectoren na lang zwijgen de oproep tot een academische boycot die vorige week in Le Soir verscheen wel mee ondertekend. Daarin spreken ze zich ook uit tegen de dubbele standaard waarmee mensenrechtenschendingen in Palestina anders worden beoordeeld dan in Oekraïne.
Aan Vlaamse kant stellen we vast dat geen enkele open brief werd ondertekend door onze rectoren. Meer nog, er geldt wel degelijk een dubbele standaard. Want terwijl de Vlaamse universiteiten na de invasie van Oekraïne snel actie ondernamen en overgingen tot een boycot, is het nu nog steeds wachten op zo’n gedeelde ‘krachtige verklaring’ in solidariteit met het Palestijnse volk. Ook na zeven jaar gevangenschap van VUB-gastprofessor Ahmadreza Djalali in Iran kwam er een academische boycot en een gezamenlijk statement. De Palestijnen die al 75 jaar worden verdreven en 56 jaar onder Israëlische bezetting leven, lijken zo’n krachtig signaal niet waardig. Ook niet de Palestijnse studenten en onderzoekers die verbonden zijn aan onze universiteiten.
2023 is bijna ten einde, maar waar blijft de oproep tot een boycot van de Israëlische apartheidsstaat aan Vlaamse zijde? Behalve de intentie om enkele samenwerkingen te beoordelen, blijven effectieve acties uit. De samenwerkingen met instellingen die het geweld tegen de Palestijnen ondersteunen, lopen gewoon verder. Zijn die voornemens dan slechts lege woorden om de gemoederen op campussen te sussen?
Terwijl zich in Gaza een genocide voltrekt, is de lafhartige opstelling van Vlaamse universiteiten hemeltergend. Met de jaarwisseling in het vooruitzicht kunnen we de aftrap van een gelukkig Nieuwjaar maar beter even afzeggen. Want als straks de vuurpijlen vrolijk knallen bij de overgang van oud naar nieuw, staat iedere knal hier symbool voor de eindeloze bombardementen en onderdrukking daar. Wie weet blijft het dan niet enkel bij goede voornemens, maar gaan onze universiteiten ook over tot concrete actie in 2024.
Lena Imeraj (postdoc VUB), Jihane Sliti (doctoranda VUB), Jouke Huijzer (doctorandus VUB), Anissa Bougrea (doctoranda UGent), Jan Orbie (professor UGent), Matthias Lievens (professor KU Leuven), Nadia Fadil (professor KU Leuven), Koen Bogaert (professor UGent), Montassir Sakhi (postdoc KU Leuven), Gert Van Hecken (professor UAntwerpen), Floris De Krijger (doctorandus UHasselt), Roschanack Shaery (professor UAntwerpen), Richard Toppo (postdoc UAntwerpen), Matthias De Groof (professor UAntwerpen/onderzoeker UvA), Devanshi Saxena (doctoranda UAntwerpen), Maha Abdallah (doctoranda UAntwerpen), Lieven De Cauter (professor KU Leuven), Amina Adebisi Odofin (doctoranda UGent), Salma Mediavilla-Aboulaoula (doctoranda UGent), Nele Aernouts (professor VUB), Iman Lechkar (professor VUB), Joanna YasminaBeeckmans (doctoranda UHasselt), Karel Arnaut (professor KU Leuven), Jan De Keyser (professor KU Leuven), Dries Lesage (professor UGent), Itamar Shachar (professor UHasselt), Gerrit Loots (emeritus VUB), Rudi Laermans (emeritus KU Leuven), Jef Verhoeven (emeritus KU Leuven), Harco Willems (emeritus KU Leuven), Frank Moulaert (emeritus KU Leuven), Anya Topolski (professor RU), Sarah Bracke (professor UvA), Thomas Decreus (professor Tilburg University)
Deze Opinie verscheen in “De Standaard” (29 december 2023)