Toespraak Cécile Gorré (voorzitster Ovds) tijdens “zes uren voor de democratische school”

Facebooktwittermail

Tijdens de “zes uren voor de democratische school” op 18 november bracht Cécile Gorré, voorzitster van Ovds-Aped, volgende toespraak.

 

 

“Met de komst van de Pisa-toetsen vanaf de jaren 2000 werd een belangrijk taboe doorbroken: ons onderwijssysteem bleek een van de meest ongelijke in de OESO-lidstaten.

De prestatiekloof tussen de leerlingen uit de meest bevoorrechte klasse en de meest achtergestelde milieus is het grootst in ons land, zowel aan de Franstalige als aan de Nederlandstalige kant.

Wij zijn dus de kampioenen van de ongelijkheid!

Ovds heeft niet gewacht op deze fameuze Pisa-testen om aan de alarmbel te trekken. Een onderzoek dat Nico Hirtt en Jean-Pierre Kerckhofs in 1997 uitvoerden wees uit dat ons onderwijssysteem niet in staat is om iedereen gelijke kansen te bieden want de slaagkansen en de oriëntatie van leerlingen worden in hoge mate bepaald door hun sociale afkomst.

Sinds bijna 30 jaar voert Ovds actief campagne voor een échte democratische school die in staat is om alle leerlingen, ongeacht hun sociaaleconomische achtergrond, de veelzijdige en complexe kennis bij te brengen om de wereld te begrijpen, die hen de bagage geeft om er als kritische burger aan deel te nemen en om de motor te zijn van verandering naar een meer rechtvaardige en duurzame wereld.

Al bijna 30 jaar analyseert Ovds ons schoolsysteem om de vroegere en huidige hervormingen te begrijpen, van “l’approche par compétences” / competentiegerichte aanpak tot het « Pacte pour un enseignement d’Excellence » dat we in het Franstalig onderwijs opgelegd kregen, de hervorming van het Vlaams secundair onderwijs, enz.

Al bijna 30 jaar doet Ovds concrete voorstellen om deze democratische school effectief te realiseren.

Zo voeren we nu twee campagnes die volgens ons onlosmakelijk verbonden zijn in de strijd voor een sociaal gelijke, emanciperende school die kritisch burgerschap bevordert, omdat we geloven dat dit doel alleen kan worden bereikt als we op twee benen lopen, m.a.w. als we zowel voor ambitie als voor sociale gelijkheid gaan.

Vooreerst ambitie. Als we gaan voor een democratische samenleving, kunnen we geen schoolsysteem accepteren dat leerlingen selecteert en ze voorbereidt om de plaats in te nemen die hun wieg heeft bepaald: een veeleisende theoretische vorming voor de elite en een beperkte opleiding met basiscompetenties voor de rest.

Vandaag heeft iedereen het over de daling van het niveau. We wilden dit vraagstuk niet overlaten aan de conservatievelingen die altijd klaar staan om met beschuldigende vinger te wijzen naar het gebrek aan respect van leerlingen voor hun leraren, de laksheid, de pedagogen in hun ivoren toren, de massificatie van het onderwijs of het gebrek aan intellectuele capaciteiten van sommigen.

Als progressieve beweging lanceerden we daarom een grote enquête waaraan bijna 1.200 leerkrachten, zowel Franstaligen als Nederlandstaligen deelnamen. We wilden weten wat zij dachten over de het veranderend niveau van ons onderwijssysteem.

Het zal niemand verbazen dat bijna 75% van hen vindt dat het niveau van hun leerlingen daalt. Ze schreven dit toe aan een resem factoren, zoals de grootte van de klas, het gebrek aan middelen en aan tijd, de segregatie op school, de eindtermen en leerplannen die niet veeleisend genoeg zijn, de competentiegerichte aanpak, de minder strenge eisen die we met de jaren gestaag zien dalen.

Maar leerkrachten vinden ook dat het vooral kinderen uit de arbeidersklasse zijn die te lijden hebben onder deze daling van het niveau.

Ovds zet zich al bijna 30 jaar in, vooral voor de kinderen uit de werkende klasse, want leerlingen uit de meer bevoorrechte milieus zullen dankzij hun families altijd wel een weg vinden om te compenseren waar het onderwijs tekort schiet, nl. via bijlessen, via culturele uitstappen, via ondersteuning van de ouders bij het schoolwerk …

De leerlingen uit de meest achtergestelde milieus kunnen alleen op de school kunnen rekenen om zich te redden, om de kennis te verwerven die ze nodig hebben om de wereld in al zijn facetten te begrijpen.

Zonder school zouden sommigen van mijn leerlingen op extreem-rechtse partijen gaan stemmen, omdat ze denken dat hun programma’s hun belangen behartigen.

Zonder school zouden sommigen van mijn leerlingen zich laten meeslepen door de algoritmes van sociale netwerken die hen opsluiten in moordende ideologieën.

Zonder school zouden sommigen van mijn leerlingen doorgaan met het hekelen van werklozen die, in hun ogen, misbruik maken van het systeem.

Zonder school zouden sommigen van mijn leerlingen niets weten over sociale strijd en het nut van collectieve actie en vakbonden.

Om al deze redenen moet ons onderwijs ambitieus zijn en alle leerlingen een hoog onderwijsniveau bieden!

Deze eis op zich is echter niet voldoende en moet dus gepaard gaan met een structurele hervorming van ons onderwijssysteem en met sociale gelijkheid, het onderwerp van onze tweede campagne.

Aan het begin van deze toespraak heb ik benadrukt dat onze beide Belgische onderwijssystemen kampioen zijn in sociale en academische ongelijkheid. Een van de belangrijkste factoren van deze ongelijkheid is, volgens ons, de marktwerking in het onderwijs die een publieke financiering per leerling combineert met de vrije schoolkeuze voor ouders, een quasi-markt die ongezonde concurrentie in de hand werkt.

Concurrentie, ten eerste, tussen de netten en de scholen die zich op de onderwijsmarkt willen positioneren als echte commerciële bedrijven op zoek naar klanten.

Ten tweede is er de concurrentie tussen ouders die een plaats willen bemachtigen op een school waarvan zij denken dat die geschikt is voor hun kind, een ‘goede’ school voor hun kind.

Deze dubbele concurrentie creëert een vicieuze cirkel die de ongelijkheid verergert en de kloof tussen “arme gettoscholen” en “rijke gettoscholen” vergroot, met alle gevolgen die we al hebben aangehaald.

Het is hoog tijd om deze vicieuze cirkel te doorbreken!

We kunnen hiervoor echter niet bouwen op de onzichtbare hand van de markt!

Hiervoor is een échte, proactieve actie van de kant van de overheid essentieel!

Daarom doen we een oproep aan politici en vragen we leerkrachten, ouders en het grote publiek om ons voorstel te steunen.

We zouden graag de invoering zien van een inschrijvingsdecreet dat elk kind, vanaf de kleuterschool, een gegarandeerde plaats biedt in een school die dicht bij huis ligt en sociaal gemengd is.

Deze maatregel zou niet alleen de sociale mix van ons onderwijssysteem vergroten en ongelijkheden helpen verminderen, maar zou ook een gunstig effect hebben op het algemene niveau van ons onderwijs.

Bovendien zouden we door kinderen van alle origines samen op te leiden de kritische en democratische burgeropvoeding echt helpen bevorderen.

Ik nodig je dus uit mee deze oproep “Een plaats in een goede school voor elk kind” te ondertekenen. Immers, jouw aanwezigheid hier vandaag geeft aan dat ook jij allicht dit gebrek aan democratie, deze ongelijkheden en deze gettovorming niet langer wil tolereren!

Als je hier bent, dan is dat omdat ook jij wil vechten voor democratisch onderwijs. Zoals Christian Laval het stelt, is democratisch onderwijs alleen denkbaar “wanneer ‘zij van onderaan’, d.w.z. het grootste aantal mensen, hun eigen lot kunnen kiezen door de samenleving en de aarde leefbaarder te maken, niet door deze toekomst in handen te leggen van mensen die machtiger zijn dan zijzelf, maar door deze zelf te bepalen, in soevereine organen binnen hun bereik, waar ze wonen en werken”.

Maar om ervoor te zorgen dat “zij van onderaan” hun eigen lot kunnen bepalen, moet het onderwijs hen een opleiding bieden die ambitie en sociale gelijkheid combineert.

Dank voor je steun.

Bedankt dat je vandaag bij ons bent!

En dank aan iedereen die deze studiedag mogelijk heeft gemaakt: alle sprekers, onze bestuursleden en alle vrijwilligers die een taak op zich namen.”

Cécile Gorré

voorzitster Ovds-Aped