Een nieuw boek over freinetonderwijs
Op het freinetcongres Gent onder het thema – HART VERZET – werd op vrijdag 24 augustus 2023 het boek “Freinetonderwijs, een eigen wijze van onderwijs” voorgesteld. De auteurs, Jeroen Tans en Katrien Nijs, komen hier achtereenvolgens aan het woord: hoe kwam dit boek tot stand? Wat is er nieuw? Waarom moet het gelezen worden?
Jeroen: een nieuw basisboek is nodig
Collega’s, of misschien kan ik in het kader van het thema van dit congres beter zeggen: kameraden.
Freinet schrijft regelmatig dat “we de frontale klassikale uiteenzettingen in talloze varianten tot nul zouden willen reduceren”. En wat doe ik hier dan? Er is geen beter moment om een nieuw basisboek te laten verschijnen: 100 jaar freinetonderwijs. Ik wil het kort houden.
Wanneer ik bij mijn zoektocht naar verbeteringen in mijn klas op Terschelling door een bijlage van de Volkskrant de freinetpedagogie ontdek, bestaat internet nog lang niet. Er is rond 1977 in het Nederlandse taalgebied helaas weinig te vinden over de freinetpedagogie en al helemaal niet over de praktijk.
Mijn eigen moeizame zoektocht, gekoppeld aan die groeiende vraag motiveert om een basisboek te schrijven samen met John Bronkhorst: “FREINETONDERWIJS, een eigen wijze van onderwijs” geeft inzicht in de werkwijze van freinetgroepen op dat moment.
We zijn inmiddels 30 jaar verder
Freinetonderwijs is voortdurend in beweging. Vooral in Vlaanderen is er een groeiend aantal freinetscholen voor basis- én middelbaar onderwijs. Daarmee stijgt het aantal nieuwe freinetwerkers snel … Door de inzet van Jimke Nicolai en Rouke Broersma verschijnen er vertalingen van het werk van Freinet. Die zorgen voor een genuanceerder inzicht.
Tijd om een nieuwe paal te slaan en het basisboek uit 1993 te herschrijven. Een nieuw basisboek is nodig.
Dat merk ik bijvoorbeeld in de weekenden van de Vlaamse driejarige verdiepende bijeenkomsten. Er zijn deelnemers die op hun school onverwacht verzet moeten leveren, wanneer ze door geluiden die ze in de weekenden horen beweringen van hun directeur weerleggen. Het verrast ons hoe geregeld dat voorkomt.
Ik merk bij het begeleiden van schoolteams dat collega’s soms dingen aandragen die niets met de invarianten hebben te maken en herken de zorgen die Freinet zich maakt, na een sterke groei van de beweging: “Technieken worden soms onbegrepen en oppervlakkig toegepast, zonder inzicht in en kennis van de onderliggende principes die ze effectief maken.”
Ik bijt me er nog 1 keer in vast, maar dan wel samen met een jongere werkende collega en met op de achtergrond een twintigtal meelezende actieve freinetwerkers. Het moet wel echt een actueel boek worden. Ik ga schrijven samen met Katrien Nijs. We kennen elkaar van ruim vijftig werkweekenden van de driejarige verdiepende freinetopleiding. Katrien leest al een tijd mijn teksten en boeken na: is mijn Nederlands leesbaar voor Vlaamse collega’s? En vanaf het begin geeft ze direct ook inhoudelijk commentaar. We houden beiden van het bespreken van teksten.
We hadden hier natuurlijk graag trots samen gestaan, maar Katrien is aan het werk op het ICEM-congres. Gelukkig komt ze door de techniek in beeld. Ze stuurde ons vanuit Nanterre een filmpje op.
Katrien: waarom ik trots ben op het boek
‘Er zijn mensen die er van dromen om een boek te schrijven ‘Ooit…’ Ik niet. Ik had geen wens om een boek te schrijven. Na mijn jaar ‘schooltoerisme’ met bezoeken in tientallen freinetklassen kreeg ik verschillende keren de suggestie dat ik een boek zou moeten schrijven over wat ik geleerd heb. Ik antwoordde dan meestal dat ik dat met films wil doen.
Tot Jeroen vroeg of ik zin had om mee te schrijven aan de nieuwe versie van ‘Een eigen wijze’. Ik heb goed nagedacht: schrijven vraagt rust in je hoofd, en tijd en aandacht. Tijd en aandacht die ik graag in het werken met kinderen en collega’s investeer.
Ik zei ja omdat Jeroen en ik met boeken uit de reeks al veel werkplezier hadden gehad. Tekstbesprekingen met teksten over tekstbespreking bijvoorbeeld … een van onze favoriete onderwerpen. Dus ja, ik wilde meeschrijven aan het boek, maar op 1 voorwaarde: we zijn er aan toe om het secundair onderwijs in het nieuwe boek evenveel aandacht en ruimte te geven. Ik heb het gevoel dat dat gelukt is.
Jeroen, bedankt voor de uitnodiging en het mogen samenwerken met jou. Ik heb er zoveel van geleerd.
Nu is er een boek! Het had ook een boek van 500 pagina’s kunnen worden, maar we willen het leesbaar en betaalbaar houden. Schrijven is schrappen: zelfs stukjes tekst en foto’s waar we heel wat energie in staken: inkorten en uitpuren tot de essentie van wat we jullie willen vertellen. Wij zijn benieuwd wat jullie er van vinden.
Waarom ik trots ben op het boek?
Omdat er veel valkuilen impliciet en expliciet in behandeld worden. Valkuilen die ik heb leren kennen door diverse bezoeken en contacten met mensen die de freinetpedagogie beginnen te begrijpen. Ja, onze freinetpedagogie is logisch en natuurlijk, maar vraagt wel wat van de leerkracht. Soms vroegen we ons af of we explicieter moesten zijn. Willen we iets wat wij niet wenselijk vinden benoemen? Meestal kozen we ervoor om de volgens ons waardevolste, interessantste keuzes te beschrijven. Want het gaat heel vaak om keuzes. Keuzes die wij in ons boek maakten en keuzes die jullie ook maken, elke dag in de klas.
We kunnen niet meer tellen hoeveel weekends we samen doorgebracht hebben. We weten ook niet meer hoe vaak we stukken tekst aan elkaar voorgelezen hebben en hoe vaak sommige passages herwerkt zijn. Jeroen is kampioen in blijven sleutelen tot het laatste moment, het kan altijd nog net iets mooier of duidelijker geformuleerd worden.
Wat ook grappig is, bij het herhaaldelijk nalezen herinner ik me soms nog precies onze discussies over bepaalde zinnen of woorden. En van andere paragrafen heb ik helemaal geen idee meer wie van ons tweeën wat heeft aangebracht.
Aan ieder van jullie die notities neemt over wat je in je klas uitbouwt en meemaakt, hou die notities goed bij, kan nog van pas komen. Wie dat nog niet gedaan heeft, krijgt na het lezen misschien zin om ook af en toe iets vast te leggen? We kunnen er als groep maar van leren!’
Jeroen: het hoe telkens koppelen aan het waarom
Het zijn de uitgangspunten, de invarianten, die freinetwerkers binden: het werken aan een socialer, democratische, rechtvaardiger en duurzamer samenleving horen niet als stukjes leerstof bij sommige vakken, maar krijgen met hulp van de freinettechnieken vorm en inhoud in de manier waarop we iedere dag opnieuw met de kinderen samen-leven en samen-werken. We willen leerlingen helpen bewuste en verantwoordelijke volwassenen te worden, die mee de maatschappij kunnen veranderen.
Coöperatief werken in de klasgroep, op school en in de beweging gaat tegelijkertijd over mondigheid en communicatie, over zelfstandigheid in een leren met en van elkaar, over meer vrijheid in een sociaal leerproces, over diversiteit en zorg voor elkaar … Om dit te begeleiden, schrijft Freinet, is een andere mentaliteit en houding van leerkrachten nodig.
Klinkt als muziek, maar hoe beschrijf je dit allemaal in een boek? Onze activiteiten en contacten in de beweging zijn meebepalend voor keuzes die we maken. De hoofdstukken over de stevig gewortelde freinettechnieken, die natuurlijk centraal staan, zijn doorspekt met wat we in de opleidingsweekenden en met teams bespraken over de houding en het aandeel van de leerkrachten.
Freinetbijeenkomsten zijn geregeld zo sterk op praktische invullingen gericht, dat de vraag over het WAAROM naar de achtergrond dreigt te verdwijnen of wordt overgeslagen.
Om kennis van de principes te vergroten en verdiepen, hebben we ons tijdens het schrijven ingespannen om het HOE telkens te koppelen aan het WAAROM, waarbij we zowel terugkijken naar de bron als naar uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en technische vooruitgang.
De pedagogische uitgangspunten vormen kaders. Bij het samen school maken vormen freinetwerkers al honderd jaar een levende werkplaats van onderwijs-modernisering. Dat zorgt in dit basisboek voor valide handvatten, tips en prikkelende praktijkvoorbeelden. Dit boek is een rijke bron. Het houdt ook een risico in. Hoe meer we ons inspannen principes zo helder mogelijk uiteen te zetten en met voorbeelden te illustreren, hoe groter de kans dat het overkomt als ‘een juiste weg om na te volgen’. Daarom citeren we graag Jan Ligthart uit 1909: “Zoals het in dit boekje is beschreven, moet ge ’t nu precies niet doen.” We beschrijven geen pasklare oplossingen. De freinetpedagogie is niet dogmatisch, de praktijken zijn dus divers en steeds in ontwikkeling. Dat maakt freinetonderwijs boeiend en sterk, maar soms ook wat verwarrend.
Wie dit boek leest wordt hopelijk geprikkeld om zelf op ontdekking te gaan met zo nu en dan begrijpelijke twijfels. Die hebben we allemaal. Het boek kan helpen bij het maken van keuzes.
Laat je inspireren om proefondervindelijk je eigen stijl vorm te geven en te groeien met je team en de beweging.
“Het geheim van de dynamiek is dat alleen volgen als een pakezel niet genoeg is. Van elke collega wordt een actief aandeel gevraagd in de beweging. Kom op uit die jas en aan het werk.” – Freinet
Jeroen Tans & Katrien Nijs
freinetonderwijseeneigenwijze@gmail.com
Freinetonderwijs. Een eigen wijze van onderwijs. Uitgegeven bij Gompel & Svacina
Op zaterdag 18 november kun je tijdens de “zes uren voor de democratische school” (Brussel) kennis maken met Freinet en de Freinet-pedagogie tijdens een workshop(10u-12u) met Luc Heyerick (expert in Freinetonderwijs, voorzitter van Keerpunt Secundaire Freinetschool) en leerkrachten en leerlingen uit het freinet-onderwijs.