Invoering “gastleraar” en “leraar-specialist” botst op veel kritiek

Facebooktwittermail

De Vlaamse regering voert via een decreet “lerarenambt” nieuwe maatregelen in die het lerarentekort moeten verminderen en de waardering voor het lerarenberoep moeten verhogen.

Het decreet bevat meerdere maatregelen waarvan gevreesd kan worden dat ze het lerarentekort eerder zullen verergeren en die zeker de kwaliteit van het onderwijs niet zullen verbeteren. Onderwijsvakbonden en veel personeelsleden reageren dan ook kritisch op sommige maatregelen.

Gastleraar zonder pedagogisch diploma

Een school, academie (dko), centrum (cvo, cbe, dbso) kan tijdens de schooljaren 2023-2024 en 2024- 2025 uren-leraar omzetten in een krediet om aan te wenden voor een gastleraar. In het basisonderwijs en secundair onderwijs kan men vanaf 1 september 2023 tot een derde van het lestijdenpakket omzetten naar krediet voor de gastleerkracht, in de centra voor deeltijds onderwijs een vijfde. In de centra voor volwassenenonderwijs, de centra voor basiseducatie en het deeltijds kunstonderwijs kan zelfs het volledige lestijdenpakket gebruikt worden voor gastleraren. De eisen die aan de gastleraar gesteld worden, zijn minimaal: beheersing van de onderwijstaal op niveau C1 en een bewijs van goed gedrag en zeden. Een (pedagogisch) diploma is dus niet vereist!

De socialistische onderwijsvakbond ACOD Onderwijs: “Kinderen en jongeren kunnen m.a.w. een ganse dag op school zitten bij iemand die niet opgeleid is om met kinderen of jongeren om te gaan. Dit heeft niet alleen een nadelige invloed op de onderwijskwaliteit, het toont ook aan hoe gering de waardering voor gediplomeerde leerkrachten is. Hoe zullen we bovendien jongeren motiveren om te starten met een lerarenopleiding als ook mensen zonder die opleiding in het onderwijs aan de slag kunnen? De gastleraars kunnen onderhandelen met het school- of centrumbestuur, niet alleen over hun salaris, maar ook over de invulling van hun opdracht: hun lessenrooster, de toezichten, de vervangingen, … Dit houdt het gevaar in dat bepaalde bijkomende taken zullen worden doorgeschoven naar de andere leden van het team, waardoor hun opdracht (nog) zwaarder wordt en de lerarenuitval nog groter zal worden. Bovendien kunnen gastleraars aangesteld worden zonder rekening te houden met de rechten van de statutaire personeelsleden. Zelfs statutaire personeelsleden kunnen eventueel opzijgeschoven worden door een gastleraar of kunnen geen aanstelling krijgen doordat statutaire uren worden omgezet naar uren voor gastleraren.”

Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van COC (Christelijke Onderwijs Centrale): “Het concept dat de gastleraar vanuit zijn deskundigheid of ervaring een meerwaarde kan betekenen voor het onderwijs wordt te grabbel gegooid. Een diploma van vakbekwaamheid, vakdidactische expertise of pedagogische bekwaamheid is niet nodig: iedereen die Nederlands spreekt en een bewijs van goed gedrag kan voorleggen, mag voor de klas staan. Dat de gastleraar desondanks de titel van “leraar” draagt, ervaart COC als de complete depreciatie van de leraar. Welk signaal geeft de decreetgever als ze jongeren en volwassenen ervan probeert te overtuigen om een diploma te behalen terwijl ze tegelijk toelaat dat mensen zonder enig diploma voor de klas staan?” (Brandpunt, mei 2023)

Bart Eeckhout, hoofdredacteur van “De Morgen”: “Een van de (vele) fundamentele problemen die tot het huidige, grote lerarentekort hebben geleid is de opleiding. Die blijkt te weinig voor te bereiden op de realiteit van de klas en trekt te weinig sterke profielen aan. Hervorming en herwaardering van de opleiding zijn dus cruciaal. Door nu uit alle gaten en kieren vrijwilligers aan te trekken, geeft de minister het signaal dat een geschikte opleiding er eigenlijk niet toe doet. Dat is contraproductief.” (De Morgen, 23 maart 2023)

Op Teacher Tapp werd op 21 maart 2023 (toen minister Weyts voor het eerst bekend maakte dat de Vlaamse regering de “gastleraar” zou invoeren) de volgende vraag gesteld: “Is het inzetten van gastleraren volgens jou een goede maatregel om het lerarentekort te helpen opvangen?”. 24% van de (ongeveer 1000) ondervraagde leerkrachten antwoordde “ja”, 73% “nee” en 3% vond de vraag “niet van toepassing”.

Dienstverleningsovereenkomsten

Een schoolbestuur kan bij een tekort aan onderwijzend personeel in het leerplichtonderwijs en het volwassenenonderwijs omkadering aanwenden om via een overeenkomst van dienstverlening met een organisatie of onderneming een of meer werknemers van die organisatie of onderneming in dienst te nemen. De werknemer moet hier wel (minstens) over een voldoende geacht, en dus pedagogisch, bekwaamheidsbewijs beschikken.

Reactie van COC:  “COC is – net zoals bij de gastleraren – bezorgd over de taken die die werknemers zullen opnemen. Zullen dat dezelfde zijn als die van de statutaire leraren? Of zullen instellingsgebonden taken zoals toezichten, leerlingenbegeleiding, vakgroepwerking, klassenraden, enzovoort op de rug van de statutaire leraren terechtkomen die zo nog meer dan nu overbelast worden. COC vreest het laatste. Er ontstaan alzo twee groepen personeelsleden: zij die statutair zijn en zij die niet statutair zijn. Ook die maatregel riskeert dus contraproductieve effecten te genereren. COC vangt nu al echo’s op dat sommige bedrijven in herstructurering er een galante manier in zien om oudere en dus duurdere werknemers naar de uitgang te begeleiden … COC kan zich evenmin vinden in het voornemen van de Vlaamse regering om subsidies toe te kennen aan een externe organisatie of bedrijf om tussen school- of centrumbesturen enerzijds en ondernemingen of organisaties anderzijds een bemiddelende of coachende rol op te nemen in het kader van de maatregelen rond de dienstverleningsovereenkomst. We vinden het niet wenselijk om daar vanuit het onderwijsbudget Vlaams belastinggeld aan te besteden. “ (Brandpunt, mei 2023)

De leraar-specialist

Het bestuur van een basisschool of een secundaire school kan een leerkracht op grond van een bepaalde deskundigheid aanstellen als leraar-specialist. Deze leerkracht moet minstens 10 jaar anciënniteit hebben, mag als laatste evaluatie geen ‘onvoldoende’ hebben en moet voor de toegewezen taak – mentorschap, begeleiding van beginnende leraren in de klas, … – de juiste kwaliteiten bezitten.  Hoogstens 5 procent van de leerkrachten zouden kunnen genieten van de premie (250 euro per maand) die weggelegd is voor de leraar-specialist.

Reactie van ACOD Onderwijs: “ ACOD Onderwijs vindt dit om meer dan één reden geen goede maatregel.

Het is een schijnoplossing voor een onbestaand probleem. De ‘vlakke loopbaan’ van de leerkrachten is immers geen probleem en behoeft dus geen ‘oplossing’. De flexibiliteit die van de leerkrachten gevraagd wordt en de afwisseling van klassen, leerlingen en vakken maken een job in het onderwijs op zich al erg uitdagend en gevarieerd.

Zal het schoolbestuur het profiel van de leraar-specialist op neutrale wijze vaststellen of zal dit gebeuren op basis van subjectieve criteria? Zal dit mandaat in een objectieve procedure toegekend worden of zullen we geconfronteerd worden met favoritisme en vriendjespolitiek?

Ten slotte zal het hogere salaris dat aan dit mandaat verbonden is, leiden tot na-ijver en verdeeldheid binnen het team, zoals het bijvoorbeeld nu al is in landen waar in het onderwijs een of andere vorm van gedifferentieerde verloning bestaat. Voor ACOD Onderwijs kan de leraar specialist enkel ingevoerd worden als het een ambt is op basis van objectieve criteria.”

De vakbond ACOD Onderwijs lanceert een petitie om de invoering van de “gastleraar” en de “leraar-specialist” te laten schrappen. Je kan de petitie ondertekenen via https://www.acodonderwijs.be/geen-kabaal

Een van de scherpste kritieken op de invoering van de leraar-specialist komt van Geert Kelchtermans, hoogleraar onderwijspedagogiek aan de KU Leuven.

“Het leraarschap is een heftige, complexe job, die veel eist van de individuele leraar. Net daarom is de verbondenheid met collega’s zo’n belangrijke werkconditie. Of preciezer uitgedrukt, leraren hebben nood aan het ervaren van erkenning en waardering voor hun eigen expertise en engagement als individuele professional, terwijl ze zich tegelijkertijd ook deel voelen van een team dat gemeenschappelijk de verantwoordelijkheid draagt om ‘school’ te maken. De nieuwe maatregel doet precies het omgekeerde. Na de centrale toetsen die straks de concurrentie tussen de scholen tot nieuwe hoogtes zullen drijven, wordt nu ook de competitie tussen de leraren binnen de schoolteams opgepookt.

Hoe denkt de minister bij te dragen aan dat gemeenschappelijke engagement van schoolteams met maatregelen die leraren onderling in een concurrentiepositie plaatsen? Waarom zouden collega’s zich nog samen blijven inspannen als sommigen daarvoor beter verloond worden dan anderen? Hoe kunnen de directeurs de drijvende kracht zijn achter een collaboratieve schoolcultuur als ze tegelijkertijd de financiële competitie tussen hun teamleden moeten installeren?

De prijs die betaald zal worden in verlies aan gemeenschappelijk draagvlak, solidariteit, beroepsvoldoening en stimulerende samenwerking in schoolteams is gigantisch. Terwijl net dat de werkcondities zijn die leraren wél in het beroep houden. Kortom, nog meer leraren zullen nog meer redenen hebben om nog sneller het onderwijs de rug toe te keren. En ook de al veelgeplaagde directeurs zien met deze maatregel hun job nog moeilijker, mentaal belastend en ondankbaarder worden dan hij in vele opzichten nu al is. En dan zouden we verbaasd moeten zijn dat er straks ook een directeurstekort opduikt in het onderwijs? (…)

Dat daarenboven onderwijskoepels en vakbonden opgezadeld worden met de opdracht om de maatregel concreet te operationaliseren kan nauwelijks anders dan cynisch genoemd worden. Snel weer inpakken en duurzaam opbergen dat idee van de specialist-leraar! “ (Opiniestuk in Knack, 31 mei 2023, “Hoe vergroten we het lerarentekort? Met de leraar-specialist”.)

Senne Heremans is leerkracht in het vijfde en zesde leerjaar van Freinetschool De Steltloper in Geel. Hij is ook lid van de “Leraarskamer” van Knack, dit zijn 15 leerkrachten die regelmatig in Knack reageren op de onderwijsactualiteit. Zijn opiniestuk in Knack (25 mei 2023) waarin hij vanuit zijn ervaringen op de werkvloer uitlegt waarom de invoering van de leraar-specialist nefast is, kreeg veel bijval. Hier volgen enkele uittreksels.

“Wij, als leerkrachten, doen de job uit overtuiging en enthousiasme. We delen met veel plezier onze expertise aan nieuwe leerkrachten of aan een schoolteam. In ruil willen we enkel tijd en ruimte, en zeker geen strijd voor de titel van ‘expert’. Uit ervaring merk ik dat de leraarskamer vol experten zit. Werp een blik op de leraarskamer tijdens de koffiepauze. Dit rustmoment is veel meer dan gewoon even iets drinken. Het koffiemoment gaat steevast gepaard met overleg, ventileren, brainstormen, ideeën uitwerken. Meer dan dagelijks leer ik van mijn collega’s. Die nieuwe inzichten komen van het collectief, een collectief dat nooit vervangen kan worden door een individu dat meer betaald wordt.

Wij als collectief ondersteunen elkaar steeds met hetzelfde doel: de kinderen op de best mogelijke manier laten ontwikkelen tot volwassenen die klaar zijn voor onze samenleving.Je leert het al in de opleiding: als leerkracht ben je lid van een onderwijsteam. ‘It takes a village to raise a child‘, is een Afrikaanse spreuk die elke opvoeder en leerkracht kent. Een dorp is nodig om een kind op te voeden. Laten we dat dorp alsjeblieft niet vervangen door een individualistische en onnodige strijd binnen het zorgteam. In een privaat bedrijf kan deze tactiek van concurrentie misschien werken – al heb ik ook daar mijn twijfels bij – maar in een bedrijf waar samenwerking de hoeksteen is van groei en ontwikkeling, mogen we deze individualistische weg nooit uitgaan. Ik hoop dan ook ter harte dat deze beslissing een impulsieve actie was en de minister zo snel mogelijk terugkomt op deze ondoordachte en nefaste maatregel.” (Knack, 25 mei 2023, opiniestuk).

 

 

Op zaterdag 18 november 2023 is er een panelgesprek “Hoe het lerarentekort aanpakken zonder in te boeten op kwaliteit?” op de “zes uren voor de democratische school” in Brussel. De panelleden zijn Lise Maissin (leerkracht secundair onderwijs Brussel), Senne Heremans (leerkracht lager onderwijs Geel) en Céline Van Namen (leerkracht lager onderwijs Sint-Niklaas, nu adjunct provinciaal secretaris ACOD Onderwijs Oost-Vlaanderen)