Segregatie staat rationeel en planmatig beleid rond lerarentekort en capaciteitsproblemen in de weg

Facebooktwittermail

Het lerarentekort treft vandaag vele scholen, maar niet alle scholen in gelijke mate. Arme concentratiescholen, die een onvermijdelijk gevolg zijn van de mechanismen die sociale segregatie in ons onderwijs in de hand werken, hebben het bijzonder lastig om voldoende gekwalificeerde leerkrachten aan te trekken en te behouden.

Lerarentekort treft scholen met kwetsbare leerlingen het hardst

De onderwijseconomen Kristof De Witte en Letizia Gambi (KU Leuven) maakten een analyse van de niet-ingevulde schoolopdrachten voor de 1.500 basisscholen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Een gemiddelde school vond in 2021 zeven weken lang geen leraar om voor de klas te staan. In 2022 ging het al om bijna elf weken. Opvallend in de analyse van de KU Leuven is dat naarmate er meer kwetsbare jongeren op school zitten, meer opdrachten niet ingevuld raken. Scholen die veel kinderen hebben met SES-kenmerken, zoals een laaggeschoolde moeder of een andere thuistaal, hebben dus meer vacatures die blijven openstaan. “Zelfs als we corrigeren voor de bevolkingsdichtheid, schoolgrootte of het aandeel zittenblijvers, zien we dat er een sterk positief verband is”, zegt De Witte. “De verschillen tussen scholen zijn met andere woorden niet willekeurig.” (De Standaard, 24 november 2022, Lerarentekort treft scholen met kwetsbare leerlingen het hardst).

De krant citeert naar aanleiding van deze studie twee Brusselse schooldirecteurs. Een algemeen directeur: “Gelukkig zijn er in het onderwijs heel wat idealisten. Maar helaas zijn er ook veel anderen die wel graag willen lesgeven, maar liefst in een school met minder kinderen met rugzakjes of minder diversiteit. Wie de keuze heeft, kiest dan voor de zogenaamd gemakkelijkere school“.  Een andere directeur bevestigt: “Sollicitanten komen vandaag bij wijze van spreken standaard binnen met vragen naar de samenstelling van de klasgroep, of ze vragen hoeveel kinderen met zorgnoden er zijn“.

Bevraging van Groen/UAntwerpen

Uit een recente bevraging door Groen, samen met de Universiteit Antwerpen, bij 370 directies blijkt dat 57 procent van de basisscholen met veel kwetsbare leerlingen afscheid moest nemen van een of meerdere leerkrachten. In scholen met weinig kwetsbare kinderen was dat 36 procent. Ook het aantal openstaande vacatures bij het begin van het schooljaar is hoger in scholen met kans­arme leerlingen. Slechts 31 procent van de secundaire scholen met veel kwetsbare leerlingen kon starten zonder openstaande vacatures. In andere scholen met weinig kansarmoede was dat 61 procent. (De Tijd, 31 mei 2023, Hoe kwetsbaarder de leerling, hoe groter het lerarentekort).

Arme concentratiescholen doen het gemiddeld met minder ervaren leerkrachten 

Arme concentratiescholen hebben het moeilijker om leerkrachten aa te trekken en te behouden maar moeten het ook met minder ervaren leerkrachten stellen. Dit blijkt o.a. uit een onderzoeksrapport [1] van sociologen van de VUB.  Zij stelden vast dat het lerarentekort en zijn neveneffecten zich “het eerst en nadrukkelijkst manifesteren in die scholen met een meer achtergesteld leerlingenpubliek“. De onderzoekers stelden een profiel op van de leerkrachten van de meest kwetsbare leerlingen. Daarvoor keken ze naar de leerlingen die thuis geen Nederlands spreken en van wie de moeder maximaal een diploma secundair onderwijs behaalde. “We kiezen bewust voor een sociaaleconomische indicator – het diploma – en een die culturele diversiteit in rekening neemt – de thuistaal“, zegt socioloog Jessy Siongers (VUB). “Hoewel beide samenhangen, zien we vooral de culturele diversiteit sterk toenemen de laatste paar jaar.” In de meest kwetsbare klassen, met 30 procent of meer van de leerlingen uit een of beide van bovenstaande categorieën, blijken leerkrachten minder ervaren en volgden ze minder vaak een formele lerarenopleiding. Daarnaast zeggen deze leerkrachten vaker dat lesgeven niet hun eerste keuze was, hebben ze minder het gevoel actief betrokken te worden bij beslissingen op school en voelen ze naar eigen zeggen minder waardering door de samenleving.” (De Morgen, 5 maart 2021, Minst ervaren leraars voor ‘lastigste’ klassen)

Amsterdam

Het geschetste fenomeen is niet typisch Brussels, Vlaams of Belgisch. Op 30 januari 2020 schreef Pedro De Bruyckere op zijn blog: “Vandaag en morgen staken de leraren in Nederland, met opvallend veel steun van de maatschappij. De loonvoorwaarden en omstandigheden zijn dermate dat de stakingsbereidheid groot lijkt. Alles wordt nog meer gesterkt door het nijpend lerarentekort, dat de werkdruk onhoudbaar maakt. Maar… de voorbije weken leerde ik uit de verschillende gesprekken dat het lerarentekort in Nederland – en wellicht ook in Vlaanderen – nog meer ongewenste effecten kan hebben. Zelfs in Amsterdam waar het lerarentekort zo enorm is, zijn er nog steeds scholen die het relatief makkelijker hebben dan de anderen. Heb je een rijker publiek, niet te moeilijk, dan is de kans groot dat je die witte raven die er nog zijn kan overtuigen bij jou te komen werken of leraren die al een job hebben te overtuigen van werk te veranderen.  Hierdoor komen de scholen met een armer, diverse publiek nog meer in de problemen en zal de ongelijkheid wellicht nog meer toenemen. (…) Waar scholen met een laag leerlingengewicht (leerlingen van ouders met een hoge opleiding) een gemiddeld tekort hebben van 5,4 procent, kampen scholen met een hoog leerlingengewicht (kinderen van ouders met weinig of geen opleiding) maar liefst met een gemiddeld lerarentekort van 18,7 procent, met uitschieters naar meer dan 40 procent.”

Oplossingen

Links en rechts worden voorstellen gelanceerd om leerkrachten aan te trekken voor scholen met een “meer uitdagend publiek”. Sommigen pleiten voor een hoger loon of een pendelpremie.

Jessy Siongers (VUB) ziet het iets anders: “Leerkrachten in scholen met veel kansarme leerlingen enkele uren vrijstellen van lesopdrachten om zich bij te scholen over lesgeven aan diverse klasgroepen en zich daarop voor te bereiden, of voor de begeleiding van leerlingen die het moeilijk hebben. Dat is wellicht gemakkelijker te realiseren en komt tegemoet aan de noden van leerkrachten.” (De Morgen, 5 maart 2021)

Sofie Foets, Oprichtster Toekomstatelier (Tada), Brussel: “De oplossing bestaat erin te erkennen dat wie werkt met een kwetsbaar publiek andere middelen nodig heeft. Zo vind ik dat de beste leerkrachten in de moeilijkste scholen zouden moeten lesgeven. Scholen die veel leerlingen hebben met een lage sociaaleconomische status, zouden zelfs meer middelen moeten krijgen dan “witte scholen” met overwegend kansrijke leerlingen. ‘En waarom niet de onderwijstijd verlengen? Er is te weinig tijd op de gewone school om kansarme jongeren te emanciperen. Zo kan de zomervakantie ingekort worden, of kunnen we het buitenschoolse leren voor die jongeren bevorderen, zoals wij doen bij Tada“. (2 januari 2021, De Standaard, Stuur de beste leraars naar de moeilijkste scholen)

Misschien moeten we niet enkel denken in de richting van stimulansen voor wie in arme concentratiescholen komt werken. Segregatie tussen de scholen drastisch verminderen en het ontstaan van segregatiescholen voorkomen, zou een meer fundamentele oplossing betekenen. Een ander inschrijvingsbeleid, zoals Ovds voorstelt met het burgerinitiatief “Een plaats op een goede school voor elk kind”, waarbij de overheid in eerste instantie voor elk kind een plaats garandeert in een vlot bereikbare en sociaal gemengde school, is daarbij een essentieel onderdeel. Als alle scholen (in een zelfde regio) ongeveer dezelfde sociale (gemengde) samenstelling zouden kennen, zou vermeden worden dat leerlingen die de school het meest nodig hebben, het meest verstoken blijven van goede leerkrachten. Desegregatie betekent natuurlijk niet dat het globaal lerarentekort wordt opgelost maar kan ook bijdragen om méér leerkrachten in het onderwijs te behouden of aan te trekken.

Desegregatie helpt om de capaciteit optimaal te benutten 

Ook voor de oplossing van het capaciteitsprobleem is segregatie geen zegen. Als er in een regio globaal te weinig capaciteit is, kan alleen capaciteitsuitbreiding soelaas brengen. Vaak echter is er wel voldoende capaciteit maar stelt men vast dat er in de ene school nog plaatsen over zijn, terwijl in een nabij gelegen school tientallen of honderden leerlingen op een wachtlijst staan.

Vandaag houdt de vrije schoolkeuze in dat de ouders verplicht worden een school te zoeken en te vinden voor hun kind. In het voorstel van Ovds is het de overheid die in eerste instantie aan de ouders een plaats voor hun kind garandeert in een vlot bereikbare en gemengde school. Dat is een groot verschil. De overheid kan dan een eventueel capaciteitstekort niet langer afschuiven op de ouders door te zeggen “jullie zijn vrij om een school te zoeken“. In het voorstel van inschrijvingsprocedure van Ovds moet de overheid tegen 15 februari een plaats aanbieden voor alle kinderen (die op schoolleeftijd komen), Het is aan de overheid te zorgen voor voldoende capaciteit, anders blijft de leerplicht (die de facto voor 99% schoolplicht is) die grondwettelijk gewaarborgd wordt, gedeeltelijk dode letter.

Een inschrijvingsprocedure die er voor zorgt dat in alle scholen een zekere sociale mix wordt gerealiseerd, verhoogt de globale capaciteit niet, maar draagt wel bij om de capaciteit rationeel te verdelen en optimaal te benutten.

Tino Delabie

Onderteken om ons initiatief te ondersteunen !

Terugkeren naar de gedetailleerde weergave van ons voorstel

 

  1. Siongers, J., Spruyt, B., Van Droogenbroeck, F., & Kavadias, D. (2021). TALIS 2018 Vlaanderen –  Verdiepend rapport diversiteit (p. 84). Brussel: Vrije Universiteit Brussel. Lees dit en de andere rapporten (VUB) en presentaties over het Talis-onderzoek 2018: Rapport Talis 2018, Volumes 1 en 2