Het Nieuwsblad (na publicatie van ‘De Onderwijzer’): “Er gaapt een gigantische kloof tussen scholen in het aantal kwetsbare leerlingen op hun banken”

Facebooktwittermail

Het Nieuwsblad publiceert in zijn editie van 17 maart 2023 en op zijn website “De Onderwijzer”, een overzicht van alle Vlaamse secundaire scholen: leerlingenkenmerken (hoeveel leerlingen met een laagopgeleide moeder, enz)  , de prestaties van de leerlingen en de oud-leerlingen (in het hoger onderwijs), de studierichtingen. De krant trekt in een begeleidend artikel de aandacht op de kloof tussen de scholen naargelang het sociaaleconomisch profiel van hun leerlingenpopulatie.

Sociale segregatie is één van de grote pijnpunten in ons onderwijs

Het Nieuwsblad (17 maart 2023): “Twee scholen, hetzelfde studieaanbod en op een steenworp van elkaar. En toch heeft de ene school veel meer leerlingen die thuis geen Nederlands spreken dan de andere. Het is een vaststelling in heel onze Onderwijzer. Er gaapt een gigantische kloof tussen scholen in het aantal kwetsbare leerlingen op hun banken. En dat gaat niet alleen over anderstaligen. De onderwijsadministratie weet perfect hoeveel kinderen in elke school een schooltoeslag krijgen, hoeveel er in een moeilijke buurt wonen en hoeveel er een laagopgeleide moeder hebben. Laat net die socio-economische status van leerlingen enorme gevolgen hebben op de slaagpercentages in het hoger onderwijs. In de zuivere aso-scholen, die dus exclusief voorbereiden op hoger onderwijs (157 scholen op 955), daalt het aantal leerlingen dat binnen de drie jaar zijn bachelordiploma behaalt naarmate het aandeel kansarme leerlingen stijgt”.

De krant citeert onderwijssocioloog Mieke Van Houtte (U Gent): “We weten dat kinderen met een lagere socio-economische status al van in de kleuterklas en de lagere school slechter presteren. Ze krijgen vaak minder ondersteuning van hun ouders, ze zijn minder vertrouwd met ons schoolsysteem en hebben het financieel lastig. Het is logisch dat je het moeilijker hebt op school als je thuis niet eens rustig je huiswerk kan maken omdat er veel broers of zusjes in dezelfde kleine ruimte rondlopen. Allemaal problemen die niet altijd gecompenseerd worden op school en dus de kans op goede schoolprestaties hypothekeren.”

Wanneer veel leerlingen volgens hun socio-economische status in arme of rijke concentratiescholen gescheiden worden, spreken we van schoolse segregatie. Het Nieuwsblad schrijft: “Maar dat er ook binnen één stad zulke grote verschillen bestaan tussen scholen die op een boogscheut van elkaar liggen, is op zijn minst frappant te noemen. Ontoelaatbaar, volgens sommige experts. “Het probleem is dat er een kritische grens is”, zegt onderwijsexpert Martin Valcke (UGent). “Zodra je boven de 50-60 procent risicokinderen gaat, komen er als school zodanig veel problemen op je af dat het totaal niet meer werkbaar is.” Scholen krijgen wel extra middelen om kwetsbare leerlingen te ondersteunen, “maar”, zegt Valcke, “voorbij dat kantelpunt krijg je dat niet meer gecorrigeerd met extra lesuren”.(Het Nieuwsblad, 17 maart 2023).

Schoolse sociale segregatie is nefast omdat het de arme concentratiescholen in een haast onwerkbare situatie duwt en omdat het schoolcompositie-effect een neerwaartse invloed heeft op de schoolprestaties van veel kinderen uit de lagere sociale lagen. Sociale segregatie staat ook een planmatige en rationele aanpak van het lerarentekort en van het capaciteitstekort in de weg. Segregatie verhindert dat jongeren met verschillende sociale en etnische achtergronden samen school lopen en een opvoeding in kritisch en democratisch burgerschap doorlopen.

Een ander inschrijvingsbeleid is nodig

De schoolse segregatie wordt door meerdere factoren bepaald. Zo draagt de vroegtijdige opsplitsing in hiërarchische onderwijsvormen en studierichtingen in het secundair onderwijs bij tot de segregatie. Maar de belangrijkste factor, reeds aanwezig vanaf de basisschool, is de manier waarop ons onderwijs als een soort markt (met vraag en aanbod) wordt georganiseerd: met het primaat van de vrije schoolkeuze door de ouders, een relatief grote vrijheid van de scholen om leerlingen te aanvaarden of door te verwijzen, de concurrentie tussen de netten en tussen de scholen.

Het inschrijvingsbeleid speelt daarbij een cruciale rol. In het Vlaams onderwijs werd de klok teruggedraaid met de afschaffing van de dubbele contingentering. Om de segregatie en de ongelijkheid in ons onderwijs te verminderen moet er een andere weg ingeslagen worden.

Ovds pleit voor de invoering van een inschrijvingsbeleid waarbij in eerste instantie aan de ouders een school voor hun kind wordt voorgesteld. De voorgestelde school zou zowel gemakkelijk bereikbaar als sociaal gemengd zijn. De ouders zouden de keuze hebben om ofwel de voorgestelde school te aanvaarden (en bespaard te blijven van de stress om zelf een school te vinden). Ofwel om het voorstel te weigeren en zelf één of meerdere scholen naar keuze op te geven (aan deze keuze zou worden voldaan indien de capaciteit het toelaat). We geloven dat zo’n inschrijvingsbeleid technisch haalbaar is. En politiek wordt het haalbaar als voldoende democratische krachten binnen en buiten het onderwijs in de goede richting duwen.

Tino Delabie

Lees ook (over “De onderwijzer” van Het Nieuwsblad):

Roger Standaert: Testaankoop voor scholen. De verleiding van het simplificeren. 

Jeroen Permentier: De Onderwijzer van Het Nieuwsblad: witte middenklassegezinnen weten wat hen te doen staat