Elf professoren en studentenvertegenwoordigers van de Vrije Universiteit Brussel, de UGent en de KU Leuven verzetten zich tegen de “harde knip” die de Vlaamse regering wil doorvoeren. Hun opiniestuk verscheen in “De Morgen”, 12 juli 2022.
” Vanaf 2023 zouden studenten niet meer aan hun derde bachelor mogen beginnen als ze nog een eerstejaarsvak meenemen. Dat kregen de studenten te horen in volle examenperiode. Het groen licht dat de Vlaamse regering gaf voor die knip van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) zorgt voor nog meer stress en demotivatie bij studenten.
De vraag die we ons als academici en studentenvertegenwoordigers stellen, is hoe die maatregel de studenten gaat vooruithelpen. In Nederland werd een gelijkaardige maatregel tien jaar geleden al genomen. Het resultaat? Studenten in Nederland studeren niet sneller af dan studenten uit Vlaanderen.
Bovendien wordt hiermee geen rekening gehouden met studenten die in een moeilijke situatie zitten. Studenten die (bijna) voltijds moeten werken om hun studies te betalen, of die moeilijk kunnen studeren door hun thuissituatie, gaan meer tijd nodig hebben om hun examens met succes af te leggen als ze niet voldoende worden begeleid.
De minister zegt wel in te zetten op meer studiebegeleiding, maar voor die maatregel is geen enkele garantie of concreet initiatief te vinden. De éne zin die gaat over begeleiding in Weyts’ plan, zegt dat elke student het recht heeft op een gesprek met een studiebegeleider. Maar dat recht hebben studenten nu al. Maatregelen als studiebegeleiding vereisen ook middelen indien dit op een ernstige en systematische manier wordt opgevolgd. Net dit ontbreekt in het voorgeschoteld plaatje.
Volgens de OESO was België in 2014 het land met de laagste mediane leeftijd waarop het eerste diploma hoger onderwijs wordt behaald. We vermoeden dat dit niet dramatisch gewijzigd is de laatste jaren. Dit neemt niet weg dat we begrip kunnen opbrengen voor de bezorgdheden over studieduurvertraging. We merken echter dat de maatregel wordt genomen zonder in te gaan op de oorzaken en zonder wetenschappelijke evidentie over de mogelijke effecten van de maatregel. Het zou de minister sieren indien de effectiviteit, proportionaliteit en de mogelijke negatieve effecten van de maatregel op voorhand in kaart worden gebracht.
In plaats van in te zetten op een evidence-informed beleid en op die begeleiding, kiest minister Weyts voor een maatregel die de zwakste groepen net het hardst dreigt te raken. Op die manier gaan we de studenten niet vooruithelpen. Als studentenvertegenwoordigers en academici vragen wij de Vlaamse regering om deze maatregel ernstig te herbekijken en niet door te voeren. In plaats daarvan kan werk gemaakt worden van sterkere begeleiding, zodat de studenten ook sneller kunnen afstuderen.”
Getekend,
Inas Djelloul (studentenvertegenwoordiger VUB, Geef Ons Een Stem); Dimokritos Kavadias (professor politieke wetenschappen VUB); Jan Dumolyn (professor geschiedenis UGent); Rudi Laermans (professor sociologie KU Leuven); Ortwin de Graef (professor Engelse literatuur KU Leuven); Albert Martens (professor emeritus sociologie KU Leuven); Diewert Seynaeve (studentenvertegenwoordiger VUB); Lula Maris (studentenvertegenwoordiger VUB); Pieter Van den Broeck (professor ruimtelijke planning KU Leuven); Patrick Deboosere (professor sociologie VUB).