Wouter Hessels roept op tot een zekere onderwijsvrijheid, weg van een formalistisch en neoliberaal keurslijf. “Dan komt het plezier van het lesgeven en les krijgen zo terug.”
Als ik iets van mijn vader heb meegekregen, dan is het passie en missie voor onderwijs. Mijn vader was onderwijzer en schoolhoofd en heeft nog altijd de mond vol over onderwijs. Begin jaren tachtig was hij een pionier in het introduceren van de computer in het lager onderwijs. Zelf ben ik al 27 jaar aan de slag, voornamelijk in het hoger onderwijs. Ik heb ook lesgegeven in middelbare scholen en in het deeltijds kunstonderwijs en doceer zowel in het Nederlandstalig als Franstalig onderwijs, en ook in het buitenland.
Lesgeven is het liefste wat ik doe. Maar ik heb een hekel aan de toenemende formalisering en de verstikkende bureaucratisering van het onderwijs en ook aan de quasi permanente doorlichtingen, evaluaties, assessments en reviews ziehier de stuitende newspeak- waarin de neoliberale prestatiedruk centraal staat. Onze minister van onderwijs Ben Weyts gaat volledig mee in het kapitalistisch discours. Kinderen en jongeren moeten presteren en excelleren. Wanneer uit peilingsproeven blijkt dat de kennis van wiskunde bij leerlingen in het zesde leerjaar er weer op achteruit is gegaan, speelt Weyts paniekvoetbal. “Het onderwijs moet focussen op Nederlands en wiskunde”, roept hij gealarmeerd uit. En de andere vakken? En het echt alarmerende lerarentekort? Passons?
De kerntaak van een leraar (van kleuterjuf tot universiteitsprofessor) is degelijk en liefst intellectueel uitdagend onderwijs verstrekken. De rest is bijkomstig. Wanneer ik zelf terugdenk aan de mooiste momenten van mijn schoolleven als leerling en student, dan herinner ik mij de leerkrachten die zeer vakbekwaam waren, hun passie deelden en de eindtermen toepasten naar de geest en niet naar de letter.
Mijn onderwijzer van het derde leerjaar stimuleerde mijn toneelspelen, Ik had een leraar Nederlands die mij dol maakte op Vlaamse en Nederlandse literatuur, een lerares die me Nederlandstalige poëzie deed uit het hoofd leren en deed declameren, een leraar geschiedenis die niet uitverteld geraakte over de negentiende en twintigste eeuw, een professor die psychologie verbond met filosofie en kunst, een professor die mij onderdompelde in de Franse poëzie en het Frans theater en docenten die de wereld van klassieke muziek, media en film voor mij hebben geopenbaard. Die zowat acht leerkrachten hebben mij gevormd tot de mens en leraar met hoofd én hart die ik vandaag ben en morgen word.
Ik weet dat het leren lezen, luisteren, schrijven, rekenen,… onontbeerlijk zijn in het basisonderwijs. Maar los van die wezenlijke basis wil ik een lans breken voor de vrijheid en persoonlijkheid van de leerkracht. De eindtermen vormen een kader. Het is echter aan de leerkracht om dat kader zo boeiend mogelijk in te vullen met kennis, inzicht, visie, persoonlijkheid en passie. Ik heb natuurlijk makkelijk spreken en schrijven, in het hoger onderwijs geniet ik van ‘academische’ vrijheid. Maar indien leerkrachten zich in kleuter-, lager en secundair onderwijs kunnen bevrijden van een formalistisch en neoliberaal keurslijf, dan komt het plezier van het lesgeven en les krijgen zo terug. En misschien keren de uitstromers dan ook weer ? Leve een zekere onderwijsvrijheid.
Wouter Hessels, docent RITCS, ULB en INSAS in Brussel.
Dit opiniestuk verscheen eerder in “De Wereld Morgen”