Na maanden onderhandelingen werd op 13 september 2021 een nieuwe onderwijscao ondertekend. Een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) is een afsprakenkader waarbij de Vlaamse regering bijkomende middelen investeert voor de verbetering van de arbeidsvoorwaarden (koopkracht, werkdruk, …) en de vakbonden sociale vrede beloven over de afspraken. De vier onderwijsvakbonden (ACOD Onderwijs, COC, COV, VSOA) keurden de cao goed. Van de vijf koepels van onderwijsverstrekkers gaven er drie hun akkoord (Katholiek Onderwijs, Provinciaal Onderwijs en OKO, de koepel van kleine onderwijsverstrekkers), twee niet (het Gemeenschapsonderwijs en OVSG, de koepel van het gemeentelijk en stedelijk onderwijs).
Bij het begin van de onderhandelingen liet de Vlaamse regering weten dat het budget voor de onderwijscao – verdeeld over vier onderdelen – 175 miljoen euro bedroeg. Aangezien de vorige cao betrekking had op de periode 2015-2019, kon men verwachten dat er voor 2020-2024 vijfmaal 175 miljoen zou kunnen besteed worden. In werkelijkheid is er voor 2020 0 euro, voor 2021 75 miljoen en voor de volgende drie jaren telkens 175 miljoen voorzien. Minister Weyts heeft naar aanleiding van de cao ook een aantal maatregelen aangekondigd die worden gefinancierd vanuit andere kredietlijnen: “loopbaan leraar”; “basisonderwijs”, “digisprong” (Europese relancemiddelen voor de verdere digitalisering van het onderwijs
Vier cao’s
Er zijn vier cao’s, die op kruissnelheid, vanaf 2022, jaarlijks samen 175 miljoen euro kosten.
- CAO VI voor het hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten): 26,6 miljoen euro (in 2024)
Het grootste deel van dit bedrag gaat naar verhoging van de koopkracht: een hogere fietsvergoeding (3,5 miljoen), een internetvergoeding (12,3 miljoen), digitalisering (3 miljoen). Er is ook 6,6 miljoen voorzien voor een “wendbaar en weerbaar personeelsbeleid” dat nog moet worden onderhandeld en waarmee bijkomend personeel kan worden aangeworven.
- CAO V voor de basiseducatie: 1,4 miljoen euro (in 2024)
Aangezien de 13 centra van de basiseducatie (nieuwe naam: LIGO) slechts iets meer dan 1000 personeelsleden tellen, gaat het om kleinere bedragen: hogere fiets- en internetvergoeding, aanvangsbegeleiding, het mogelijk maken van korte vervangingen.
- CAO XIIbis voor het arbeiderspersoneel (MVDP: meester-, vak- en dienstpersoneel): 4,7 miljoen euro (in 2024)
Het betreft hier vooral koopkrachtverhoging: optrekken van de laagste lonen, de eindejaarstoelage, de bestaanszekerheidsvergoeding, de invoering van de Pluskaart (het equivalent van de lerarenkaart) …
- CAO XII voor het overige personeel (basisonderwijs, secundair onderwijs, volwassenenonderwijs, DKO, pedagogische begeleidingsdiensten en inspectie, CLB, internaten …): 142 miljoen (in 2024)
We gaan iets dieper in op deze laatste cao die betrekking heeft op de grote meerderheid van het onderwijspersoneel. In onderstaande tabel kun je de voorziene bedragen per rubriek aflezen. We kunnen deze rubrieken grotendeels herleiden tot twee grote categorieën: verhoging van de koopkracht en aanwerving van bijkomend personeel.
Verhoging koopkracht
- Verhoging van de fietsvergoeding van 15 naar 21 eurocent per km.
- Een forfaitaire internetvergoeding van 20 euro per maand voor wie thuis internet gebruikt voor school
- De afschaffing van de baremieke minimumleeftijd (voor wie vanaf 1 september 2021 start)
- Loonsverhoging voor de directeurs. Bovenop de 4,35 miljoen die vanuit de cao voorzien is (zie “schoolleiderschap”) wordt nog 5,6 miljoen extra voorzien vanuit het budget “loopbaan leraar”. Met de jaarlijkse injectie van 10 miljoen zouden de lonen van de directeurs tegen 2024 31 procent hoger moeten liggen dan van de leraars. Later zou de loonspanning moeten stijgen tot 35%.
- Inspecteurs/pedagogische begeleiders “levensbeschouwelijke vakken” krijgen een loonsverhoging om op gelijke hoogte te komen van hun collega’s voor de andere vakken.
- De houders van een diploma dat in de vierde graad van het deeltijds kunstonderwijs recht geeft op salarisschaal 346, 347 of 501, ontvangen dezelfde salarisschaal voor prestaties in de derde graad.
Er is ook voorzien dat de scholen extra middelen krijgen om het onderwijzend personeel digitaal uit te rusten. Voor de leraren lager onderwijs 5de en 6de leerjaar en leraren secundair onderwijs gaat het om 50 miljoen euro. Dit is een eenmalig bedrag en komt uit het potje van de “digisprong” (375 miljoen euro vanuit Europa, voor de verdere digitalisering van het Vlaams onderwijs). Voor de overige personeelsleden worden de eenmalige restbudgetten op deze cao gebruikt (geschat op 37 miljoen euro)
Bijkomend personeel
- Voor (bijkomende) aanvangsbegeleiding van startende leerkrachten wordt 10 miljoen voorzien. Dat komt neer op ongeveer 200 voltijdse equivalenten of 4000 mentoruren, terwijl er ongeveer 6000 startende leerkrachten zijn.
- Elke school krijgt een korf aan extra omkaderingsmiddelen om in te zetten ter ondersteuning van de kerntaak van de leraar. De school kan deze middelen gebruiken om bepaalde leerkrachten 1 lesuur (in bijzondere gevallen maximaal 3 lesuren, na onderhandeling in het lokaal overlegcomité) minder te geven of ze kan niet-leerkrachten aanwerven voor taken zoals administratie en toezicht zodat de leraren zich meer op hun kerntaak van les geven kunnen concentreren. Deze maatregel geldt ook voor de CLB’s. De internaten kunnen deze middelen besteden voor vervangers van afwezigheden van minder dan 10 werkdagen, aanvangsbegeleiding of kwaliteitscoördinatie. In totaal gaat het om 52 miljoen euro.
- In het volwassenenonderwijs (VWO) komen er extra middelen om korte vervangingen mogelijk te maken (0,65 miljoen)
- Er wordt 15 miljoen voorzien om vakbondsafgevaardigden in de scholen of scholengemeenschappen één of meerdere uren vrij te stellen (zie de rubriek “participatie versterking schoolbeleid” in de tabel). 15 miljoen euro komt overeen met ongeveer 300 voltijdse personeelsleden. Er wordt ongeveer 1 uur syndicale vrijstelling voorzien per 300 leerlingen. Waar meerdere vakbonden schoolafgevaardigden hebben, moeten zij onderling afspreken naar wie de (beperkte) vrijstelling gaat.
Buiten de cao, vanuit de kredietlijn ‘basisonderwijs”, worden in het basisonderwijs vanaf 1 september 2021 ook extra middelen ingezet om de werkdruk te verlagen. Er wordt 23 miljoen euro voorzien om 550 kinderverzorgsters extra in de kleuterscholen in te zetten. Eenzelfde bedrag wordt voorzien om beleidsondersteuners aan te werven die de taak van de directeurs in het basisonderwijs moeten verlichten.
Totaal voorzien budget | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
CAO XII (zonder MVDP) | 60.999.251 | 142.331.586 | 142.331.586 | 142.331.586 | |
Maatregelen | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Ondersteuning kerntaak | 17.333.333 | 52.000.000 | 52.000.000 | 52.000.000 | |
Aanvangsbegeleiding | 3.333.333 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | |
Participatie versterking schoolbeleid | 5.120.606 | 15.361.818 | 15.361.818 | 15.361.818 | |
Fietsvergoeding | 0 | 0 | 6.105.611 | 4.070.408 | |
Opheffen baremieke leeftijd (nieuwe pers) | 7.426 | 242.893 | 913.795 | 1.595.384 | |
Internetvergoeding (240 euro/jaar/persoon) | 14.752.880 | 44.078.960 | 43.719.600 | 43.719.600 | |
Ssc DKO | 0 | 0 | 8.568.714 | 8.568.714 | |
Korte vervangingen VWO | 0 | 219.333 | 658.000 | 658.000 | |
Optrekken ssc inspectie LBV | 78.220 | 234.661 | 234.661 | 234.661 | |
Schoolleiderschap | 0 | 4.355.388 | 4.355.388 | 4.355.388 | |
Bijdrage MVD+ | 75.000 | 414.000 | 414.000 | 414.000 | |
Totaal | 40.700.799 | 126.907.053 | 142.331.587 | 140.977.973 | |
Saldo (ict-materiaal) | 20.298.452 | 15.424.533 | 0 | 1.353.613 | |