De media praten over niets anders: jongeren zijn de opsluiting “beu”.
We begrijpen dat het op hun leeftijd niet eenvoudig is al het sociale leven en leven op te geven tot enkel een computerscherm over blijft. Onze rol als docent is echter zeker niet om in ijdel mededogen te vervallen, laat staan om hen aan te moedigen “de ballast los te laten”. Integendeel, we moeten ze helpen vol te houden, door de jeugd intellectueel en moreel te versterken.
Om hen intellectueel te versterken moeten we hen de kennis te verschaffen die hen in staat stelt de (biologische)aard van de pandemie, de (statistisch-geografische) noodzaak om contacten te beperken, de eis (fysisch-chemisch) om afstanden aan te houden te begrijpen. Brononderzoek en wetenschappelijke objectivering maken het mogelijk maken het onderscheid te maken tussen essentiële kritische zin en idiote verwerping van elk woord van autoriteit.
Om hen moreel te versterken moeten we hen leren om het collectieve belang boven de persoonlijke verlangens te stellen. Dat kan natuurlijk niet op dezelfde manier worden geleerd als men een catechismus reciteert. Het idee van de “open school” die we verdedigen bij Ovds heeft met name tot doel een plaats van socialisatie te creëren. Een plaats waar de regels, de waarden en het gedrag die nodig zijn voor het collectieve leven in een democratische samenleving betekenis krijgen en worden opgebouwd door de dagelijkse praktijk van het sociaal leven.
Maar laten we hen in afwachting verheffen door de kracht van het voorbeeld. De literatuur wemelt van de verhalen van mannen en vrouwen die ontberingen hebben doorstaan, weerstand boden,
die met hun leven betaalden voor een doel waarvan zij dachten dat het rechtvaardig en noodzakelijk was. Als onze leerlingen deze voorbeelden ontdekken – historisch of gefictionaliseerd – zouden we ze al moeten toestaan om de ernst van hun huidige situatie in perspectief te plaatsen.
Kennis en morele kracht vervangen echter niet de levensvreugde die sommige jonge mensen denken te vinden in alcohol, drugs of grensoverschrijdende feestjes in Club Vaag of aan de vijvers van Elsene. Wij, leden en sympathisanten van Ovds, zijn niet zomaar kennisaanbieders en opvoeders. We zijn ook toegewijde activisten. Dit deel van onszelf, dit geluk dat we vinden in de actie die de wereld transformeert, dat moeten we met onze leerlingen delen.
Wat ons helpt stand te houden op de moeilijke momenten, ondanks de teleurstellingen en het lijden, is de sterke overtuiging te streven naar waardevolle doelen. Jonge verzetsstrijders, antifascisten van 40-44 en jonge strijders van antikoloniale bevrijdingsbewegingen en anti-imperialisten hebben vaak ontberingen en pijnen moeten doorstaan waartegen onze
lockdown een vreugdevolle zonde is. Wat hen toestond om door de beproevingen te gaan, om vast te houden tot het einde is de diepe vreugde van een nuttig leven. Dezelfde kracht en dezelfde vreugde bezielden de jongeren die bij ons mobiliseerden tegen de oorlog in Vietnam in de jaren ’70, tegen de wapenwedloop en de werkloosheid in de jaren tachtig, voor “een andere wereld” in de jaren ’90, voor het klimaat of tegen racisme in de afgelopen jaren …
De beroemde Sovjetpedagoog Anton Makarenko zei:
“De echte stimulans van het menselijk leven is de vreugde van morgen. We moeten met doorzettingsvermogen de eenvoudigste vormen van vreugde in anderen omzetten in complexere en hogere menselijke waarden. Hoe groter de gemeenschap wiens perspectieven de mens omarmt, hoe knapper en nobeler hij wordt.”
Nico Hirtt
(Dit artikel verscheen eerder in “De democratische school”, maart 2021)