‘Bij het afwegen of afkondigen van maatregelen moet rekening worden gehouden met de gehele groep, niet enkel met de ene of de andere partij’, schrijft leerkracht Vincent Van Roy. Hij pleit voor doortastende maatregelen op onze scholen in de strijd tegen het coronavirus.
Het is eigen aan het onderwijzend personeel dat zij zoveel mogelijk ‘echt les’ aan leerlingen willen geven. Soms haalt de realiteit echter het streefdoel in en dit was in meerdere scholen afgelopen maanden helaas ook het geval. Einde oktober swingden de besmettingscijfers de pan uit, en ja, ook onder jongeren én onderwijspersoneel. We stellen ons luidop de vraag of we dit probleem al ergens einde augustus, vóór de start van het nieuwe schooljaar dus, konden voorspellen. Op het einde van vorig ongewoon schooljaar werd als streefcijfer vooropgesteld dat we de scholen in ‘code geel’ zouden kunnen opstarten op 1 september met een maximum van 100 vastgestelde besmettingen per dag, nationaal gezien wel te verstaan. Einde augustus besloten de bevoegde instanties dit te negeren en te doen alsof alles onder controle was met wel 500 dagelijkse besmettingen. ‘Act like it’s no corona‘ maar dan op schoolniveau, alle scholen werden teruggezet in ‘code geel’ zonder rekening te houden met de specifieke context zoals de grootstedelijke omgeving, waar zijn de besmettingshaarden, is er een preventiestrategie voorhanden, … Het liet zich raden dat deze situatie zou evolueren als gensters in een vuilnisbak, die op een gegeven moment zouden ontbranden en vervolgens een nooit gezien inferno zouden veroorzaken.
Zo geschiedde …
Onze school werd tijdens de maand oktober zwaar getroffen door covid 19-infecties. Meerdere leerkrachten én leerlingen testten positief. Dit was absoluut niet te wijten aan een slecht beleid op school, wel integendeel, alle regeltjes werden zo goed en zo kwaad mogelijk opgevolgd. Maar zoals het leeuwendeel van de scholen in Vlaanderen bleek het door de gebrekkige infrastructuur, een mank lopende teststrategie en een bijna onbestaande centrale contacttracing een bijzonder ongelijke strijd met het virus te worden.
Zelf kon ik helaas aan den lijve ondervinden wat het betekende om positief te testen en hoe onaangenaam het voelde geconfronteerd te worden met de meeste van de gekende symptomen. Om zo’n onheil (kon ook nog veel erger zijn) te besparen hierbij drie belangrijke suggesties die de overheden goed indachtig moeten zijn. De ‘beloning’ is het mee vermijden van een algemene derde golf en ervoor zorgen dat een continuïteit van degelijke onderwijsverstrekking kan gewaarborgd blijven.
Ten eerste: ventilatie is een bijzonder belangrijk gegeven in de strijd tegen Covid19, maar in vele verouderde gebouwen en klaslokalen met kapotte ramen praktisch niet voldoende te realiseren. Daar zijn bijzonder ingrijpende investeringen voor nodig. De meerderheid van de scholen moet aangepakt worden in deze. Wij vragen dus van de bevoegde overheid een duidelijk en structureel plan van aanpak, daarvoor zullen ook middelen moeten vrijgemaakt worden. Zowel op korte als lange termijn. Ook belangrijke medische hulpmiddelen als mondmaskers, geschikte ontsmettingsgel en voldoende desinfecterende middelen zijn onmisbaar om de strijd aan te gaan. Deze moeten gratis ter beschikking van het onderwijspersoneel gesteld worden. Infrastructurele investeringen en een gestructureerd plan van aanpak zullen in eerste instantie ook hun doel bereiken op langere termijn, want helaas is het niet uitgesloten dat ook in de (nabije) toekomst nog andere infectieziekten en epidemieën hun intrede zullen doen.
Ten tweede: om toekomstige besmettingshaarden te vermijden is het onontbeerlijk een preventieve teststrategie op poten te zetten. Er zijn nu enkele plannen bekend om dit in de scholen te ontrollen. Vraag is of dit voldoende zal zijn en of die plannen wel realistisch kunnen uitgevoerd worden. In alle geval moeten er voldoende tests beschikbaar zijn voor de scholen. Zowel het onderwijspersoneel als de leerlingen moeten nauwgezet opgevolgd worden. Kleine haarden van positieve gevallen moeten direct gecontacteerd worden en er moet onmiddellijk ingegrepen worden. Deze opvolging dient te gebeuren door daartoe opgeleid (para)medisch personeel of minstens door personen die daarvoor een degelijke specifieke snelcursus hebben genoten.
Ten derde: er moet een efficiënt en centraal geregelde contacttracing komen, ook specifiek voor het werkveld van het onderwijs. Op dit moment kwam deze taak grotendeels in handen van de CLB’s, die tot nu toe verdienstelijk werk hebben geleverd en waarvan de personeelsleden vele extra uren hebben moeten presteren. Ze offerden zelfs hun vrije tijd en bijna al hun weekends op. Dat is zeer bewonderenswaardig, maar dit is uiteraard niet de gangbare weg en meest efficiënte manier om aan contacttracing te doen. Hier merken we toch dat de centrale overheden falen, een efficiënte opsporing en het wetenschappelijk omgaan met de fragmentarisch verzamelde gegevens ontbreekt grotendeels. Specifiek voor de sector onderwijs zou men ook daar extra op moeten inzetten. Zowel leerlingen als leerkrachten die in contact kwamen met hoogrisico-contacten of zich bijvoorbeeld in het buitenland bevonden, moeten zich strikt aan de richtlijnen en voorschriften houden. Ook deze ‘afdwingbaarheid’ is een taak van de overheid, helaas merken we in de praktijk dat de controle hierop vaak te wensen overlaat.
Kunnen de drie bovenstaande aangehaalde elementen niet gegarandeerd worden, dan blijven zowel het onderwijspersoneel als de leerlingen een onverantwoord hoog risico lopen. De veronderstelling dat het hier vooral kinderen en jongeren betreft die niet of minder snel ziek worden, kan hierbij geen tegenargument zijn. Zowel bij de leerlingen als de leerkrachten zitten er tienduizenden mensen in zogenaamde ‘risicocategorieën’, bovendien is een aanzienlijk deel van het onderwijspersoneel – ook diegenen die in contact komen met jongere kinderen – al op een iets gevorderde leeftijd. De overheid haalt meestal fragmentarisch en selectief enkele artikels of studies aan die hun niet-ingrijpen zouden moeten verantwoorden, maar talloze andere wetenschappelijke artikels en studies door gerenommeerde instituten en wetenschappers die soms het tegendeel beweren, negeren zij totaal.
Ik word eerlijk gezegd ook bijzonder boos als ik diverse politici hoor zeggen in de media dat we het belang van de leerlingen moeten verkiezen boven dat van de leerkrachten. Waarom? Omdat we de leerkrachten wel belangrijker moeten vinden dan? Neen! Omdat het hier een valse tegenstelling betreft! Het is hier geen of-of verhaal, maar een en-en verhaal. Het welzijn van zowel leerlingen als leerkrachten vult elkaar in belangrijke mate aan. Zo kan een grote uitval van onderwijzend personeel leiden tot verlies van onderwijskwaliteit en de sfeer van het onderwijsgebeuren totaal onderuit halen. Anderzijds komt ook een dieptepunt in het welzijn van de leerlingen de arbeidsvreugde en efficiëntie van de leerkrachten niet ten goede. De leerlingen, leerkrachten, medewerkers, directie,… zelfs de ouders vormen in deze tesamen de schoolgemeenschap. Het is daarbij belangrijk dat alle radertjes in dit uurwerk goed blijven draaien, anders stokt de machine. Ik hoop dat ook onze beleidsmakers dit inzicht kunnen delen. Bij het afwegen of afkondigen van maatregelen moet rekening worden gehouden met de gehele groep, niet enkel met de ene of de andere partij.
Daarom deze oproep en deze petitie om bovenstaande elementen in te willigen en hiermee rekening te houden, zowel op korte, middellange als langere termijn.
Vincent Van Roy
Vincent Van Roy is leerkracht in het GO! Atheneum MXM (Merksem), vakbondsafgevaardigde voor ACOD-Onderwijs en ex-covid-patiënt.
Dit artikel verscheen eerder als opinie in Knack
Je kan de petitie voor doortastende maatregelen tegen covid op onze scholen hier tekenen: https://www.petities.com/doortastende_maatregelen_tegen_covid_op_onze_scholen