Debat met 10 onderwijsspecialisten over segregatie, daling niveau, lerarentekort …

Facebooktwittermail

Orhan Agirdag, Dirk Jacobs, Elisabeth Meuleman, Lieven Boeve, Jean Pierre Verhaeghe, Luc Heyerick, Sofie Strobbe, Marc Vandepitte, Nancy Libert en David De Vaal namen op 22 juli tijdens de Gentse Feesten deel aan een onderwijsdebat dat bijna vier uur duurde.

Moderator An De Bisschop, lector aan het Conservatorium in Gent, gaf een stevige voorzet over de diverse thema’s: segregatie in het onderwijs, dalend onderwijsniveau, lerarentekort, prioriteiten voor de volgende regering. Haar uitgebreide inleiding kun je lezen op https://www.skolo.org/nl/2019/08/15/red-het-onderwijs-over-segregatie-in-het-onderwijs-dalend-onderwijsniveau/ 

Hieronder laten we de deelnemers aan het debat aan het woord. Een voorstelling van de sprekers vind je op het einde van dit artikel.

Sociale ongelijkheid en segregatie

Sociale ongelijkheid kwam als eerste thema aan bod.

Dirk Jacobs. Volgens PISA wordt in het Vlaams onderwijs 16% (wiskunde) à 18% (leesvaardigheid) van de variantie van de resultaten verklaard door de SES, de sociale afkomst van de leerling. SES (“sociaal-economische status”) is een indicator die in het PISA-onderzoek wordt samengesteld op basis van het opleidingsniveau en het beroep van de ouders en het aantal boeken in het gezin. Vlaanderen zit, met het Franstalig onderwijs (van België) en Frankrijk, in de kopgroep van onderwijssystemen waar sociale afkomst een grote rol speelt. Bij ons speelt rijkdom van de ouders dubbel zo sterk door als in Finland, Canada, Zwitserland. Waarom is de reproductie van de sociale ongelijkheid in het onderwijs zo groot? Omdat bij ons de sociale segregatie in het onderwijs groot is. Als je in Finland twee scholen neemt, hebben ze ongeveer dezelfde sociale samenstelling. Bij ons heb je veel scholen met een concentratie rijke of arme leerlingen. Arme concentratiescholen hebben het onder andere moeilijk omdat er een groter verloop is van leraars of veel lesuren wegvallen omdat er geen leraar is. De schoolsamenstelling heeft er als effect dat het onderwijs minder uitdagend is en het niveau lager. Dit is geen fataliteit maar statistisch blijkt dat sociale segregatie de sociale ongelijkheid versterkt.

Luc Heyerick. In het LOP (lokaal overlegplatform) werden afspraken gemaakt om segregatie tegen te gaan. Het digitaal aanmeldingssysteem en de dubbele contingentering waren daartoe middelen. In het nieuw decreet (april 2019) wordt de dubbele contingentering in het secundair onderwijs afgeschaft en behouden in het basisonderwijs. De N-VA kant zich tegen dit nieuw inschrijvingsdecreet in naam van de vrije schoolkeuze die nochtans niet wordt aangetast.

David De Vaal. Leerkrachten hebben weinig inzicht in armoede en interactie met ouders. Tussen scholen zijn er grote verschillen qua kosten. De hoogste schooltoelage dekt slechts 65% van de schoolkosten. Wij pleiten voor een maximumfactuur in de eerste graad van het secundair en een gedifferentieerde maximumfactuur in de hogere graden. Op school wordt vaak vanuit een middenklasseperspectief gedacht. Het individueel schuldmodel is sterk aanwezig: “als je faalt, is het je eigen schuld”.

Marc Vandepitte. Sociale ongelijkheid wordt soms ook in stand gehouden door bewust beleid. In de katholieke scholengemeenschap Mechelen botst het voorstel om een gemeenschappelijke middenschool (eerste graad) in te richten op het verzet van enkele “witte” scholen.

Lieven Boeve. Een middenschool wordt soms ook tegengehouden door leraren of ouders. Wij maken in de leraarskamer mee wat er in de samenleving bestaat. Middenschool of niet, het belangrijkste is dat leerlingen na de eerste graad goed georiënteerd worden. Als er voor de dubbele contingentering of voor de maximumfactuur geen draagvlak bestaat, is het contraproductief ze op te leggen. De scholen zijn zeer handig in het ontwijken. Bij het debat rond de dubbele contingentering zien we een verglijding van middel en doel. Een beter financieringsmechanisme is een betere strategie.

Elisabeth Meuleman. In de huidige politieke context wordt een doorgedreven SES-financiering (scholen met veel kansarme leerlingen krijgen meer werkingsmiddelen) in vraag gesteld. Sinds deze legislatuur worden gelijke onderwijskansen een bedreiging voor de kwaliteit genoemd. Minister Crevits meent het niet slecht maar kwam onder druk van de N-VA tot ontstellende uitspraken rond culpabiliseren van individuen.

Nancy Libert. Er is meer politieke moed nodig om gelijke kansen te bevorderen. Door niet elke school (met een eerste graad) te verplichten een A- en een B-stroom in te richten, creëer je sociale segregatie tussen de scholen. Er is nu decretaal bepaald dat leerlingen met het getuigschrift basisonderwijs niet naar 1B mogen worden georiënteerd. Maar men heeft al een achterpoortje gevonden: een leerling die in 1A begint, kan al na enkele dagen naar 1B worden georiënteerd.

Orhan Agirdag. Men moet een onderscheid maken tussen door de overheid opgelegde segregatie (zoals de aparte onthaalklassen voor anderstalige leerlingen en de voorrang voor Nederlandstalige leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel) en segregatie die het gevolg is van vrije keuzes of van segregatie in de wijken. Het is een foute idee te veronderstellen dat de kansen van een kansarm kind zullen stijgen als het samen zit met veel kansrijke kinderen. Sociale mix is geen toverformule.

Dirk Jacobs. Er zijn kansarme scholen die goede resultaten leveren, maar het zijn er zeer weinig. De segregatie in het onderwijs is groter dan in de wijken. In Molenbeek zijn er arme scholen met een kansarmere schoolbevolking dan in de wijk want de middenklasse zendt haar kinderen naar elders. Een vierde van de ochtendfiles in Brussel zijn te wijten aan verplaatsingen naar school.

Jean-Pierre Verhaeghe. De witte stadsvlucht is maar één factor. Er worden gesegregeerde schoolkeuzes gemaakt waardoor scholen in dezelfde buurt een andere samenstelling hebben. In een bepaalde Gentse wijk zijn vier van de zes basisscholen een afspiegeling van de wijk. Eén school is een meer witte school en er is één school met meer dan 90% kansarme leerlingen, met veel Roma-kinderen. Ik betreur dat we in Vlaanderen nauwelijks longitudinaal onderzoek hebben. In een derde leerjaar waren er grote verschillen in de prestaties tussen Vlaamse leerlingen en leerlingen van Turkse afkomst. Op het einde van het lager onderwijs waren er alleen nog verschillen verbonden aan de socio-economische afkomst.

Lieven Boeve. Er zijn twee misverstanden. Gelijke kansen betekent niet gelijke uitkomsten. En gelijke kansen betekent niet dat we kansen ontnemen van rijkere kinderen. Ik ben tegen de maximumfactuur (in het secundair) omdat de regering haar beloften rond de verhoging van de werkingsmiddelen bij de invoering van de maximumfactuur in het basisonderwijs niet nakomt. Onze werkingsmiddelen zijn met 80 miljoen euro gedaald in koopkracht.

Elisabeth Meuleman. Moeten we inzetten op sociale mix of op het toekennen van extra middelen aan arme concentratiescholen zodat ze aantrekkelijker worden, bijvoorbeeld met één euro-maaltijden? Ik ben voor het stimuleren van de sociale mix omwille van de maatschappelijke meerwaarde. Essentie van onderwijs is samen leven.

Orhan Agirdag. We moeten opportuniteiten scheppen. School in zicht (= ouders van ‘witte’ kinderen schrijven samen hun kinderen in in een arme concentratieschool) is een positief project omdat het witte kinderen in contact brengt met andere kinderen. Kleinere klassen. De beste leerkrachten inzetten waar de omstandigheden het moeilijkst zijn.

David De Vaal. Streven naar sociale mix is goed, maar je mag het ook niet over benadrukken. Het omgekeerde van “School in zicht” bestaat niet: kansarme ouders die hun kinderen samen gaan inschrijven in een rijke concentratieschool. De prestatiedruk is soms verantwoordelijk voor de sociale kloof.

Marc Vandepitte. De school versterkt de sociale kloof, het onderwijs doet aan voorsortering. Op 14 jaar wordt over het lot van een kind beslist. In Finland wordt een school toegekend waar je woont en is er een gemeenschappelijke stam tot 16 jaar.

Kwaliteit

Wat weten we over de daling van het onderwijsniveau, vraagt de moderator.

Orhan Agirdag. De gemiddelde leerprestaties voor rekenen en begrijpend lezen liggen nu lager dan tien jaar geleden. Voor burgerschapscompetenties is het omgekeerd, maar daarover vind je geen krantenkoppen. Ondernemingszin aanbrengen en nieuwe vakken vergen tijd en bij constante lestijd gaat dit ten koste van bijvoorbeeld oefenen met breuken.

Dirk Jacobs. Als ik de boeken wiskunde van mijn kinderen bekijk, zie ik geen niveaudaling in vergelijking met vroeger. Er is een ideologisch offensief bezig rond de “dalende kwaliteit” die wordt toegeschreven aan de overdreven aandacht voor gelijke kansen. Rond de achteruitgang voor begrijpend lezen maak ik mij zorgen. Voor onze resultaten in PISA niet. Tussen 2000 en 2015 is er een daling van het percentage Vlaamse leerlingen die niveau 5 of 6 halen bij PISA. Die daling is er overal in de geïndustrialiseerde landen. Niveau 5 of 6 betekent dat je op 15-jarige leeftijd reeds klaar bent voor de universiteit. Maar jongeren hoeven nog niet naar de universiteit, zoals in Engeland soms gebeurt. Er wordt geschermd met de resultaten van TIMSS: de resultaten wiskunde in het vierde leerjaar van het lager onderwijs. Wij staan dan achter op Japan en Korea. Maar tussen de leeftijd van 10 en 15 jaar kennen onze leerlingen een enorme groei en in PISA staan we voor wiskunde aan de top.

Luc Boeve. Begrijpend lezen is de basis van alles, de daling in het PIRLS-onderzoek moeten we au sérieux nemen. De alarmerende berichten in de media over niveaudaling vragen verder onderzoek. Jan Van Damme heeft het katholiek onderwijs verweten dat we ons te veel op de (minimale) eindtermen richten en te weinig op onze leerplannen.

Nancy Libert. Voor leerkrachten loopt de emmer over. Zij vragen geen 50 euro per maand extra. “Geef ons tijd en ruimte”, vragen ze. Om met diversiteit en met het M-decreet om te gaan. Waarom stapt 20% van de startende leerkrachten binnen de vijf jaar uit het onderwijs? Leerkrachten moeten tijd en ruimte krijgen om zich te professionaliseren en ze moeten ondersteund worden in hun kernopdracht.

Luc Heyerick. Een politieke strekking heeft misbruik gemaakt van de daling van het niveau van begrijpend lezen om haar conservatieve agenda te promoten.

Lerarentekort

Lieven Boeve. Het lerarenplatform (vervangingspool) biedt startende leerkrachten nu een jaar werkzekerheid en stabiliteit. Het zou nog beter zijn als oudere leerkrachten de vervangingen zouden doen zodat de jonge leerkrachten een vaste klas hebben. Voor een goed HR-beleid (personeelsbeleid) moet men vertrekken vanuit de opdracht van de leerkracht in plaats vanuit het aantal lesuren. Het TALIS-onderzoek leert ons dat de professionalisering van de leerkrachten ondermaats is. Nu weegt het onderscheid tussen bachelor en master te zwaar door. Men zou meer flexibel masters, bachelors en gegradueerden (als onderwijsassistent) moeten kunnen inzetten. Zij-instromers worden nu enkel voor praktijkvakken ingezet. Dit zou kunnen uitgebreid worden. Zo zijn er contacten met Febelfin om masters en bachelors uit de financiële sector wiskunde te laten geven. Het probleem is dat de anciënniteit van de zij-instromers, ook van diegenen die vroeger ingestapt zijn, veel geld kost.

Elisabeth Meuleman. Rond het lerarenloopbaanpact is de voorbije jaren geen vooruitgang gemaakt. Het is de prioriteit voor de volgende legislatuur. De nascholing van de leerkrachten moet praktijkgericht zijn: in andere scholen en klassen gaan bijleren. Er is meer diversiteit nodig in het lerarenkorps, meer mannen en meer personen met een migratieachtergrond. We hebben rolmodellen nodig. Taalachterstand is vaak een hinderpaal maar het zou beter zijn deze jongeren toch te laten doorstromen in de lerarenopleiding.

Orhan Agirdag. In Antwerpen bedraagt het aantal allochtone leerlingen meer dan 50%, het aantal leerkrachten van allochtone afkomst minder dan 1 procent. Absurde drempels moeten we wegwerken. Zo zijn er studenten die geen stageplaats vinden wegens het hoofddoekenverbod. Er zijn schoolbesturen die er wel in slagen diverse lerarenteams samen te stellen. In Nederland zijn islamitische scholen een vanzelfsprekendheid, in Vlaanderen wordt het initiatiefrecht van minderheidsgemeenschappen geblokkeerd.

Marc Vandepitte. Waarom zou een 18-jarige er voor kiezen om leraar te worden? Het onderwijs heeft vele troeven: vaste benoeming, een gunstige ziekteregeling, veel vrije dagen, een goed pensioen, landingsbanen. De nadelen: werkonzekerheid bij de start, lagere verloning dan in de privésector (geen extralegale voordelen), vlakke loopbaan. Nu worden echter de landingsbanen opgedoekt, moet men vijf jaar langer werken voor 400 euro minder pensioen per maand. En de werkdruk neemt toe. Op tien jaar tijd is het aantal leerlingen en studenten met 10% toegenomen maar is het Vlaams onderwijsbudget gedaald van 4,6 naar 4,3% van het brp (bruto regionaal product). Dit betekent een relatieve daling met 600 miljoen euro. De opleiding van een leerling van het lager onderwijs kost jaarlijks 6000 euro. Een opleiding (voor managers) in de Vlerick-school kost vier à zes maal zoveel.

Sofie Strobbe. Leraars zijn idealistisch. Zij willen een betere wereld en liggen wakker van de vraag hoe ze een kind kunnen helpen. Belangrijk is dat leerkrachten er niet alleen voor staan. Co-teaching is goed, maar niet in te grote groepen. Laat leraren elkaar inspireren in lerende gemeenschappen. .

Nancy Libert. We hadden onze hoop gesteld op een loopbaanpact. Koken kost geld. De minister wou het geld halen door de masters 22 lesuren te laten presteren. We kennen nu de resultaten van het tijdsbestedingsonderzoek, maar er wordt niets mee gedaan. Men stelt soms de vaste benoeming voor als een groot privilege. Ze biedt werkzekerheid, zoals velen in de privésector een vast contract krijgen na een proefperiode van enkele maanden en ze biedt een zekere bescherming tegen directeurs die hun (tijdelijk) personeel voor om het even wat willen laten opdraven. Wij moeten afbakenen wat de kernopdracht van de leraar is. De evaluatieprocedure wordt afgeschilderd als een draak. Een groep leerkrachten evalueren vergt tijd voor een directeur. De oplossing is niet dat de leraren elkaar gaan evalueren. Men vergeet soms dat twee negatieve evaluaties ontslag betekent.

Dirk Jacobs. Leerkrachten zijn nu koning in hun klas. Er is veel uitval wegens ziekte en veel vroegtijdige uitstroom. We moeten evolueren naar sterke temwerking. Dan kom je bij het probleem van de evaluaties. Nu worden er bijna nooit leerkrachten ontslagen, ook niet als ze niet functioneren. Andere landen presteren beter met minder uitgaven per leerling. De vrije schoolkeuze tussen de netten betekent verspilling van geld.

Lieven Boeve. Milde competitie in onderwijs is goed. Volgens de OESO is de vrijheid van onderwijs niet slecht voor de kwaliteit. Wij zijn voor één vrij net, zoals in de zorgsector.

Luc Heyerick. De vrijheid van onderwijs is beperkt als het gaat om het oprichten van een nieuwe school, zoals een nieuwe secundaire Freinetschool.

Orhan Agirdag. Een staatsmonopolie is niet noodzakelijk goedkoper. Nog belangrijker is het gevaar dat de staat dan alles dicteert, zoals in Turkije. Stel u voor dat we één staatsnet zouden hebben met Theo Francken als minister van onderwijs. Ik heb veel sympathie voor het vrije initiatief zoals de oprichting van nieuwe Freinetscholen, methodescholen, katholieke of islamitische. Telkens zien we ouders die zich inzetten, breder dan voor hun eigen kinderen.

Jean-Pierre Verhaeghe. Je moet ruimte geven aan lokaal initiatief en verscheidenheid. Na vier jaar eindeloze discussies is er nu een nieuw Vlaams inschrijvingsdecreet. Het is een politiek compromis: de dubbele contingentering wordt behouden in het basisonderwijs en afgeschaft in het secundair. Als LOP-voorzitters hielden we een pleidooi om dit op lokaal vlak te beslissen. In Gent hebben we bij de ouders een draagvlak (60% voor, 16% tegen) voor ons inschrijvingssysteem. Het huidige ondersteuningsmodel bij het M-decreet is niet het enig mogelijke. Men zou het buitengewoon onderwijs voor autisten in een gewone school kunnen vestigen. Of leerlingen met beperkingen soms samen met andere leerlingen en soms in een aparte klas laten les volgen. Nu laat men te weinig ruimte op lokaal niveau.

Elisabeth Meuleman. Vrijheid van onderwijs is een goed principe maar er is ook verspilling van middelen door de weigering om regionaal netoverschrijdend samen te werken. Zie bv de associaties in het hoger onderwijs of de ondersteuningsnetwerken (M-decreet). De LOP’s zijn een positief voorbeeld van regionale samenwerking.

Prioriteiten voor de Vlaamse regering

Op het einde mogen de sprekers hun prioriteitenlijstje voor de nieuwe Vlaamse regering voorstellen.

Sofie Strobbe. De werkingsmiddelen beschermen voor het gelijke kansenbeleid. Een laptop om uw werk te doen. Leraars niet meer alles alleen laten doen, maar in team. De leerkracht zien als “uitvinder” in plaats van louter als uitvoerder.

Marc Vandepitte. De aantrekkelijkheid van het beroep verhogen om het lerarentekort te keren. Voorwaarden zijn: stop de afbraak van het pensioen, werkzekerheid voor starters, maak verloning even goed als die in andere sectoren, verlaag de werkdruk, maak kleinere klassen, hervorm de doorlichting die nu te vaak de autonomie van de leerkracht aantast.

Luc Heyerick. Teamwerking in elke school versterken. Zodat leerkrachten zich verantwoordelijk voelen voor het geheel. Samen iets creëren. Zoals bij de nieuwe Freinetscholen.

Jean-Pierre Verhaeghe. De aantrekkelijkheid van het beroep verhogen in alle scholen. De kansarme leerling kost gemiddeld minder dan de kansrijke leerling. Waarom? In de scholen met veel kansarme leerlingen staan de leerkrachten met de minste anciënniteit, dit zijn ook de goedkoopste. Sommige scholen vangen veel leerlingen op met specifieke leerbehoeften, andere niet. Zo groeit er een nieuwe segregatie.

David De Vaal. Armoedebestrijding is een prioriteit. Recht op onderwijs voor iedereen ook. Invoering van de maximumfactuur heeft een positief effect op praktisch en op psychologisch vlak.

Nancy Libert. Investeren in het basisonderwijs zoals afgesproken na de staking van 20 maart 2019. In het kleuteronderwijs kinderverzorgsters gedurende de hele dag inzetten.

Orhan Agirdag. Het lerarenberoep aantrekkelijker maken en meer middelen voor onderwijs. Mijn prioriteit: idealisme in het onderwijs stimuleren. Als je iets zinvols doet, is het geen probleem dat je een halfuur langer bezig bent.

Dirk Jacobs. Alle scholen moeten goede scholen zijn. Voor slechte scholen is de enige oplossing: sluiten. Voor Brussel: het capaciteitsprobleem aanpakken. Er worden 19.000 leerlingen extra verwacht tegen 2025 maar er is geen coördinatie tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap. 90% van de Brusselaars is gewonnen voor tweetalig onderwijs maar juridisch kan het niet.

Elisabeth Meuleman. De lat voor elk kind op het niveau wat mogelijk is. Heilige huisjes laten sneuvelen. Lerarenteams. Een goed statuut en verloning. Flexibiliteit in de lerarenloopbaan.

Lieven Boeve. Acht prioriteiten uit het memorandum van KOV (Katholiek onderwijs Vlaanderen). Een HR-beleid. Ondersteuning van de directeurs. Actieplan basisonderwijs. De reguliere en de SES-werkingsmiddelen verhogen (14% koopkrachtverlies tijdens voorbije legislatuur). Inhaalbeweging voor de infrastructuur. Capaciteitsuitbreiding. M-decreet: “reculer pour mieux sauter”. Basisaanbod en type 9 ook in de gewone scholen inrichten. Inclusief onderwijs betekent niet iedereen in dezelfde klas maar wel in dezelfde school. Een meer faciliterende dan regelende overheid.

Tino Delabie

 

Wie is wie?

De panelleden van het onderwijsdebat op de Gentse Feesten (22 juli) waren:

Orhan Agirdag: Professor Samenleving en Onderwijs aan de Katholieke Universiteit Leuven en Docent Onderwijswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam

Dirk Jacobs: Gewoon Hoogleraar Sociologie aan de Université Libre de Bruxelles en directeur van de onderzoeksgroep GERME- Group for Research on Ethnic relations, Migration and Equality)

Elisabeth Meuleman: Onderwijsspecialist voor Groen in de Vlaamse Regering

Lieven Boeve: Directeur-Generaal Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Jean Pierre Verhaeghe: Voorzitter Lokaal Overlegplatform Gent Basisonderwijs en Beleidsadviseur diversiteit & gelijke kansen bij het Kinderrechtencommissariaat

Luc Heyerick: nu nog/voormalig Voorzitter Lokaal Overlegplatform Secundair Onderwijs Gent, maar vanaf 1 september zal hij zich toeleggen op de oprichting van een nieuwe stedelijke secundaire Freinetschool met 7 vestigingsplaatsen in Vlaanderen en Brussel

Sofie Strobbe: Directeur van de Jenaplanschool De Feniks in Gent

Marc Vandepitte: Leraar en hoofddelegee van het COC bij Technische Scholen in Mechelen

Nancy Libert: Algemeen Secretaris ACOD Onderwijs

David De Vaal: Coördinator Vlaams Netwerk tegen armoede; voormalig directeur Antwerps Integratiecentrum De8