Morgen start het nieuwe schooljaar. Een leerkracht en een directeur secundair onderwijs hebben alvast een brief klaar voor de toekomstige minister van Onderwijs, waarin ze de belangrijkste uitdagingen in de sector oplijsten.
Open brief aan de toekomstige minister van Onderwijs door Marc Vandepitte, leerkracht secundair onderwijs en Kerstin De Visscher, directeur secundair onderwijs.
Beste minister,
Wij hopen en veronderstellen dat u zal excelleren tijdens de komende legislatuur. Want het zal nodig zijn. Zeker, volgens internationale normen doet ons onderwijs het lang niet slecht, maar er komen wel enkele dringende en heel belangrijke uitdagingen op ons af.
We vallen meteen met de deur in huis met de meest acute uitdaging: het nijpend lerarentekort. Het voorbije schooljaar vonden we op onze school sinds januari geen vervanging voor een collega praktijk en voor een collega technische vakken. De eerste niet-vervanging werd opgelost door twee klasgroepen samen te zetten, door overuren van vakcollega’s en door de stage van de leerlingen uit te breiden. Niet ideaal en zwaar belastend voor de betrokken collega’s, maar voor eventjes lukt dat wel. Voor de tweede niet-vervanging was het behelpen met enkele overuren van collega’s, zelfstudie van de leerlingen en het laten lesgeven van een student die de lerarenopleiding aan het volgen was. Voor het vak Frans is niemand komen opdagen met het vereiste profiel en één dag voor de start van het schooljaar zijn we nog steeds op zoek naar twee personen voor een technisch vak. Voor de start van dit schooljaar was het bang afwachten of we alles ingevuld zouden krijgen. Vroeger kwamen voor elke vacature verschillende valabele kandidaten opdagen. Dat is steeds minder het geval. Zo hadden we dit jaar een sollicitant die eigenaar is van drie cafés en dat wil combineren met lesgeven. Toen we hoorden dat hij die tot drie uur ’s nachts openhield hebben we beslist de persoon niet aan te nemen. Gelukkig kwam er vooralsnog iemand anders opdagen voor dat vak. Voor het vak Frans is niemand komen opdagen met het vereiste profiel en één dag voor de start van het schooljaar zijn we nog steeds op zoek naar twee personen voor een technisch vak.
De aantrekkelijkheid van de onderwijsjob heeft een dieptepunt bereikt.
Beste minister, we horen van andere scholen dat ze het vaak nog moeilijker hebben om voldoende geschikte kandidaten te vinden. Een ding is duidelijk, dit tekort zal in de komende jaren verontrustende vormen aannemen, tenzij er ingrijpende maatregelen worden genomen. De oorzaak hiervan is alom bekend: de aantrekkelijkheid van de onderwijsjob heeft een dieptepunt bereikt.
Dat heeft vooreerst te maken met de werkdruk. Volgens het tijdsbestedingsonderzoek dat uw voorganger vorig jaar bestelde, kloppen leraren tijdens het schooljaar tot 50 uur per week. Over heel het jaar is dat gemiddeld 41 uur per week, vakanties meegerekend. De kernopdracht – het lesgeven – wordt bedolven onder een hele boel andere taken en een berg administratieve verplichtingen.
Het lesgeven zelf is ook een pak moeilijker en lastiger geworden. De klassen zijn alsmaar heterogener en vanwege het M-decreet is het aantal leerlingen met specifieke zorgnoden sterk gestegen, zonder dat daarvoor voldoende middelen werden vrijgemaakt. Het aantal leerlingen per klas is te groot en te divers om dat alleen te blijven bolwerken.
Stel u maar eens voor hoe het is om les te geven aan een groep van twintig pubers waarvan minder dan de helft gemotiveerd is, er drie tussen zitten met een serieuze taalachterstand, twee anderen met gedragsstoornissen, eentje met ADHD, eentje met dyslexie, nog eentje met autisme en ten slotte nog vier leerlingen voor wie het allemaal veel te traag gaat.
De te hoge werkdruk is voor veel leerkrachten van het goede teveel. De afwezigheden wegens ziekte swingen de pan uit en van alle sectoren loopt men in het onderwijs het meest kans op een burn-out.
Alsof dat nog niet genoeg is, hebben de leerkrachten ook te horen gekregen dat ze vijf tot zeven jaar langer zullen moeten werken voor enkele honderden euro’s minder pensioen. Ook het brugpensioen (TBS) en de landingsbanen werden afgeschaft. Afgezien van de vraag of het wel gunstig is om opa’s of oma’s voor een klas te zetten is het voor de meeste zestigplussers in elk geval niet werkbaar. Door de pensioenmaatregelen heeft de zo al lage aantrekkelijkheid van de onderwijsjob er nog eens een flinke knauw bij gekregen.
Voor de starters is de werkonzekerheid gecombineerd met de werklast een groot struikelblok. In het secundair onderwijs kapt één op de vier starters er al binnen de vijf jaar mee. Voor zij-instromers is de job ook niet aantrekkelijk als de anciënniteit niet kan worden meegenomen. Zet dit alles op een rij en dan zie je dat een job in het onderwijs een afvalberoep dreigt te worden.
Beste minister, zoals u weet is een leerkracht essentieel in het opvoedingsproces van een kind. Hij of zij kan het verschil maken. Maar dit kan alleen maar onder voordelige en gunstige voorwaarden. Moeilijke werkomstandigheden en een lage aantrekkelijkheid van de job stralen onvermijdelijk af op de kwaliteit van het lesgeven. Ze verlagen ook de slaagkansen van de leerlingen. Excellent onderwijs veronderstelt excellente leerkrachten.
Als dat zo is en u wil ons onderwijs opnieuw tot het beste laten zijn van de wereld, dan ligt het voor de hand wat u te doen staat. Voor de leerkrachten moet de hoeveelheid werk resoluut naar beneden, de klassen moeten kleiner ofwel moet er ondersteuning komen tijdens het lesgeven, de eindeloopbaan en de pensioenregeling van weleer moeten hersteld worden, voor de starters moet er meer werkzekerheid komen en voor de zij-instromers een anciënniteitsregeling.
En ja, beste minister, dat zal extra middelen vergen en meteen ook een trendbreuk met het verleden. De achtereenvolgende Vlaamse regeringen besteedden steeds minder van het bruto regionaal product aan onderwijs. Dat zegt veel over de prioriteiten. Sinds 2010 zijn de middelen voor onderwijs in verhouding tot het brp met 7% gedaald terwijl de schoolbevolking in die periode met 10% is gestegen. Geen wonder dat de malaise steeds grotere proporties aanneemt. Er is een heuse inhaalbeweging nodig en dat zal politieke moed vergen. Eens zien of u op dat vlak zal excelleren. We kijken er naar uit.
Marc Vandepitte, Kerstin De Visscher
Deze opinie werd op 31 augustus gepubliceerd op vrtnws