In mei 2019 werd het rapport gepubliceerd van een grootschalige studie van het Centrum voor Sociale en Culturele Psychologie van de KULeuven.[1] Het onderzoek wijst uit dat er in Vlaamse scholen die bewust omgaan met culturele diversiteit meer gelijkheid is tussen allochtone en autochtone leerlingen dan in scholen die een “kleurenblinde” of een “assimilationistische” aanpak hanteren. Dat geldt zowel op het vlak van welzijn als prestaties. Bij het onderzoek waren 66 Vlaamse middelbare scholen betrokken en meer dan 3000 leerlingen.
Eén van de medewerksters aan het onderzoek is Jozefien De Leersnyder, professor aan de Universiteiten van Amsterdam en Leuven. Zij ging op basis van de resultaten aan de slag op het terrein. Samen met Democratische Dialoog (Erasmushogeschool) en met School Zonder Racisme, een organisatie die reeds lang tegen racisme en rond wereldburgerschap in het onderwijs bedrijvig is, ontwikkelt ze het project “Interculturele Schoolcultuur”. Door te werken aan een interculturele schoolcultuur kunnen secundaire scholen bijdragen tot het dichten van de prestatiekloof tussen leerlingen met en zonder migratieachtergrond en de kansen van leerlingen met een migratieachtergrond verhogen. Hiervoor wordt er gewerkt op het vlak van racisme, discriminatie en wederzijds respect.
We hadden een gesprek met Jozefien De Leersnyder, Eddy Maes, voorzitter School Zonder Racisme, en Mitch Vannecke, educatief medewerker van School Zonder Racisme.
Vele studies hebben vroeger al aangetoond dat Vlaanderen de slechtste leerling van de klas is op het vlak van sociale gelijkheid in het onderwijs. Vanuit welk specifiek aandachtspunt is het pas gepubliceerde onderzoek o.l.v. Prof. Phalet vertrokken?
Jozefien De Leersnyder. Naast de algemene sociale ongelijkheid, stellen we een hardnekkige prestatiekloof vast tussen leerlingen met een migratieachtergrond en autochtone leerlingen[2]. Bovendien is die prestatiekloof groter in Vlaanderen dan in eender welk ander land van de Europese Unie. Onderzoek laat zien dat deze prestatiekloof niet volledig verklaard kan worden door de socio-economische achtergrond van leerlingen, hun scores op gestandaardiseerde IQ-testen en het spreken van een andere thuistaal.[3] Een enorm menselijk potentieel gaat verloren. We hebben onderzocht vanuit het veld van de sociale en culturele psychologie op welke manier het schoolbeleid deze ongelijkheid in de hand werkt of net kan doen verkleinen.
De onderzoekers analyseerden het diversiteitsbeleid van de school aan de hand van haar pedagogisch project en het schoolreglement. Wat kwamen zij via deze weg te weten?
Jozefien De Leersnyder De studie bracht drie verschillende visies op diversiteit en dus ook drie verschillende ‘schoolculturen’ in beeld: een assimilationistische, een kleurenblinde en een interculturele. Een ‘assimilationistisch’ model van diversiteit benadrukt dat er maar één set van culturele waarden en normen belangrijk is, en dat is de Vlaamse/Belgische. Dit uit zich bv. in een verbod op hoofddoeken en op het spreken van een andere moedertaal. Een ‘kleurenblind’ model van diversiteit benadrukt dat iedereen uniek is, dat culturele verschillen geen rol spelen en dat gelijkheid kan bereikt worden door het niet-benadrukken van culturele diversiteit. Alleen de individuele talenten tellen. Daartegenover staat een ‘intercultureel’ (soms ook wel ‘multicultureel’ genoemd) model van diversiteit waarin culturele verschillen wel benoemd en erkend worden en expliciet gezien worden als een verrijking in plaats van een beperking. Er worden bv. lessen gegeven en activiteiten georganiseerd om te leren uit de culturele verschillen.
Men mag verwachten dat de boodschap dat iedereen ‘uniek’ is een positief klimaat van welbevinden schept?
Jozefien De Leersnyder. Scholen met een “kleurenblinde” kijk hebben beslist geen slechte bedoelingen. Ze willen inderdaad conflicten en discriminatie vermijden. Maar als een school zegt: ‘we kijken niet naar culturele verschillen, ze zijn irrelevant voor ons’, zegt ze eigenlijk ook een beetje: ‘we gaan er niet mee om’ of zelfs ‘je mag jouw anders-zijn niet helemaal tonen in onze school’. Zo voelen allochtone jongeren zich minder gewaardeerd en dit weegt op hun schoolresultaten.
Welbevinden en schoolresultaten gaan dus wel degelijk samen?
Jozefien De Leersnyder. Beslist. Als diversiteit op een actieve en positieve manier benaderd wordt, dan neemt niet alleen het welbevinden toe, maar ook de sociale samenhang én de prestaties. De kloof tussen allochtone en autochtone leerlingen verkleint. Leerlingen met een migratie-achtergrond voelen zich er beter thuis en halen een jaar na de eerste meting betere punten voor taal en wiskunde. Er is dus meer gelijkheid en belangrijk daarbij is dat de autochtone leerlingen niet inboeten aan welbevinden en niet slechter presteren. Bij een intercultureel diversiteitsbeleid wint iedereen.
Een school waar een kind zich goed voelt én goed presteert, dat is wel de droom van elke ouder.
Eddy Maes. Precies. Daarom wilden we binnen School Zonder Racisme met de kennis uit dit onderzoek aan de slag. We geven al vele jaren workshops rond omgaan met diversiteit op leerlingenniveau. Met ons nieuw project “Interculturele Schoolcultuur” mikken we een trapje hoger en richten we ons in de eerste plaats tot de directies en de schoolteams met als doel de omslag naar een interculturele schoolcultuur te stimuleren. We werken in dit project samen met de drie koepels van ouderverenigingen (VCOV, GO! Ouders en KOOGO), met de Vlaamse Scholierenkoepel en met Democratische Dialoog (Erasmus Hogeschool Brussel) voor een maximale ondersteuning van de scholen die deze transitie willen inzetten.[4] Jozefien zorgt daarbij voor de onontbeerlijke wetenschappelijke ondersteuning.
Hoe kunnen schoolteams werken aan een interculturele schoolcultuur?
Eddy Maes. De transitie naar een interculturele school begint bij het ontwikkelen van een interculturele visie die moet gedragen worden door directie en leerkrachten. Eens die visie op diversiteit er is, moet zij vertaald worden naar concrete praktijken. Vervolgens moet de school de leerlingen en de ouders meekrijgen in hun verhaal en (culturele) diversiteit ook echt gaan zien als een meerwaarde en er actief mee aan de slag gaan. Een “passieve multi-culturele” visie is nog maar een tussenstap.
Mitch Vannecke. Het ontwikkelen van de visie is cruciaal. Daarom hebben we een “Barometer” ontworpen. Samen met het schoolteam nemen we de schoolcultuur onder de loep en dit op vijf belangrijke domeinen: Identiteit, Taal, Samen leren, Samen leven, en Participatie. Het schoolteam onderzoekt wat hun huidige praktijk is op vlak van deze domeinen en waar ze naartoe willen.
Jozefien De Leersnyder. Er zijn immers verschillende gradaties in diversiteitsbeleid, een school is niet uitsluitend kleurenblind of 100 procent multicultureel. Ze kan bv. op vlak van “identiteit” een kleurenblinde aanpak voorstaan terwijl ze toch een eerder multiculturele visie aanhoudt op “samen leven”.
Eens die ‘barometer’ er is en duidelijk is waarin de leden van het schoolteam elkaar vinden, hoe moet het dan verder?
Mitch Vannecke. Elkaar vinden… of net niet. De barometer legt de sterke kanten én de pijnpunten bloot. Deze vaststellingen spreken we binnen het schoolteam goed door om uiteindelijk één of meerdere domeinen te kiezen waar de school wil op inzetten. Voor de realisatie van het werkplan kan de school een beroep doen op de expertise en begeleiding van de partners van het project, maar ook op andere actoren. Daarvoor wordt een ‘Toolbox Interculturele Schoolcultuur’ samengesteld met daarin workshops, vorming, omkadering, enz. waaruit schoolteams, leerlingenraden en ouderverenigingen kunnen putten om de realisatie van hun werkplan te ondersteunen en kwaliteitsvol te laten verlopen.
Geen “natte-vinger-werk” maar wetenschappelijk ondersteund, beweren jullie. Hoe gaat dit precies in zijn werk? Waar komt de wetenschap tussen?
Jozefien De Leersnyder. Het project voorziet enkele metingen om de effectiviteit van de verandering in kaart te brengen. Deze metingen gebeuren voor de start van het transitie-traject (nulmeting) en ook ieder jaar erna. Deze metingen zijn gebaseerd op wetenschappelijke studies uit de sociale en culturele psychologie en hebben tot doel veranderingen in kaart te brengen op het gebied van zich ‘thuis voelen’ op school, leerprestaties, intercultureel begrip en positief intergroepscontact, racisme en vooroordelen ten opzichte van ’de ander’, en het ervaren van discriminatie. Ook het lerarenkorps en directieteam zal bevraagd worden, samen met hun (impliciete) verwachtingen omtrent de schoolprestaties van leerlingen met een migratieachtergrond.
Mitch Vannecke. Tussentijdse “metingen” zullen een zicht geven op het afgelegde traject, de positieve ervaringen en de knelpunten. Zij kunnen uitmonden in een nieuw werkplan met concrete stappen op korte termijn om het veranderingsproces succesvol verder te zetten.
Wanneer mogen we verwachten dat dit project wordt uitgerold?
Eddy Maes. Het project is dit schooljaar van start gegaan. Bij een eerste oproep naar de scholen, gaven vier scholen aan kandidaat te zijn om met een interculturele schoolcultuur te starten. Voor volgend schooljaar kunnen nog eens vijf scholen begeleid worden. Wij hopen dat met de officiële publicatie van de studie vorige week en de aandacht die eraan werd gegeven in de pers meer scholen zich gestimuleerd voelen om een veranderingstraject op te starten. En dat binnen de onderwijswereld een debat op gang komt over het belang van een interculturele schoolcultuur en de perspectieven die het biedt om discriminatie en racisme terug te dringen en wederzijds respect te versterken. Zij kunnen daarbij rekenen op de ondersteuning van School Zonder Racisme.
Romy Aerts
Contact: www.schoolzonderracisme.be
Voetnoten
- Perstekst CILS schoolbeleid diversiteit, 14 mei 2019. De studie “Can School Diversity Policies Reduce Belonging and Achievement Gaps Between Minority and Majority Youth? Multiculturalism, Colorblindness, and Assimilationism Assessed” is gepubliceerd in ‘Personality and Social Psychology Bulletin’ ↑
- In het secundair onderwijs studeert 43% van de autochtone leerlingen af met een ASO-diploma, terwijl slechts 19% van de leerlingen met een migratieachtergrond zo’n diploma behaalt. Vlaamse leerlingen met een migratieachtergrond scoren gemiddeld 82 punten lager op de Pisa-test (met gemiddelde score 500 en standaardafwijking 100) voor wetenschappelijke geletterdheid dan autochtone leerlingen. ↑
- Onderzoek van Agirdag & Korkmazer, 2015. ↑
- Een project i.s.m. de drie koepels van ouderverenigingen, met de Vlaamse Scholierenkoepel en met Democratische Dialoog (Erasmus Hogeschool Brussel). ↑