In Vlaamse scholen die bewust omgaan met culturele diversiteit is er meer gelijkheid tussen allochtone en autochtone leerlingen. Dat geldt zowel op het vlak van welzijn als prestaties. De kloof tussen allochtone en autochtone scholieren is groter in scholen die culturele diversiteit negeren of afwijzen. Dat blijkt uit een grootschalige studie van het Centrum voor Sociale en Culturele Psychologie van de KU Leuven. In de volgende tekst vatten de onderzoekers hun bevindingen samen.
Hoe gaan Vlaamse scholen om met de culturele diversiteit in de klaslokalen? Een onderzoek, onder leiding van sociaal psychologen Loes Meeussen en Karen Phalet, bekeek in detail het beleid van 66 scholen verspreid over de verschillende netten (Katholiek Onderwijs, GO!, AGSO, OVSG). Daarnaast werden meer dan 3000 leerlingen bevraagd en opgevolgd: 1384 autochtone leerlingen en 1747 scholieren met een migratie-achtergrond.
De onderzoekers analyseerden het diversiteitsbeleid aan de hand van de ‘pedagogische missie’, die de visie en waarden van elke school weergeeft, en het schoolreglement. Zo stelden ze drie courante benaderingen vast in Vlaanderen.
De meest voorkomende vorm is ‘kleurenblind’ beleid. In die visie is er geen oog voor culturele verschillen en het belang ervan wordt geminimaliseerd. Het uitgangspunt is ‘Wij zien geen verschil’ of ‘Bij ons tellen alleen individuele talenten’.
Het zogenaamde ‘assimilatiebeleid’ verwerpt culturele diversiteit en staat in teken van de Belgische cultuur. Er geldt bijvoorbeeld een verbod op hoofddoeken en het gebruik van een andere moedertaal op school is niet toegestaan.
De derde benadering is een ‘multicultureel’ beleid waarin diversiteit erkend en positief benaderd wordt. Zo zijn er bijvoorbeeld lessen en andere schoolactiviteiten om te leren uit culturele verschillen.
Invloed op welzijn en prestaties
Na die inhoudelijke analyse bekeken de onderzoekers of de beleidskeuzes een effect hebben op het welbevinden van de leerlingen en hun resultaten. Ze stelden vast dat allochtone leerlingen zich significant minder goed thuis voelen op school en ook mindere resultaten behalen voor Nederlands en wiskunde. Dat verschil met Belgische klasgenoten bleef aanwezig ook na controle voor de opleiding van de ouders of de diversiteit van de school.
“Er zijn verschillende gradaties in diversiteitsbeleid, een school is niet uitsluitend kleurenblind of 100 procent multicultureel”, zegt dr. Loes Meeusen. “Maar we merken wel op naarmate een school meer multicultureel is dat de kloof tussen allochtone en autochtone leerlingen verkleint. Leerlingen met een migratie-achtergrond voelen zich er beter thuis en halen een jaar na de eerste meting betere punten. Er is dus meer gelijkheid en belangrijk daarbij is dat de autochtone leerlingen niet inboeten aan welzijn en niet slechter presteren.”
Een ander beeld is het in scholen die meer kleurenblind zijn of een assimilatiebeleid hebben. In scholen die cultuurverschil afwijzen (‘assimilatie’) voelen allochtone scholieren zich minder goed thuis. De ongelijkheid neemt zelfs nog meer toe bij kleurenblind beleid: allochtone leerlingen behalen lagere punten en dat is deels te verklaren omdat ze zich minder thuis voelen.
“Scholen met een kleurenblind of assimilatiebeleid hebben goede bedoelingen. Ze willen conflicten en discriminatie op school vermijden”, reageert Meeussen. “Maar door geen oog te hebben voor de culturele verschillen blijkt dat allochtone jongeren zich niet gewaardeerd voelen. Als je daarentegen diversiteit op een actieve en positieve manier benadert, dan nemen de sociale samenhang én de prestaties toe.”
Meer informatie
De studie “Can School Diversity Policies Reduce Belonging and Achievement Gaps Between Minority and Majority Youth? Multiculturalism, Colorblindness, and Assimilationism Assessed” is gepubliceerd in ‘Personality and Social Psychology Bulletin’.
Over hetzelfde thema: studiedag van School zonder racisme met Jozefien De Leersnijder
Lees ook: Interview met Jozefien De Leersnijder en School zonder racisme