De staking in het Vlaams onderwijs op 20 maart was in alle sectoren voelbaar. Vooral in het basis- en in het secundair onderwijs. De vakbonden telden op de stakingsdag 40.000 stakers. Daarnaast zijn er tienduizenden leerkrachten die op woensdag geen opdracht hebben en niet konden staken. En ook duizenden directeurs en leerkrachten die achter de eisen van de staking staan maar toch voor kinderopvang zorgden of hun cursisten niet in de steek durfden laten.
“Misschien is ons iets ontgaan, maar zo rumoerig als sommige politici en partijmedewerkers anders tekeergaan bij een staking, zo koest houden ze zich bij de eerste grote onderwijsstaking sinds het begin van de eeuw. Nergens viel een onvertogen woord”, schreef Bart Eeckhout, de editorialist van De Morgen. “Het valt alleszins op dat meerderheidspartijen N-VA en Open Vld op de stakingsdag met vrij forse steunbetuigingen voor het protest komen. Dat kan moeilijk anders begrepen worden dan als een schuldbekentenis. Beide partijen zitten, elk met een korte onderbreking, sinds 2004 in de Vlaamse regering.”
Vervanging van zieke leerkrachten eindigt te vaak in het samen zetten van klassen
Peter Van Hove, directeur van de GO!-basisschool Atheneum Denderleeuw, had blijkbaar een voorgevoel toen hij op 19 januari in “De Morgen” liet optekenen: “Er is brede consensus dat er te veel afkomt op de schoolteams. Tijdens deze legislatuur is het aantal inschrijvingen aan de lerarenopleidingen fors gedaald. Het aantal ziektedagen stijgt en het aantal burn-outs was nog nooit zo hoog. Vervanging van zieke leerkrachten eindigt te vaak in het samen zetten van klassen. Deze situatie is niet langer houdbaar en knaagt aan de onderwijskwaliteit.”
Twee dagen na de staking in het Vlaams onderwijs was er groot ophef in de Franstalige media omdat de leerlingen in het Franstalig secundair onderwijs gemiddeld twee lesuren per week missen omdat er geen leerkrachten zijn. Zou het in het Vlaams onderwijs zoveel beter zijn? Feit is dat deze Vlaamse regering besliste om geen vervangingen meer te betalen voor leerkrachten van het secundair die tijdens de 14 dagen vóór een verlof ziek vallen.
Directeurs staan voor een onmogelijke opdracht
In het basisonderwijs luiden de directeurs al lang de alarmklok. Een directrice van een basisschool in Tienen, sinds drie maanden thuis met een burn-out, getuigt in “De Morgen” (20 maart 2019): “Ik kan geen vergadering meer uitzitten zonder opgebeld te worden om een brandje te komen blussen. Maar vooral: het lukt me niet om bij elke leerkracht jaarlijks een les te volgen om hen feedback te geven. (…) . Ik moet soms kiezen tussen het begeleiden van mijn leerkrachten en zorgen dat een kind ’s avonds een bed heeft om in te slapen. Is het dan niet logisch dat ik voor het tweede kies?”
In “De Wereld Morgen” (20 maart 2019) getuigt Gustaaf over het leven van zijn echtgenote sinds ze directeur is van een secundaire school. “Simonne werkt minstens 60 uur per werkweek. En dan worden de uren nog niet geteld wanneer – gepland of niet gepland (extra-activiteit, stormschade, verhuur lokalen, alarm dat afgaat …) – ’s avonds of in het weekend iets gebeurt op school. Om daarenboven nog niet te spreken van – na een dagtaak van meer dan 10 uur op school (waarna thuis nog 1 à 2 uur schoolwerk volgen) – zij nog binnen- en buitendeuren op de campus moet gaan sluiten, lichten doven of beamers uitzetten, enz.”
Over de mogelijke oorzaken schrijft Gustaaf: “Het komt mij voor dat er vroeger veel meer personele ondersteuning was: een conciërge, twee studiemeesters, een uitgebreide ploeg voor het onderhoud, … Het eten werd zelf bereid met een eigen kok en keukenpersoneel: om besparingsredenen wordt nu beroep gedaan op ‘kant en klaar’-maaltijden uit de industrie met bijna geen personeel om de leerlingen te bedienen. Vandaag lijkt me de administratie torenhoog, de bureaucratie niet te harden. De digitalisering van de job die er vroeger niet was is nog zo’n element. Nu zijn er elke dag, gemiddeld genomen, +/- 100 e-mails en +/- 50 smartberichten. Iedereen verwacht dat binnen het uur, of toch minsten binnen de halve dag wordt gereageerd: leraars, ouders, leerlingen, hiërarchie van de scholengroep, externen, …”
ACOD Onderwijs organiseerde in Antwerpen op de stakingsdag een ludieke actie om te eisen dat het personeel na 17u niet meer verplicht is te antwoorden op schoolgebonden mails.
Prioriteit voor het kleuteronderwijs
Katrien Vercauteren, een kleuterjuf met dertig jaar ervaring, klaagt aan dat de omkadering in het kleuteronderwijs slechter is dan in het lager onderwijs. “Initieel was dat vanuit het idee dat kleuters minder vaak naar school komen, aangezien er nog geen leerplicht is. Maar kinderen komen steeds meer voltijds naar school vanaf 2,5 jaar. En ze blijven een hele dag op school, vaak zelfs tot 18 uur. Dat is logisch, ouders moeten nu eenmaal werken.”
En verder: “Weet je dat een school van 100 kleuters recht heeft op twee voormiddagen hulp van een zorgleerkracht? Daar hebben wij echt niet genoeg aan. Nu moeten de juffen steeds vaker inspringen bij het verversen van pampers, kinderen te slapen leggen en zelfs toezicht houden op de speelplaats”.
Het Vlaams parlement nam op de stakingsdag een resolutie aan waarin beterschap beloofd wordt voor het kleuteronderwijs. De huidige regering verhoogt de middelen voor het basisonderwijs met 40 miljoen euro, terwijl de onderwijsverstrekkers en de vakbonden voor hun “actieplan basisonderwijs” 1,8 miljard euro in de eerstkomende tien jaren vragen.
Inclusief onderwijs vraagt kleinere klassen
De klachten over de toename van de werkdruk door de invoering van het M-decreet zijn legio, vooral in het lager onderwijs. Maar ook meer en meer in het secundair. Bernd Wijnants, leerkracht geschiedenis sinds 22 jaar, vraagt kleinere klassen om inclusief onderwijs mogelijk te maken. “Ik had een leerling met autisme in de klas. Volgens de begeleider mocht ik niet te veel humor gebruiken in mijn lessen, want dat snapt die jongen niet. Maar kan ik dat de andere kinderen aandoen? Ik heb 150 leerlingen, ik kan niet van elk van hen onthouden welke problemen ze hebben. Als men echt inclusief onderwijs wil, dan moeten er kleinere klassen en meer leerkrachten komen. Ja, dat zijn investeringen, natuurlijk.”
Naast kleinere klassen is het noodzakelijk dat ook opvoeders, logopedisten, orthopedagogen, brugfiguren… de schoolteams versterken.
Langer werken
Een leraar en een directielid van TSM (Mechelen) schreven in De Wereld Morgen (20 maart 2019) een open brief aan de ouders “Waarom wij staken”. Zij hebben het over de lange werkweken, de toegenomen werkdruk, het M-decreet en het langer moeten werken. “Alsof dat nog niet genoeg is, hebben de leerkrachten ook te horen gekregen dat ze vijf tot zeven jaar langer zullen moeten werken. Ook het brugpensioen en de landingsbanen werden afgeschaft. Voor de meeste zestigplussers is dit in elk geval niet werkbaar. Vanaf een zekere leeftijd is er gewoon geen voldoende energie meer om nog (voltijds) voor een klas te staan en alle overige taken erbij te combineren. Door deze pensioenmaatregelen heeft de aantrekkelijkheid van de onderwijsjob een flinke knauw gekregen”.
Omdat de vakbonden de volgende Vlaamse regering viseerden, kwamen de pensioenmaatregelen minder in het vizier. De federale regering schafte de diplomabonificatie af voor de bepaling van de P-datum en voor het pensioenbedrag. De vervanging van de tantième 55 door 60 (een vermindering van het pensioenbedrag met meer dan 8 procent) werd nog niet doorgevoerd omdat er geen akkoord over de zware beroepen werd bereikt. De federale regering pleegt woordbreuk door geen pensioenrechten te verbinden aan de periodes van zorgkrediet. De strijd tegen de pensioenafbraak zal verder gezet worden.
Herfinanciering
Ook de strijd voor de herfinanciering van het onderwijs is met deze stakingsdag nog niet gewonnen. Tijdens deze legislatuur bleef het onderwijsbudget nagenoeg ongewijzigd in reële termen (rekening houdend met de inflatie). Ondanks de stijging van het aantal leerlingen en vooral van het aantal studenten in het hoger onderwijs. In De Morgen besloot Bart Eeckhout zijn editoriaal als volgt: “Blijkbaar heeft men in de voorbije vijf regeringsjaren al die uitdagingen niet belangrijk genoeg gevonden om een effectieve oplossing uit te werken. Een ‘motie’, waarin de meerderheidspartijen zich plots wel engageren voor extra geld, komt dan een beetje laat. In het Engels zeggen ze dan: ‘own it’ – neem je verantwoordelijkheid op.”
Tino Delabie