Oproep 3000 Vlaamse wetenschappers: “Nood aan politieke moed voor klimaat”

Facebooktwittermail

Prof. Ivan Janssens, post-doc. Sara Vicca en post-doc. Jasper Bloemen zijn alle drie verbonden aan het departement biologie van de Universiteit Antwerpen. Zij schreven onderstaand opiniestuk, ondertekend door meer dan 3000 Vlaamse wetenschappers, onder wie de vijf Vlaamse rectoren (Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Leuven).

De bevolking komt massaal op straat om meer klimaatambitie te eisen van de overheid. Op basis van de feiten kunnen we als wetenschappers enkel besluiten: de actievoerders hebben groot gelijk. Het debat nu aangaan en collectief actie ondernemen is nodig om de overgang naar een koolstofneutrale maatschappij sterk te versnellen. Als individu kun je al impact hebben door bijvoorbeeld minder vlees te eten en het vliegtuig te mijden. Het is nu echter hoog tijd voor ingrijpende structurele maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen snel en drastisch te reduceren, en zo de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder 2 graden, en liefst tot 1,5 graden. Alleen zo kunnen we voorkomen dat klimaatverandering onze leefwereld verder ingrijpend verandert. Dat klimaatverandering onze wereld sterk zal veranderen is geen doemdenken, maar louter gebaseerd op feiten. Hieronder zetten we de belangrijkste feiten op een rijtje.

De aarde warmt op. Wereldwijd is de gemiddelde temperatuur nu al met ongeveer 1 graad Celsius gestegen (ten opzichte van de gemiddelde temperatuur tussen 1850 en 1900).

Zo goed als 100 procent van de opwarming is te wijten aan menselijke activiteiten.

Al bij de huidige opwarming van ‘slechts’ 1 graad worden we geconfronteerd met toenemende en sterkere weersextremen zoals hittegolven, droogtes en overstromingen. Naarmate de aarde verder opwarmt, zullen extremen steeds vaker voorkomen. Wanneer de opwarming boven 2 graden stijgt, neemt bovendien de kans enorm toe dat klimaatopwarming zichzelf gaat versterken. Een sneeuwbaleffect dus, waardoor het nog warmer wordt.

Klimaatverandering beperken en zelfversterkende feedbacks voorkomen zijn hoogst noodzakelijk. Om klimaatopwarming te beperken tot 2 graden moet de uitstoot van CO2 met ongeveer 25 procent afnemen tegen 2030 en met zo’n 85 procent tegen 2050. Om onder 1,5 graden te blijven, moet de uitstoot tegen 2050 zelfs netto gelijk zijn aan nul.

De huidige beleidsmaatregelen schieten sterk tekort om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. De CO2-uitstoot neemt wereldwijd nog steeds toe. Bovendien liggen de voorgestelde beleidsmaatregelen nog mijlenver van wat nodig is om de uitstoot drastisch te verminderen. Met de voorstellen die momenteel op tafel liggen, stevent de wereld af op meer dan 3 graden opwarming tegen het eind van de eeuw. Dat klinkt misschien weinig, maar de gevolgen zijn enorm.

Actie tegen klimaatverandering is economisch gezien veel voordeliger dan geen actie ondernemen. Op langere termijn liggen de kosten van niets doen veel hoger dan de investeringen om de uitstoot sterk te laten afnemen. Niets doen leidt tot enorme kosten, onder andere door schade van overstromingen, stormen en bosbranden. Extreme droogtes en daaruit volgende voedseltekorten kunnen in vele landen sociale onrust veroorzaken en tot wereldwijde migratie leiden.

De overgang naar een uitstootvrije maatschappij is daarentegen economisch veel voordeliger en brengt zelfs extra jobs met zich mee. Bovendien bedragen de directe subsidies voor fossiele brandstoffen wereldwijd jaarlijks meer dan 500 miljard dollar. Dit bedrag, of zelfs slechts een gedeelte ervan, zou bijvoorbeeld de overgang naar een koolstofneutrale maatschappij vergemakkelijken.

Kennis en technologieën om klimaatopwarming te beperken tot (ruim onder) 2 graden bestaan reeds. Het vereist nu in de eerste plaats de politieke moed om de nodige structurele maatregelen te nemen en voluit in te zetten op de overgang naar een maatschappij zonder uitstoot van broeikasgassen. De transitie zal immers enkel mogelijk zijn als onder andere de voorziening van hernieuwbare energie snel en sterk wordt uitgebouwd, gebouwen energiecentrales worden in plaats van energieverslinders, de mobiliteit hervormd wordt, ontbossing hier en elders wordt tegengegaan en bomen worden aangeplant waar mogelijk, en als ook de uitstoot veroorzaakt door de enorme veestapel aangepakt wordt.

Deze investeringen bieden bovendien de kans op positieve verandering op allerlei andere vlakken. Denk bijvoorbeeld aan zuiverdere lucht en voldoende voedsel en drinkbaar water voor iedereen. Tenslotte is expliciete aandacht voor een rechtvaardige verdeling van de kosten en opbrengsten van de transitie noodzakelijk om een klimaatstrategie op koers te houden. Bij sociaal averse gevolgen veronderstellen rechtvaardige klimaatambities ook een aanscherping van het sociaal beleid.

Het is hoog tijd voor verandering. En om alles te veranderen, hebben we iedereen nodig! De noodzakelijke emissiereducties kunnen enkel gerealiseerd worden wanneer effectieve en doordachte politieke maatregelen en gedragsveranderingen hand in hand gaan.

IVAN JANSSENS, SARA VICCA, JASPER BLOEMEN E.A

(31 januari 2019)