In antwoord op een parlementaire vraag van Jos De Meyer (CD&V) in de commissie onderwijs van het Vlaams Parlement, bevestigde minister van Onderwijs Hilde Crevits op 2 februari dat de diplomabonificatie voor de berekening van het pensioen wordt afgeschaft.
Schrapping diplomabonificatie, met overgangsmaatregelen
We citeren letterlijk de verklaring van de minister:
‘In het pensioenstelsel voor ambtenaren wordt de toekenning van een gratis diplomabonificatie geschrapt voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 april 2018. Ze wordt vervangen door een systeem van de regularisatie van studieperioden. Die regularisatie gebeurt door de storting van een bijdrage.
De schrapping van de diplomabonificatie gaat evenwel gepaard met overgangsmaatregelen, onder meer naar aanleiding van vele overlegmomenten. Wat zijn die overgangsmaatregelen?
- Ten eerste, de proratisering: naargelang het aantal reeds gepresteerde loopbaanjaren op 1 maart 2017 ten opzichte van een noemer van 45 jaar behoudt men nog een pro rata aantal gratis jaren diplomabonificatie.
- Ten tweede, leerkrachten die op 1 januari 55 jaar of ouder zijn, krijgen hun geregulariseerde studiejaren nog in tantième 1/55 verrekend, in tegenstelling tot alle andere beroepscategorieën.
- Ten derde, personen die op 1 maart 2017 in terbeschikkingstelling (tbs) zaten of het recht hadden om dit op te nemen, maar dit niet deden, blijven in het gratis regime zitten. Die toevoeging is zeer belangrijk.
We kunnen dus duidelijk stellen dat de hervorming rekening heeft gehouden met de specificiteit van het onderwijs en dat de geplande overgangsmaatregelen voornamelijk op deze beroepscategorie van toepassing zijn.
Het vastklikken van het recht is voorzien in het wetsontwerp. Personen die op 1 maart 2018 voldoen aan de voorwaarden om hun rustpensioen op te nemen, behouden de kosteloosheid van de diplomabonificatie, ongeacht wanneer ze hun pensioen opnemen. Aangezien het einde van het gratis regime enkel pensioenen betreft die ingaan na 1 maart 2018, is het niet mogelijk dat iemand die al voldeed aan de voorwaarden om met pensioen te gaan, pensioenrechten verliest door langer te werken op basis van dit wetsontwerp.
Het aantal loopbaanjaren dat gepresteerd was op 1 maart 2017 ten overstaan van een noemer van 45 jaar, bepaalt het aantal gratis studiejaren dat men nog kan meetellen voor de pensioenberekening. Maar: in de teller tellen ook de loopbaanjaren uit de privésector mee! Betrokkenen lopen dus geen nadeel op ten opzichte van personen die hun hele loopbaan in de publieke sector doorlopen hebben.
Ik geef een voorbeeld, want het is niet gemakkelijk: op 1 maart 2017 bewijst een ambtenaar een loopbaan van 15 jaar (180 maanden) in de publieke sector en een loopbaan van 5 jaar (60 maanden) in de privésector als werknemer. Zijn functie in de publieke sector vereist een diploma van 4 jaar (48 maanden). De diplomabonificatie zal kosteloos zijn ten belope van 48 maanden x [(180+60)/540] = 21,33 maanden, afgerond op 21 maanden. Het saldo zal, in voorkomend geval, in aanmerking kunnen worden genomen voor de pensioenberekening mits het betalen van een regularisatiebijdrage door de ambtenaar.’ (Vlaams Parlement, commissie onderwijs, 2 februari 2017)
De mededeling van minister Crevits is gebaseerd op de inhoud van het wetsontwerp dat de federale regering heeft ingediend maar nog niet is goedgekeurd in het federale parlement.
Afschaffing pensioennoemer 55
Crevits erkent niet alleen dat de afschaffing van de diplomabonificatie voor de berekening van het pensioenbedrag wordt doorgevoerd. Zij laat ook uitschijnen dat de afschaffing van de pensioennoemer (‘tantième’) 55 nakend is.
Als ze verklaart dat ‘leerkrachten die op 1 januari 55 jaar of ouder zijn, hun geregulariseerde studiejaren nog in tantième 1/55 verrekend krijgen ’ , zegt ze in feite dat de leraren die jonger zijn dan 55 hun pensioenbedrag ook zullen zien dalen omdat voor hen de pensioennoemer 60 zal gelden!
Een regering van leugenaars
Eerst werd de diplomabonificatie afgeschaft voor de bepaling van de P-datum (de vroegst mogelijke datum om op pensioen te gaan). Deze maatregel is van kracht sinds 2016 en zorgt er voor dat de diplomajaren elk jaar 6, 5 of 4 maanden (respectievelijk van toepassing op een master, een bachelor met 3 jaren lerarenopleiding, of een regent of onderwijzer met 2 jaren lerarenopleiding) minder meetellen. Onder andere door deze maatregel schuift de P-datum in de komende jaren voor bijna iedereen op tot dicht bij de officiële pensioendatum van 65, 66 of 67 jaar.
De meerderheidspartijen hebben lange tijd veel mist gespoten over de afschaffing van de diplomajaren voor de berekening van het pensioenbedrag. Of ze hebben gewoon gelogen.
In een persmededeling van 20 november 2014 stelde minister van Pensioenen Daniël Bacquelaine (MR): ’Le montant des pensions ne va pas diminuer. Au contraire, à l’avenir, ceux qui souhaiteront travailler plus longtemps verront leur pension augmenter. Les années de bonification du diplôme restent intégrées dans le calcul du montant de la pension.’ De vakbonden hadden toen pas een betoging met 120.000 deelnemers georganiseerd en maakten zich op voor vier stakingsdagen. Bacquelaine vond het op dat ogenblik geraadzaam sussende woorden te spreken. Maar zijn bewering dat deze regering de diplomajaren zal blijven meetellen voor de berekening van het pensioenbedrag, is een leugen.
In dezelfde periode en in zijn eigen stijl, verklaarde voorzitter Bart De Wever van N-VA: ‘De trein van de desinformatie, het heeft mij ook wel verbaasd hoe snel die vertrokken is. Als men zegt in onderwijs: ’we gaan uw pensioenen verlagen, …’: we gaan géén enkel pensioen verlagen! Hoe is dat mogelijk dat men zoiets durft vertellen? Ja, dat dan mensen die zoiets op infovergaderingen krijgen, morgen zeggen we leggen de boel plat, daar kan ik nog begrip voor opbrengen. …’ (VRT-tv, Ter Zake, 14 november 2014)
Op 13 januari 2015 antwoordt de N-VA-voorzitter op een expliciete vraag van Jos Van Der Hoeven, secretaris-generaal van COC: ‘Het systeem van diplomabonificatie in de publieke sector zal vanaf 2016 geleidelijk worden afgebouwd wat de loopbaanvoorwaarde betreft om vervroegd te stoppen, maar niet voor het pensioenbedrag.’
Enkele maanden later spuiten de spindoctors van de N-VA opnieuw mist. De vakbonden zouden zich bezondigen aan paniekzaaierij rond de pensioenen, enkel en alleen om meer volk te mobiliseren voor de nationale betoging van begin oktober 2015.
In een opiniestuk op 2 september 2015 in Knack antwoordt Van Der Hoeven (COC) op de leugens en insinuaties van N-VA. ‘Peter De Roover (N-VA) verwijt in een opiniestuk de onderwijsvakbonden erop los te fantaseren om toch maar zoveel mogelijk paniek te scheppen. Hij verwijst hiervoor naar onze bewering dat als alle maatregelen die inzake pensioenen in het federaal regeerakkoord staan, worden uitgevoerd, de onderwijspensioenen tot 30 % kunnen dalen.’
Jos Van Der Hoeven legt uit hoe deze regering de pensioenen voor toekomstige leraren met 30 procent wil verlagen:
- De afschaffing van de diplomabonificatie voor de berekening van het pensioen, laat het onderwijspensioen dalen met 7 à 10 %.
- Als het onderwijsberoep niet als zwaar beroep erkend wordt, dan betekent dat een pensioenverlaging met 8,33 % (de pensioennoemer 55 wordt 60).
- Pensioenberekening op basis van de gemiddelde wedde van de hele loopbaan: als deze maatregel doorgevoerd wordt, dan dalen de onderwijspensioenen met 15 %.
Crevits weet van niks
Wanneer de federale regering bij de begrotingsopmaak in april 2016 nieuwe maatregelen bekend maakt rond de pensioenen die de leraren zwaar treffen, veinst minister van Onderwijs Crevits de vermoorde onschuld. Het is allemaal de schuld van de boze Franstalige minister Bacquelaine. Zij zal hem een ferme brief schrijven. Alsof de drie Vlaamse coalitiepartijen (N-VA, CD&V, Open VLD) er in de federale regering voor niets tussen zitten. De besprekingen rond het loopbaanpact om de lerarenloopbaan ‘aantrekkelijker’ te maken, worden opgeschort.
Op 26 september 2016 schrijft het gemeenschappelijk vakbondsfront (ACOD, COC, COV, VSOA) in zijn brief aan minister Crevits bij de heropstart van de onderhandelingen rond een loopbaanpact:
‘Wij brengen u graag ook nog eens de loonstudie in herinnering die tot stand kwam tijdens de beleidsperiode van mevrouw Vanderpoorten als minister van Onderwijs. Die vergelijkende loonstudie van de HayGroup stelt duidelijk dat het onderwijspensioen integraal deel uitmaakt van het personeelsstatuut. Zowel de vaste benoeming, de vakantieregeling als het pensioen vormen de pijlers van een aantrekkelijke lerarenloopbaan. Aan deze pijlers mag dus niet getornd worden.
Nog altijd werpen de donkere wolken van het federale pensioenbeleid een schaduw over het loopbaandebat. Het spreekt voor zich dat ook bij bewolkt weer kan gepraat worden, maar het is even vanzelfsprekend dat wij zullen moeten schuilen, wanneer uit deze wolken regen of onweer voortkomt. De pensioenregeling van het onderwijspersoneel maakt voor ons deel uit van het loopbaandebat. Ernstige ingrepen op de berekening ervan zullen dus een zware hypotheek leggen op dit debat.
Een eventueel pensioenverlies door federale maatregelen moet dan eerst volledig gecompenseerd worden door de Vlaamse overheid. Compenserende looneisen en/of vragen naar een compenserende tweede pensioenpijler liggen dan voor de hand. Wij blijven evenwel hopen op een ernstig, consequent en samenhangend regeringsbeleid. De Vlaamse Regering mag niet toelaten dat de federale regering haar beleid doorkruist.’
Op 24 januari 2017 legt minister Crevits een pakket maatregelen op tafel. De Vlaamse regering wil geen bijkomende middelen investeren in een loopbaanpact. Op 2 februari deelt ze in het Vlaams Parlement mee dat de afschaffing van de diplomabonificatie voor de berekening van het pensioenbedrag en van de pensioennoemer 55 nakend is. Op 14 februari verwacht ze een antwoord van de onderwijsvakbonden op haar voorstellen voor een loopbaanpac