Katholieke dialoogscholen, de nieuwe open pluralistische scholen?

Facebooktwittermail

In mei zorgde Lieven Boeve, de topman van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen voor enige beroering door de katholieke scholen uit te roepen tot ’dialoogscholen’, met respect voor andere religies en meer plaats ervoor op school. Zal de hoofddoek weer welkom zijn in de katholieke scholen en zullen moslims in lagere en secundaire scholen een plek krijgen om te bidden?

Katholiek onderwijs: dominant en heterogeen

Door historische omstandigheden (de ‘vrijheid van onderwijs’, begrepen als ‘vrijheid van inrichten van onderwijs’ gebetonneerd in de grondwet, twee ideologische schoolstrijden (1878-1884 en 1950-1958) en een schoolpact (1959) hebben wij een uitgebreid katholiek onderwijsnet. Nergens in Europa bestaat er (op Nederland na) zo’n uitgebreid vrij onderwijsnet als in België: in Finland slechts 1% vrije scholen, in Frankrijk 21%, in Spanje en Duitsland ca. 35%.

In heel wat Europese landen hebben ouders ook niet zo’n grote keuzevrijheid als bij ons. In Griekenland en Noorwegen zijn kinderen verplicht naar de school in hun eigen woonplaats te gaan. Elders (Zweden, Portugal, Denemarken) wordt de vrije keuze beperkt door de regelgeving. Alleen België, Engeland en in minder mate Oostenrijk bieden de ouders een volledig vrije keuze.

In Vlaanderen zitten ongeveer 65 % van de leerlingen in het basisonderwijs in een katholieke school. In het secundair onderwijs is dat ongeveer 75 %. Al deze katholieke scholen worden bestuurd door afzonderlijke vzw’s. Vele hiervan zijn in handen van religieuze ordes, andere van de bisdommen en nog andere zijn kleinere parochiale vzw’s. Al deze besturen en scholen geven een eigen invulling aan de katholieke identiteit van hun school en proberen dat op een eigen manier te verwoorden in hun pedagogisch project.

Zowel in de verwoording van die katholieke identiteit als in de concrete dagelijkse invulling bestaat er een grote diversiteit. Er zijn scholen waar de traditionele katholieke praktijken nog zeer duidelijk aanwezig zijn (gebed voor de les, catechese ter voorbereiding van de eerste communie, eucharistievieringen waaraan alle leerlingen verplicht deelnemen). Maar in heel wat scholen is dit helemaal niet meer aanwezig (geen vieringen, enkele schuchtere pogingen van leraren godsdienst om tijdens de advent en de vasten wat te organiseren, bezinningsdagen met een zeer heterogene invulling).

Zowel ouders als personeel hebben bijna geen voeling meer met de katholieke identiteit. Het publiek en het personeel zijn grotendeels atheïstisch of agnostisch. Anderzijds merkt men dat ondanks de dalende kerksheid, ouders hun kinderen toch naar katholieke scholen blijven sturen. Aan de percentages van keuzes voor katholieke scholen is in de loop der laatste jaren 20 jaar nauwelijks iets gewijzigd. De keuze heeft meer te maken met beeldvorming (de vermeende betere kwaliteit van katholieke scholen, een reputatie van degelijkheid) en met de eigen voorgeschiedenis van ouders als ex-leerlingen van een katholieke school. Alleen bij nog echt praktiserende katholieken komt de keuze voor een school die aansluit bij hun levensbeschouwing op de eerste plaats.

In rep en roer

Tegen deze achtergrond meende Katholieke Onderwijs Vlaanderen in mei 2016 dat het nodig was de katholieke scholen te benoemen als open dialoogscholen, met meer aandacht en ruimte voor andere geloofsovertuigingen. Begin mei gaf dat heel wat commotie in de pers en zure oprispingen. Meteen dook het spook van de angst voor de islamisering op en ging het weer over de hoofddoeken. Bart De Wever vond – in het verlengde van zijn verzet tegen de hervorming van het secundair onderwijs – dat de Guimardstraat de ziel van het katholiek onderwijs om zeep hielp en “zichzelf de facto opheft”1De Morgen, 6 mei 2016. Daarmee zat hij weer erg dicht bij het standpunt van het Vlaams Belang: “De plannen komen, gezien de snelle aangroei van het aantal moslimleerlingen in ons onderwijs, de facto neer op een vrijwillige islamisering.”2Chris Janssens, de Morgen, 6 mei 2016

Filosoof Gerard Bodifée greep de discussie aan om te pleiten voor een versterking van de katholieke identiteit van de katholieke scholen. “De katholieke school die moslims weert, kan geen katholieke school zijn. Maar als katholieke school moet zij de katholieke godsdienst verkondigen, ook aan moslims” en “Het is mogelijk dat katholieke scholen dialoogscholen moeten zijn. Maar een dialoog kan slechts gevoerd worden als de katholieken eerst de eigen identiteit terugvinden.”3De Standaard, 11 mei 2016

Minister van Onderwijs Hilde Crevits zag in de plannen van de Guimardstraat helemaal geen gevaar voor de identiteit van het katholiek onderwijs en zij wil ook het debat over een vak burgerschap aangaan. Dat kan perfect in de lopende discussie over de eindtermen. “Maar dat betekent niet dat er geen plaats meer zou zijn voor levensbeschouwing”, aldus Crevits 4Deredactie.be, 4 mei 2016. CD&V-voorzitter Wouter Beke schaarde zich voluit achter de Guimardstraat: “Met dit voorstel kiest het vrije onderwijs voor integratie in plaats van segregatie. Ze kiest opnieuw voor een eigen pedagogisch project, gestoeld op de fundamenten van de christelijke identiteit en open naar de nieuwe samenleving. Het is die openheid die in dit verhaal tot uiting komt.5De Morgen, 4 mei 2016

De eigen identiteit

Op 2 juni werd op een vernieuwingscongres van Katholiek Onderwijs Vlaanderen het project van de ‘katholieke dialoogschool’ uitgebreid voorgesteld en verduidelijkt. En meteen werd een aangepaste website gelanceerd.

In zijn openingsspeech probeerde bisschop Bony – verantwoordelijk voor het katholiek onderwijs vanuit de bisschoppenconferentie – te verduidelijken wat ’katholiek’ betekent voor een katholieke school. Hij wees daarbij naar de figuren van pater Damiaan, die werkte aan overbrugging en integratie, Jozef Cardijn (verbinding tussen kerkgemeenschap en de samenleving en haar steeds nieuwe maatschappelijke noden) en de Leuvense filosoof Albert Dondeyne (1901-1985), die ijverde voor een christendom dat niet ’naast’ maar ’midden in’ de wereld staat, niet ’naast’ maar ’midden in’ de hedendaagse cultuur6citaten uit de toespraak van Bony.

Het is duidelijk dat de bisschoppen, de religieuze ordes, de instanties van de Guimardstraat in de steeds meer geseculariseerde maatschappij op zoek zijn naar een manier om de eigen identiteit opnieuw te formuleren. Zij willen zo bevestigen dat ’katholiek’ onderwijs en het voortbestaan van het katholieke net en zijn koepelorganisatie boven alle twijfel staan.”Het is een ambitieus project, maar uit onderzoek blijkt dat onze identiteit helemaal verwatert als we niets doen. Wij houden onze scholen een spiegel voor om een nieuwe stap te zetten“, aldus Lieven Boeve.

Luc Vanmaercke, de hoofdredacteur van Kerk en Leven verwoordde het zo: “Het gaat niet zo maar om een ’dialoogschool’, maar om een ’katholieke dialoogschool’. Dat adjectief is cruciaal om het concept te begrijpen: het blijft katholiek onderwijs, vanuit een gelovige identiteit aangeboden, maar met openheid ten aanzien van andere overtuigingen7De Morgen, 4 mei 2016. Op het congres van 2 juni stelde de Leuvense theoloog en vice-rector Didier Pollefeyt het onomwonden: De katholieke dialoogschool is een opportuniteit om de identiteit van de katholieke school te profileren.

Eén onderwijsnet?

Met dit nieuw beklemtonen en opnieuw formuleren van de ‘katholieke’ identiteit gaat het katholieke onderwijs’ in de verdediging (of de tegenaanval) tegen de tendensen en de stemmen in de samenleving die pleiten voor één open pluralistisch onderwijsnet.

Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder van GO! was er op 5 mei als de kippen bij om het katholiek onderwijs te prijzen voor zijn openheid, “door de identiteitscrisis waarmee ze worstelt open en bloot op tafel te leggen” en door aansluiting te zoeken “bij het pedagogisch project waar het GO! al jarenlang aan bouwt”. En ze stelde daarbij meteen de vraag: ”wat is de betekenis van de versnippering in ons onderwijslandschap waarin verschillende netten naast elkaar bestaan?

Ook de rector van de Gentse Universiteit, Anne De Paepe (die zelf een katholiek etiket draagt) noemde het in stand houden van een apart katholiek onderwijsnet artificieel: “Is het vandaag nog zinvol afzonderlijke netten op basis van levensbeschouwing te hebben in het onderwijs in Vlaanderen? Zouden we niet beter evolueren naar één groot netwerk waar alle levensbeschouwingen tot hun recht kunnen komen?”. De Paepe kreeg meteen lik op stuk van Lieven Boeve: “Opnieuw staat de vrijheid van onderwijs onder druk, die ouders toelaat om de school van hun keuze te kiezen (…) Katholiek Onderwijs Vlaanderen is niet gekant tegen één onderwijsnet, als dit maar het vrije net is.“ Ook minister van Onderwijs Hilde Crevits was ontevreden over de uitspraak van De Paepe. Zij wees meteen op de vrijheid van onderwijs, zoals die in onze grondwet staat. En dat onderwijs natuurlijk niet blind is voor maatschappelijke evoluties en dat dit de uitdaging is voor de verschillende aanbieders van onderwijs 8De Standaard, 23 mei 2016. Rector Rik Torfs van de KULeuven zette meteen al twitterend alle zeilen bij: “Komaan, we gaan, zeker nu, onze rechten en vrijheden niet opgeven voor een vage eenheidsworst.”

De schoolstrijd is nog niet gedaan

Daarmee is de discussie herleid tot zijn essentie: de strijd tussen de netten en de strijd om het behoud van de machtspositie van het katholiek onderwijs. Op het eerste zicht kan het wel erg nobel zijn dat katholieke scholen zich open opstellen tegenover andere levensbeschouwingen en die alle kansen willen geven ook binnen de katholieke scholen (vraag is trouwens of ook atheïsten, agnosten en vrijzinnigen die ruimte zullen krijgen). En in heel wat scholen, – zeker met grote aantallen moslim-leerlingen – is die openheid trouwens al geruime tijd aanwezig. Er zal dus niet veel veranderen. Anderzijds tonen de verkrampte reacties van Boeve en Torfs tegen de oproepen voor één pluralistische open net, dat het uiteindelijk te doen is om het behoud van de machtspositie en de vrijheid van de inrichting van onderwijs. Met een nieuwe vlag proberen theologen Boeve en Pollefeyt het katholiek onderwijs opnieuw in de vitrine te zetten.

Daarnaast wordt het katholiek onderwijs trouwens ook uitgedaagd door de voorstellen van de Antwerpse moraalfilosoof Patrick Loobuyck om in alle scholen een vak Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie (LEF) in te voeren ter vervanging van het actuele confessionele, levensbeschouwelijke onderwijs. Eerst gelanceerd in 2011 als voorstel tot decreet door Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) en Luckas Vander Taelen (Groen!), later (2015) door Loobuyck uitgewerkt in zijn boek Meer LEF in het onderwijs. En onmiddellijk afgeschoten door Torfs en Pollefeyt als zijnde een maskering van een verborgen ideologische agenda. 9Zie ook https://www.kuleuven.be/thomas/page/discussie-levensbeschouwelijke-vakken/#142863

De cruciale vraag, zoals Raymonda Verdyck ze ook formuleerde, blijft: als de discussie vooral gaat om het vrijwaren van die vrijheid , om spanningen en een machtsstrijd waarbij het behoud van het marktaandeel centraal staat, wat is dan nog de betekenis van die vrijheid?

In de praktijk leidt die vrijheid van inrichten tot sociale ongelijkheid 10Zie ook onze bijdrage over Vrijheid van onderwijs en sociale ongelijkheid, www.cvhs.be/?p=468 . De ruimte die scholen in de toekomst krijgen om in het nieuwe project van de zogenaamde ‘modernisering van het secundair onderwijs’ hun aanbod te organiseren zoals ze zelf willen, zal ook leiden tot het blijven bestaan van elitaire scholen en ‘rest’-scholen en het behoud van het zgn. watervalsysteem. (Maar dat is weer een ander verhaal, een ander facet van dezelfde realiteit. ) En ook de katholieke dialoogscholen van de toekomst zullen even heterogeen zijn als vandaag. Elke school zal immers die katholieke ‘openheid’ en ‘dialoog’ op zijn eigen manier tot uitvoer brengen. “Daardoor zullen er 2.200 verschillende dialoogscholen ontstaan.”, zeggen Pollefeyt en Boeve.

Onderwijs moet jongeren vormen tot zelfstandige burgers, die op een kritische manier hun plaats in de samenleving kunnen innemen, gewapend met een pakket vaardigheden, inzichten en kennis en die op een harmonieuze manier met elkaar kunnen omgaan. En daarbij hoort ook een brede levensbeschouwelijke vorming. Wat het katholiek onderwijs nu presenteert als ‘open dialoogscholen’ is echter oude wijn in nieuwe zakken. Het is eerder een krampachtige poging om de eigen tanende identiteit opnieuw te bevestigen, dan een stap vooruit in de richting van een democratisch en emanciperend onderwijs.

Sur le même sujet

Waarom dialoogscholen, als één pluralistisch openbaar net voor de hand ligt? Het katholiek onderwijs zoekt antwoord op de secularisatie Het katholiek onderwijs ziet het “katholiek” karakter van haar net door de toenemende secularisatie verder verschrompelen. Zowel het per...

References[+]