De negationisten van de ongelijkheid

Facebooktwittermail

De omvang en toename van de sociale ongelijkheid in het Belgisch onderwijs werd de laatste jaren in talrijke studies duidelijk gemaakt. Ovds (Oproep voor een democratische school) publiceerde recent nog een studie op basis van PISA 2012. In hun conclusies pleiten de auteurs van deze studies vaak voor maatregelen om de mechanismen van sociale segregatie in het onderwijs tegen te gaan. Vlaanderen behaalt de slechtste score in West-Europa op vlak van sociale ongelijkheid in het onderwijs. Deze vaststelling is een doorn in het oog van de fervente verdedigers van de vrije schoolmarkt en de vroegtijdige selectie en van zij die zich zelfgenoegzaam neerleggen bij de goede gemiddelde scores die de Vlaamse scholen halen op de PISA-testen. Gesteund door enkele professoren gaan zij op zoek naar een verantwoording voor deze ongelijkheid.

(download het volledige artikel in PDF) :
negationisten.pdf

Kort na de aankondiging van onze eigen studie (” PISA 2012 ontsluierd”) in de pers en de publicatie via onze website, publiceerde professor Wim Van den Broeck, psycholoog aan de VUB, een onderzoeksrapport evenals een vrije tribune in het dagblad De Morgen. Voordien had een andere psycholoog, professor Walter Duyck van de UGent zich ook geprofileerd, via diverse artikelen en tribunes, als verdediger van de school van de ongelijkheid. Beide professoren trachten de Vlaamse publieke opinie ervan te overtuigen dat sociale ongelijkheid in het onderwijs onvermijdelijk en dus aanvaardbaar is. De alarmerende berichten over de sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs zouden onterecht zijn. Vlaanderen zou integendeel zeer hoog scoren voor het bieden van optimale kansen. Hun artikels in De Morgen en De Tijd evenals de verslagen van hun conferenties werden geciteerd op een veelheid van blogs en forums, in het bijzonder in de middens die aanleunen bij de N-VA en extreem rechts. Hun standpunten liggen relatief dicht bij elkaar, maar wij nemen hier enkel het onderzoeksrapport van professor Van den Broeck als uitgangspunt.

Zijn betoog steunt op drie grote punten:

1. Van den Broeck stelt dat de sociale ongelijkheid op school onvermijdelijk is omdat ze, minstens voor een belangrijk deel, de afspiegeling is van ongelijkheid in intelligentie. Als de rijken rijk zijn is dat vooral omdat ze slimmer zijn. En het is ook daarom dat ze beter scoren in de PISA-testen en in de schoolse competitie… Als u dacht dat dit soort discours definitief tot het verleden behoorde, vergist u zich. Van den Broeck maakt zich tot boodschapper van een machtige internationale stroming, afkomstig uit de Verenigde Staten, die beweert zich te steunen op solide wetenschappelijke argumenten. Wij zullen dus beginnen met die argumenten te analyseren en te betwisten.

2. Van den Broeck beweert dat de gebruikelijke indicatoren van sociale ongelijkheid – die gebruikt worden door Ovds en anderen – om het Belgische onderwijs te bekritiseren niet ter zake doen: zij meten alleen het verschil tussen leerlingen, zonder rekening te houden met hun gemiddeld niveau. Van den Broeck stelt voor om ze te vervangen door andere maten, met name de score van de 5 % zwakste leerlingen en de resilience (vertaald als “veerkracht”). Twee indicatoren waarvoor Vlaanderen – toeval of niet – zeer goede resultaten behaalt. Wij zullen die twee indicatoren bestuderen en aantonen waarom ze ongeschikt zijn als men de rechtvaardigheid van een onderwijssysteem wil evalueren. We zullen ook aantonen waarom de kritiek tegen de klassieke indicatoren van sociale ongelijkheid geen steek houdt.

3. Van den Broeck lanceert een aanval op wat hij beschouwt als het stokpaardje van de verdedigers van de democratische school: de verlenging van de gemeenschappelijke stam. Hij beweert aan te tonen (tegen het inzicht van de grote meerderheid van experts in de wereld) dat de onderwijssystemen die vroegtijdiger selecteren soms rechtvaardiger en performanter kunnen zijn, zeker onder bijzondere voorwaarden die zich – niet helemaal verrassend – juist in Vlaanderen voordoen. Wij zullen aantonen dat die argumentatie wetenschappelijk onhoudbaar is. Voor ons is de verlenging van de gemeenschappelijke stam één van de maatregelen die moeten genomen worden om de school te democratiseren. Uiteraard kan dit niet los gezien worden van een globale visie op ongelijkheid in onderwijs.

Deze drie stellingen en de kritiek er op vormen dan ook des structuur van dit artikel.

Lees verder (download het artikel in PDF) :
negationisten.pdf

Nico Hirtt est physicien de formation et a fait carrière comme professeur de mathématique et de physique. En 1995, il fut l'un des fondateurs de l'Aped, il a aussi été rédacteur en chef de la revue trimestrielle L'école démocratique. Il est actuellement chargé d'étude pour l'Aped. Il est l'auteur de nombreux articles et ouvrages sur l'école.