“Dat boek leest als een trein die door de multiculturaliteit in Brussel raast. Het standaardwerk voor al wie de ziel van Brussel wil doorgronden” (prof. dr. Chris Kesteloot KU Leuven)
Voor wie de onderwijsrealiteit in Brussel wil doorgronden is een kennis van de socio-economische en culturele realiteit onontbeerlijk. Daarbij is het boek “In Brussel. Een reis door de wereld” een onmisbaar instrument.
De historicus Hans Vancandelaere komt zijn boek “In Brussel. Een reis door de wereld” voorstellen tijdens de “zes uren voor de democratische school” op zaterdag 19 oktober.
Hieronder lees je de inleiding van het boek.
In Brussel. Een reis rond de wereld
Over het Brussel van net na de Tweede Wereldoorlog is een nieuwe stad geschoven, deels met dezelfde gebouwen maar vooral met andere bewoners. Vandaag heeft meer dan de helft van de Ketjes buitenlandse roots. Tussen de Basiliek van Koekelberg en het Zoniënwoud lopen ongeveer 170 verschillende nationaliteiten rond. Van Braziliaanse gyprocplaatsers tot Grieken die hun ruggenwervels versleten bij de aanleg van de metro. Van Bulgaarse madammen achter de vitrines aan het Noordstation tot Libanezen met hun tweedehandsauto’s langs het kanaal. Van wokkende Chinezen en Vietnamezen bij de Beurs tot hooggeschoolde expats rond Schuman en Russische adel in een Ukkelse vallei. En dan zwijgen we nog over de mensen met gemengd bloed. Hoe kwam die superdiversiteit zo razendsnel tot stand?
In Brussel geeft de nieuwe Brusselaars een gezicht en een verleden. Het boek combineert in een verhalende stijl niet alleen getuigenissen met bestaand onderzoek, het is ook een liefdesverklaring aan een veelkleurige metropool die wereldgeschiedenis binnenhaalt. Een reis langs mensen en literatuur. En voor niet-Brusselaars een reis naar morgen.
De wereld in de stad
Je leest ze af en toe, die afgeronde mythische cijfers van 170 à 180 verschillende nationaliteiten die in Brussel vertegenwoordigd zijn. Als je dat afweegt tegen de 193 officieel erkende landen die in de Verenigde Naties zetelen, dan spreek je al snel over de wereld in de stad. Soms gaat het om niet meer dan een tandem verloren gereden Nieuw-Zeelanders die in hun eentje de statistieken naar omhoog duwen. Maar daar stopt elke vorm van relativering.
Brussel groeide in nauwelijks zestig jaar tijd uit tot een fundamenteel multiculturele stad.Nergens anders dan op trams, bussen en metro’s krijg je een zo overweldigende dosis ingeblikte verscheidenheid op je netvlies gebrand. Toen dit boek nog in de kinderschoenen stond, spoorde ik meermaals heen en weer tussen de metrohaltes Erasmus in Anderlecht en Herrmann-Debroux in Oudergem. Met speedinterviews peilde ik bij reizigers naar hun relatie tot Brussel, hun visie op toenemend kosmopolitisme en hun herkomst of die van hun ouders of grootouders. Later deed een vijftigtal jongeren dit amateuristische experiment over.De diversiteit op de zitbanken was natuurlijk verbluffend. Geen uithoek van de planeet bleef gespaard. Maar er zat ook een hoop hybride types bij, mengsoorten dus. En dat kan ver gaan. Een Brusselaar wiens vader Israëliis, zijn moeder Congolese en zijn grootvader Fransman. Dit soort van vermenging is een essentieel kenmerk van Brussel geworden. In 2000 was 41 percent van de huishoudens cultureel gemixt en dus de facto multicultureel.
De sterkst groeiende groep onder de gezinnen is die waarin kinderen opgroeien in meerdere talen.Om dit minder cijfermatig te zeggen, met een citaat van de Marokkaans-Brusselse filmmaakster Saddie Choua: ‘Ik heb een Belgische moeder, een Marokkaanse vader en een lesbische zus. Ik hou van Fela Kuti, Sufjan Stevens, Fairouz en André van Duin.Niet te vergeten Queens Of The StoneAge. Oh ja. Ik ga naar Debussy in de Bozar en PJ Harvey in het Koninklijk Circus. Bij zonnig weer lees ik Virginia Woolf en Murakami in het Dudenpark. Ik zie het beste van Pasolini in het Filmmuseum. Ik droom van Istanbul wanneer ik door Schaarbeek slenter. Ik doe inkopen op de Zuidmarkt (en in de Hema, althans vroeger toch). Ik word uitgenodigd voor thee bij mijn Tunesische buurvrouw en in Matonge dans ik met vrienden afkomstig uit Kinshasa.’ ‘Leuk hé’, voegt ze eraan toe.
Los van het eeuwige vuil in de straten scoorde het internationale karakter van de stad torenhoog. ‘Multiculti’, zoals de Duitse bondskanselier Angela Merkel het noemde, werd door de metroreizigers spontaan als een van de meest positieve hoofdeigenschappen aangehaald. Dit sluit aan bij wetenschappelijke bevindingen. Brussel wordt door een pak inwoners en nieuwkomers als zeer open en tolerant ervaren. De verscheidenheid is er zo groot dat één dominante ‘nationale’ cultuur waarnaar iedereen zich moet schikken om erbij te horen naar de achtergrond wordt verdrongen. Doorgaans kan je zijn wie je bent.
Ik wijk even af, maar het is te mooi om links te laten liggen. Natuurlijk vang je bot bij een aantal reizigers die het liever bij hun krant, gepieker of dagdromerij houden. Maar in zoveel andere gevallen ontstond er iets.Voor de duur van twee haltes. Verwondering, bereidwilligheid, gelaatstrekken die open gingen, doorprikte anonimiteit. De MIVB zou er eens over moeten nadenken om haar voertuigen uit te rusten met een of andere ludieke installatie die reizigers interpelleert en vrijblijvend uitnodigt om te kletsen. Uit naam van de sociale cohesie zit daar potentieel in.
In 2006 werden officieel 273.693 Brusselaars met een vreemde nationaliteitgeregistreerd. Dat was 26,9 percent van de Brusselse bevolking of 30 percent van de totale vreemde bevolking in België. Ongeveer 60 percent hiervan kwam uit een van de 27 EU-lidstaten. Na de bevolkingstelling van 2001opende de top vijf van de grootste vreemde gemeenschappen met Fransen,gevolgd door Marokkanen, Italianen, Spanjaarden en Portugezen.Maar enkel afgaan op nationaliteit geeft al lang geen beeld meer van de reële diversiteit in de stad.
Brussel verwerkte sinds 1989 ook meer dan 200.000 nationaliteitswijzigingen. Als je door de naturalisaties heen kijkt en rekent op basis van nationaliteit van oorsprong, dan was in 2001 46 percent van de Brusselse bevolking van niet-Belgische afkomst. Reken daar de kinderen bij die als Belg zijn geboren uit ouders die migreerden, en dan heeft meer dan de helft van de bevolking wortels in de migratie.Op dit punt verandert het plaatje van de top vijf. Goud gaat dan naar mensen van Marokkaanse origine. In 2001 vertegenwoordigden ze 13 percent van het totale aantal Brusselaars. Fransen kregen zilver en Italianenbrons. In dalende lijn volgden mensen met wortels in Turkije, Spanje, Portugal, Congo, Griekenland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Sindsdien nam de diversiteit verder toe met vooral impulsen uit het voormalige Oostblok of Sub-Saharaans Afrika.
Niets voorspelt ook een afname. Tegen 2020 zullen er naar schatting 170.000 inwoners bijkomen.In belangrijke mate zal dit het gevolg zijn van internationale migratie en de natuurlijke bevolkingstoename, waarin de iets hogere vruchtbaarheid van de doorgaans jongere migrantenpopulaties een rol speelt.Brussel wordt kosmopolitisch, met een ongelooflijke veelheid aan etnieën en nationaliteiten die zelden homogeen zijn. Kijk gewoon al naar de genderverschillen binnen een groep of naar de verschillen tussen de eerste,tweede en derde generaties! Multiculturaliteit slaat ook op het gigantische gamma van leefstijlen, consumptiepatronen, jeugd- of eetculturen.
En na kruisbestuiving en beïnvloeding, stad van subculturen van subculturen. In het Franstalige cultureel centrum Le Botanique in Sint-Joost-ten-Node vond een concert plaats waarbij Roma-violisten gelijktijdig op de planken stonden met Marokkaanse tamboerijnspelers, een Spaanse flamencogitarist, een Malinese harpist, een Belgischeaccordeoniste en een Congolese zangeres!
Sinds 2000 wordt deze multiculturele realiteit als onderdeel van de Brusselse identiteit om de twee jaar gevierd in de Zinneke Parade. Vanuit de onderbuik van de stad schaart zich dan een leger van mensen met de meest diverse culturele, sociale en religieuze achtergronden onder artistieke begeleiding achter een gedeeld stadsproject. Communautaire en institutionele tussenschotten worden neergehaald. De bonte optocht is het feest van alle Brusselaars. Meer nog, de apotheose toont slechts het topje van de ijsberg. Onderhuids wordt tijdens de voorbereiding telkens anderhalf jaar lang op wijkniveau en vanuit een gigantische coproductie aan duurzame contacten gewerkt. Groepen die anders nauwelijks hun stem kunnen laten horen, krijgen met volle teugen inspraak. ‘Zinneke’ slaat op straathonden die zich vroeger ophielden rond de Kleine Zenne, een aftakking van de hoofdrivier. Nadien kreeg de term de bijklank van bastaard, een onzuivere Brusselaar, eentje die zowel bloed van buiten als van binnen de stad in zich draagt. Nu blijft het wel te zien in welke mate dit geen mythe is. Claire Billen, een prominente ULB-mediëviste, opperde puur hypothetisch dat Zinneke misschien wel een afgeleide kan zijn van het Dietse sin, wat zoveel betekent als ‘aap’. Brussel had ooit een Sinstraat. In die zin zou Zinneke een spotnaam kunnen zijn die buitenstaanders meegaven aan de 16deeeuwse burgerlijke stadselite die het hof in de hoogstad wilde naapen. Billen kan niets hardmaken, maar een punt is wel dat we totaal geen kennis hebben over een eerste vermelding van het woord en ook niet over hoe en wanneer het de betekenis van bastaard of ‘iemand van buiten’ ging aannemen. Het mooie van de zaak is wel dat als deze interpretatie zich vandaag in ons taalgebruik heeft genesteld, ze meteen ook de nieuwe situatie van toenemend multiculturalisme opslorpt. Migranten en hun nageslacht worden erin geïntegreerd. Met dank aan de Zinneke Parade. Brussel heeft er een goed werkend symbool bij.
Wel vreemd is dat de stad op het niveau van literatuur zo bitter weinig onderneemt met haar kosmopolitische werkelijkheid. Brussel slaat je dood met boeken over art nouveau en Expo 58, terwijl een overzichtswerk over de historische totstandkoming van die diversiteit totaal niet bestaat. Voor België is er het boek Histoire des étrangers et de l’immigration en Belgique,onder leiding van ULB-historica Anne Morelli. Nadat ik bergen literatuur verzette, vond ik voor Brussel de verzamelbundel Bruxelles multiculturel uit1996, een schitterende poging om de veelheid van uitingsvormen van immigratie en diversiteit in de stad luchtig in kaart te brengen. Daarmee is de kous af. Het verhaal van zestig jaar migratie naar Brussel lijkt op een duizenddelige puzzel waarvan er hoe dan ook 750 stukken ontbreken. Bestaand onderzoek naar migratiecarrières van gemeenschappen vult het saldo op,maar is tegelijk extreem verspreid over universiteiten, krantenredacties en onderzoekscentra. Een deel van dit wetenschappelijke werk vergeelt en bereikt de buitenwereld niet.
Onderzoekskeuzes zijn ook bijzonder selectief. Veel over Marokkaanse en Turkse Brusselaars. Voor achtergronden over Spanjaarden, Grieken en Pakistanen moet je al scharrelen. Op een derde niveau blijft een pak ‘gemeenschappen’ gewoon in de vergeetput zitten.Ik ondernam een poging om als historicus twee jaar lang de essentie uit zo veel mogelijk wetenschappelijk en journalistiek onderzoek voor een eerste keer toegankelijk samen te brengen in één boek. Het werd een ongelooflijk intense reis door literatuur en langs mensen. Want tegelijk wilde ik ook de stadsbewoner zelf aan het woord laten. De reis dekt de periode van kort na de Tweede Wereldoorlog tot vandaag. Al naargelang de ‘gemeenschap’ zakte ik soms even af tot in het interbellum. Maar al wat je leest, vindt hoe dan ook een klankbord in nog levende Brusselaars.
Laat eender wie dit boek herschrijven en je krijgt een nieuw verhaal. Het werd dus ‘een’ reis, met de zeer uitdrukkelijke klemtoon op ‘een’. Ze draait zoals de structuur van een Brusselse caracole in een spiraal de wereldrond en start bij de Zuid-Europese aanwezigheid in de hoofdstad. Via de Maghreb gaat de route naar Sub-Saharaans Afrika om daarna opnieuw af te buigen in de richting van Turkije en het Midden-Oosten. Van daar gaat het verder naar Azië en via de landmassa van de voormalige Sovjet-Unie weer terug tot in Oost-Europa en de Balkan. Na een blik op voornamelijk hooggeschoolde Europeanen in Brussel wordt de plas overgestoken voor enkele echo’s uit Noord-Amerika. De trip klokt af met Zuid-Amerikaanse migratie.Naar een glas water kun je kijken en erover gissen of het koud is of op kamertemperatuur. Maar je kunt het ook vastnemen om het te voelen. Net zo voor diversiteit. Je kunt eraan voorbijgaan, ook al draai je er dagelijks in mee. Of je kunt je eraan vastklampen en je ermee bezatten. Dit is wat ik twee jaar lang deed. Iedereen weet dat Brussel divers is, maar als een lezer na afloop zegt, ‘ik wist niet dat het zó ver ging’, en hij een concreter beeld overhoudt van de veelheid en potentiële rijkdom, dan is dit boek, zonder volledig te willen zijn, wat mij betreft geslaagd.
Het boek “In Brussel. Een reis door de wereld” werd uitgegeven door EPO.