Zuiver etnische factoren bepalen mee de achterstand van allochtonen op school. Dat zegt de Gentse onderzoeker Stijn Baert in zijn doctoraalproefschrift, waarvan resultaten werden gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift ‘Economics of Education Review’.
Volgens Baert springen drie belangrijke resultaten in het oog.
‘Ten eerste verklaart de lagere sociale afkomst van allochtonen bijna volledig hun hogere kans om de school voortijdig te verlaten en hun lagere kans om hoger onderwijs aan te vatten. Het feit dat allochtonen minder vaak een diploma secundair of hoger onderwijs behalen, heeft dus vooral te maken met het onderwijsniveau van hun ouders, eerder dan met hun origine.’
Er ontstaan echter een ander beeld wanneer rekening gehouden wordt met de schoolvertraging die allochtonen en autochtonen oplopen. ‘Allochtonen zitten vaker over dan autochtonen, los van hun sociale afkomst. Het vierde jaar van het secundair onderwijs blijkt een belangrijk moment waarop een zuiver etnisch verschil in overzitten ontstaat.’
Nog sterker blijkt het zuiver etnische verschil op de arbeidsmarkt. ‘Sociale afkomst speelt amper nog een rol in de verklaring van de tragere overgang van school naar werk van allochtonen. Het zijn vooral zuiver etnische factoren die dit verklaren.’ Anderzijds speelt volgens Baert ook de gesproken taal thuis een rol.
De doctoraalstudent zegt de de bevindingen belangrijke beleidsimplicaties hebben. ‘Ze geven aan de algemene maatregelen gericht op jongeren van lage sociale afkomst niet volstaan om de achterstand van allochtonen op school en op de arbeidsmarkt weg te werken.’
De studie analyseerde een steekproef van 9.000 jongeren geboren in 1976, 1978 en 1980 en bevraagd op 23, 26 en 29-jarige leeftijd.
Bron: Belga, 21 augustus 2013
Hieronder vind je de studie, die is gepubliceerd in Economics of Educations Review
Stijn Baert, Bart Cockx, “Pure ethnic gaps in educational attainment and school to work transitions. When do they arise?” , IZA Discussion Paper no 7262