Paul Robert is principal (directeur) van het collège Nelson Mandela in Clarensac (Frankrijk).Hij schreef een boek over het Fins onderwijssysteem: “La Finlande. Un modèle éducatif pour la France ? Les secrets de la réussite”. Hieronder volgt zijn uiteenzetting op een studiedag van Ovds in maart 2013.
De interesse voor Finland op onderwijsvlak wordt uiteraard gevoed door de schitterende resultaten van dit land in de internationale evaluaties en vooral in de meest beroemde daarvan, PISA. Deze uitstekende scores leiden tot het zoeken naar de bronnen van zo’n constant succes.Zeker in een land als Frankrijk dat middelmatig scoort in PISA, wat erg teleurstellend is gezien het budget dat aan onderwijs besteed wordt en de reputatie van beste onderwijs ter wereld die gedurende lange tijd gerechtvaardigd was.
Vooraleer we de oorzaken van het Finse succes onderzoeken,wil ik de aandacht trekken op enkele zeer interessante aspecten van dit succes, die door PISA duidelijk gemaakt werden. Finland stelt zich er niet mee tevreden om met een grote regelmaat het podium te halen. Het PISA-onderzoek toont dat dit land ook oplossingen blijkt gevonden te hebben voor onderwijsproblemen, waar heel wat ontwikkelde landen, zoals Frankrijk, mee worstelen:
-*Hoe de schoolse mislukkingen doen dalen ?
-*Hoe strijden tegen het sociaal-economisch determinisme in het onderwijs ?
-*Hoe tegelijkertijd de vorming van een sterke en talrijke schoolse elite verzekeren ?
-*Hoe dit alles realiseren zonder het onderwijsbudget te doen exploderen ?
Deze vragen,die het onderwijsdebat in Frankrijk voortdurend doorkruisen, blijken, volgens de zeer precieze gegevens die alle drie jaar aangeleverd worden door PISA, in Finland stevige en stabiele antwoorden gevonden te hebben. Welke zijn de sleutels van dit verbazingwekkend succes ?
Het kind staat centraal
Naar mijn mening is het op de eerste plaats een onderwijsfilosofie die interesse heeft in het kind (niet alleen in de leerling) in zijn geheel en het kind in het centrum van het systeem plaatst. Dat er een antagonisme zou kunnen bestaan tussen het openbloeien van het kind en het verwerven van kennis, klinkt in Finland erg ongerijmd. Hoe immers zou een gelukkig en vrolijk kind, dat met plezier naar school gaat omdat het daar terechtkomt in een veilige, bekende, comfortabele en harmonieuze omgeving, waar het weet dat de leerkrachten er zijn om het te helpen vooruit gaan, welke moeilijkheden er ook opduiken, hoe zou zo’n kind niet alle kansen hebben om gemakkelijker de aangeboden kennis te verwerven ?
Alles wordt in het werk gesteld opdat het op zijn eigen ritme zou vooruit gaan. Laat ons luisteren naar een Finse moeder : “Het onderwijssysteem moet zich aanpassen aan het ritme van het kind, en niet omgekeerd. Als het kind biologisch niet klaar is om geometrie of grammatica te leren, is dat niet erg… men zal wachten tot het er klaar voor is.”
Daarom gebeurt het verwerven van fundamentele kennis zeer geleidelijk (er is geen schoolplicht vóór 7 jaar) en is er in het begin veel ruimte voor spelen. Het maakt deel uit van de professionele expertise van de leerkrachten dat zij kinderen via het spel tot de kennisverwerving kunnen leiden.
Deze voorschoolse fase is ook de periode waarin het kind geobserveerd wordt en waarin eventuele leermoeilijkheden ontdekt worden om ze zo snel mogelijk te remediëren. Tot op het einde van de basisschool zal deze welwillende aandacht voor elke leerling niet verslappen.
De voorwaarden voor een echte gelijkheid
Als Finland er in geslaagd is om het mislukken op school sterk terug te dringen, dan is het omdat het in elke school de middelen voor hulp en efficiënte remediëring ter beschikking gesteld heeft. Voor een school met 200 tot 300 leerlingen zijn twee gespecialiseerde leerkrachten klasvrij.Op vraag van hun collega’s houden zij zich tijdens de klasuren bezig met leerlingen die specifieke hulp nodig hebben.
Als Finland er in slaagt de effecten van het sociaal-economisch determinisme op onderwijsvlak te beperken is dat ook omdat de hervormers van het onderwijssysteem bij het begin van de jaren‘70 bezield waren met een sterk wil om de voorwaarden voor een echte gelijkheid te realiseren.Dit was een waagstuk in een land met een heel verspreide bewoning, dat nog heel ruraal was, waar de ongelijke ontwikkeling tussen de provincies nog heel groot was en, meer nog, waar er geen taalkundige homogeniteit was.
Van het principe van een gelijke toegang tot kwaliteitsonderwijs voor iedereen, welke ook de geografische situatie was, welke verschillen er ook waren qua taal, sociale herkomst of geslacht, werd door de hervormers nooit meer afgeweken.
Dit werd vertaald in de oprichting van een verplichte basisschool, identiek voor iedereen van 7 tot 16 jaar en volledig gratis.Dit was niet eenvoudig want ik wil u er wel aan herinneren dat tot dan toe het Finse systeem even ongelijk, elitair en selectief was als het Franse of Duitse onderwijssysteem.
In een land dat drie officiële talen telt, wil dat zeggen dat elke leerling zijn hele schoolloopbaan in zijn moedertaal kan afwerken.
In een land met een heel verspreide bevolking betekent dat een kwaliteitsschool tot in de meest afgelegen gebieden in Lapland.
En laat ons elkaar goed begrijpen wat gratis zijn betreft: in Frankrijk is de toegang tot de school gratis. Zeker, maar de gezinnen dragen niet minder dan 10% bij aan de globale uitgaven voor onderwijs. In Finland is de kosteloosheid totaal: de families betalen niet voor de maaltijden, niet voor het transport, niet voor de boeken, niet voor de schoolbenodigdheden.
Die manier om de genereuze principes tot in de concrete details uit te werken is zeer karakteristiek voor wat ik zou noemen het pragmatische humanisme van de Finnen waarvoor ik een grote bewondering heb.
De lerarenopleiding
Een derde fundamentele element van het welslagen van het Finse onderwijssysteem: de leerkrachten.Het bleek evident voor de Finse hervormers dat ze niets konden bereiken zonder de leerkrachten. De leerkrachten werden bij de uitwerking van de hervorming betrokken zodra de fundamentele principes geformuleerd werden. Die fase van uitwerking duurde vier jaar (van 1968 tot 1972). Daarna werd de hervorming heel geleidelijk uitgevoerd, te beginnen in de meest afgelegen provincies.
Het optrekken van het vormingsniveau van de leerkrachten bleek snel een essentiële prioriteit te zijn voor het welslagen van de hervorming. Alle leerlingen in een zelfde basisopleiding samen brengen stelde immers het geduchte probleem van de heterogeniteit. Hoe onderwijzen en wat onderwijzen aan leerlingen die vroeger vroegtijdig opgedeeld werden ? Het antwoord lag deels in de programma’s maar was toch vooral van pedagogische aard.
De opleiding van de leerkrachten werd dus helemaal herdacht om op deze nieuwe uitdaging te antwoorden.Sinds 1979 volgen alle toekomstige leerkrachten een opleiding op het niveau van master. In deze lerarenopleiding wordt veel aandacht besteed aan de kennis van de psychologie en de cognitieve ontwikkeling van het kind, aan theorieën over het leren en aan pedagogie. De studenten verwerven deze kennis door te steunen op de praktijk die ze geleidelijk,omkaderd door ervaren professoren, opdoen in oefenscholen die op alle campussen van de pedagogische faculteiten bestaan.
Voorzien van deze stevige theoretische en praktische bagage worden de leerkrachten vervolgens beschouwd als experts aan wie men vertrouwen kan geven. Het is dus logischerwijze niet meer nodig hen te inspecteren.
Het frappante aan het Finse onderwijssysteem is de stevigheid van zijn theoretisch kader, zijn zeer grote samenhang en de gehechtheid van alle betrokkenen en van het geheel van de bevolking aan de principes waarop het gesteund is.Ook de zeer geleidelijke manier waarop het uitgebouwd is terwijl men altijd op zoek ging naar een consensus rondom sterke waarden.
Om hun school te veranderen hebben de Finnen zich langzaam gehaast
De bijzonderste les die Finland ons kan geven op onderwijsdomein is zijn bedreven kunst van de hervorming. Dat heeft hen toegelaten om te tonen, zoals het manifest van het (Franse) lerarencollectief “Ecole: changer de cap” (waarvan ik lid ben) terecht schreef dat “grondige hervormingen van het onderwijs een realiseerbare utopie vormen”.
Het lijkt me dat de eerste voorwaarde om tot een verandering van het onderwijs te komen het bouwen is van een consensus rond duidelijke, ambitieuze objectieven op langere termijn. Vervolgens om vanaf de beginfase van elke hervorming al de geïnteresseerde partijen er bij te betrekken. En uiteindelijk om te werken aan een ritme van verandering dat los staat van de korte politieke termijnen.
Op die voorwaarden kan hetgeen in Finland gerealiseerd werd misschien ook elders, rekening houdend met de specificiteit van elk land.
Deze toespraak werd gehouden op de studiedag “Welke hervorming voor het secundair onderwijs?” die Ovds op 2 maart 2013 organiseerde in Brussel.