Hé, leefloner

Facebooktwittermail

Geert Versnick, OCMW-voorzitter van Gent (Open VLD) lanceerde een voorstel om leefloners te verplichten hun kinderen naar de kleuterschool te sturen op straffe van het afpakken van hun leefloon. Een pleiade politici van liberale strekking, o.a. de Gentse kandidaat-burgemeester Siegfried Bracke (NVA), steunden dit voorstel. Anderen, zoals de minister van onderwijs Pascal Smet (SP.a) kantten zich tegen het voorstel. De journalist Paul Goossens schreef in een vrije tribune (De Standaard, 30 maart 2012) dat het echte pijnpunt in het Vlaams onderwijs eerder de geringe deelname (van kinderen uit de lagere sociale groepen) aan het hoger onderwijs is dan de deelname aan het kleuteronderwijs.

Voor 290 euro kunt je zondag op de Oude Kwaremont vanuit de 230 meter lange vip-tent drie keer de sterkste kuiten en billen van de planeet voorbij zien razen. De lunch is inbegrepen, de champagne niet. Als je niet bent ingeschreven, hoef je niet meer te bellen. De vele duizenden arrangementen zijn al lang de deur uit. Een alternatief is het vip-busje waarmee je achter de renners over de keien van dezelfde Kwaremont mag knallen. Iets duurder natuurlijk, maar zoveel exclusiever en het schokken is echt. Voor 375 euro heb je een plek. Voor de hard werkende Vlaming is het een leuk en onschuldig tijdverdrijf. Het schept een band en een identiteit. De bedragen zijn fors, maar niet exuberant. Zeker niet voor een Bert De Graeve, die in 2011 zijn loon met een derde zag stijgen, goed voor 1,78 miljoen euro. Als je met een leefloon moet rondkomen, blijf je best uit de buurt van Vlaanderens mooiste. Iemand die een gezin ten laste heeft, moet het met 1.047,48 euro stellen. Met één zitje in de vip-bus is die meer dan een derde van zijn maandinkomen kwijt. Uitgerekend dat schamele maandloon, ruim beneden de Europese armoedenorm, nam de Gentse OCMW-voorzitter Geert Versnick deze week in het vizier.
Om de achterstand van kansarme kinderen te bestrijden, wil Versnick gezinnen die een leefloon ontvangen verplichten om hun kleuters vanaf 2,5 jaar naar school te sturen. Een nobel en eerbaar doel, dat iedereen toejuicht. En of het de Open VLD-politicus menens is. Als de ouders niet thuis geven, verliezen ze hun uitkering. Althans dat zei hij ’s ochtends op de radio, ’s avonds op televisie krabbelde hij terug en ging het slechts over een deel van de uitkering. Dat heet dan onzorgvuldig formuleren.

Natuurlijk kan Versnick verzachtende omstandigheden pleiten. Hij is een heel bezige bij. Niet alleen is hij OCMW-voorzitter en schepen, hij is voorzitter van ziekenhuis Jan Palfijn, voorzitter van de raad van bestuur van Eandis, lid van het strategisch comité van Publigas, bestuurder van Artexis Belgium en nog een stuk of wat ondernemingen. Dat zo’n druk bezet man toch de tijd vindt om zich over het lot van de kansarme medemens te buigen, verdient een vermelding.

Meer zelfs, zoveel engagement roept vragen op. In Vlaanderen ligt de participatie in het kleuteronderwijs erg hoog. Zowat 98,5 procent is ingeschreven in de laatste kleuterklas, tegen 92,8 procent voor de 2,5-jarigen in de instapklas. Dit is wereldtop en de meeste Oeso-landen kunnen er alleen van dromen.

Versnick signaleert geen schijnprobleem, wel overdrijft hij een deelprobleem en zwijgt hij over het echte pijnpunt en dé schande van het Vlaams onderwijs: de duurzame achterstand en uitval van de lagere sociale groepen. Slechts 16 procent jongeren van laaggeschoolde ouders participeert in het hoger onderwijs. Bij de jongeren van hooggeschoolde ouders is dat 57 procent. Ondanks decennia democratisering van het onderwijs blijft een universitair diploma een privilegie van de economische en culturele elite. Daarover zwijgt Versnick en dat sterkt het vermoeden dat het hem minder om de kansarmoede is te doen dan wel om het leefloon en de rechten en plichten van de steuntrekkers. Een beetje ranzige polemiek in deze budgettair beroerde tijden is mooi meegenomen.

Zeker als er verkiezingen in zicht zijn en het opbod rond een kordate aanpak van de ‘leefloners’ – nog even en het is synoniem voor profiteurs – is begonnen. De Gentse N-VA-lijsttrekker Siegfried Bracke was er als de kippen bij om het voorstel-Versnick zijn zegen te geven. ‘Omdat het over fundamentele kinderrechten gaat’, aldus Bracke, ‘moet je de ouders op hun gevoelig punt pakken: hun portemonnee.’ Dus, intrekken dat leefloon. Terloops meldt hij nog dat twee op drie leefloners in Gent niet-Belgen zijn. Voor politici zijn leefloners gemakkelijke doelwitten. Je hoort ze niet in praatprogramma’s, ze zijn afwezig in de sociale media en staken is er voor hen niet bij. Het is een underclass zonder stem, zonder status, zonder hefbomen. Een kostenpost voor de samenleving, die je zonder enig risico in de portemonnee kunt zitten. Een De Graeve daarentegen, die schrapt 609 banen en krijgt een extraatje van 434.000 euro.

Bovendien is er de tijdgeest. Niet alleen de nationaal-conservatieven van de N-VA koesteren Dalrymple en zijn kritiek op de sentimentele samenleving en de pampercultuur. Zo is het ‘voor wat hoort wat’ van Patrick Janssens en Monica De Coninck niet zonder risico. Het kan verder de weg effenen voor een kansarmenbeleid dat de individuele verantwoordelijkheid overbelicht en de structurele barrières onderbelicht. Als zowel Versnick als Bracke systematisch naar de OCMW-aanpak van De Coninck verwijst, klopt er iets niet. Het is tijd dat inkomensongelijkheid en herverdeling weer prominent op de politieke agenda komen.

Paul Goossens