Amper 28 procent van de nieuwe studenten in het eerste jaar hoger onderwijs slaagt volledig. Slechts 13.780 van de 48.856 nieuwe eerstejaars haalde in het academiejaar 2009-2010 al hun opgenomen studiepunten. Doe je de gedelibereerde punten erbij, dan kom je uit op 38 procent. 12,5 procent van de studenten haalt geen enkel studiepunt, slaagt voor geen enkel vak. Dat staat in een rapport van het departement Onderwijs. Het beschrijft het studiesucces van de generatiestudenten, zij die zich voor het eerst aan een universiteit of hogeschool inschrijven.
In het academiejaar 2007-2008 slaagde 40 procent van de nieuwe studenten voor alle opgenomen studiepunten. Vóór de grote hervorming was dat zowat 42 procent.
De flexibilisering van het hoger onderwijs blijkt er voor veel tussen te zitten. Er wordt niet meer in studiejaren gedacht maar in studiepunten (‘credits’). Een bacheloropleiding, die drie jaar duurt, is goed voor 180 studiepunten, één jaar telt er 60. Studenten kunnen vakken van het eerste jaar meenemen naar hun tweede, zelfs derde jaar.
Tegenover het lage ‘slaagcijfer’ staat dat een student gemiddeld 64 procent van zijn studiepunten haalt. Dat ligt hoger dan de 61 procent in 2007-2008.
‘Er zijn minder studenten volledig geslaagd, maar gemiddeld slagen ze meer voor de opgenomen vakken’, oordeelt Kristiaan Versluys, directeur onderwijsbeleid van de Universiteit Gent, ‘het idee ”voor alles te slagen” is helemaal afgekalfd.’
(Bron: De Standaard, 11 maart 2011)