Het Hoger Instituut voor de Arbeid in Leuven HIVA) berekende reeds meermaals hoeveel een jaar onderwijs de ouders kost. De jongste cijfers dateren van het schooljaar 2006-2007.
Basisonderwijs
In het basisonderwijs bedroegen die kosten 260 euro voor kleuters, 338 euro voor leerlingen in het eerste tot en met het vierde leerjaar, en 393 euro in het vijfde en het zesde leerjaar.
In het basisonderwijs moet het basismateriaal dat nodig is om de eindtermen te bereiken, door de school gratis worden gegeven of ter beschikking gesteld.
Sinds het schooljaar 2007-2008 is er de maximumfactuur voor uitstappen. Zo geldt er een scherpe maximumfactuur voor daguitstappen. Per schooljaar mogen de lagere scholen aan de ouders niet meer dan 60 euro vragen voor de toneelbezoeken, sportactiviteiten, studiereizen en alle andere activiteiten die niet langer dan een dag duren. Ook verplichte aankopen, zoals het abonnement op een tijdschrift, vallen hieronder. In het kleuteronderwijs ligt de lat op 20 euro per schooljaar.
Daarnaast geldt er ook een minder scherpe maximumfactuur. Voor de meerdaagse uitstappen mogen de lagere scholen aan de ouders niet meer 360 euro vragen verdeeld over de zes schooljaren. Dat gaat onder meer over de bosklassen, zeeklassen en skiklassen. Voor de kleuterklassen is deze maximumfactuur 0 euro. Als kleuterscholen dergelijke activiteiten al zouden organiseren, dan mogen ze daarvoor niets aan de ouders vragen.
Onder deze maximumfactuur vallen alleen de meerdaagse uitstappen die tijdens het schooljaar plaatsvinden. De (buitenlandse) reizen tijdens de schoolvakanties liggen niet aan banden, omdat leerlingen niet verplicht zijn daaraan deel te nemen.
Secundair onderwijs
In het secundair onderwijs variëren de kosten voor de eigenlijke schooluitrusting (boeken, schrijfgerief, werkmateriaal) van 687 euro in de eerste, 722 euro in de tweede en 740 euro in de derde graad.
Als men ook kosten voor vervoer, bijkomende schoolactiviteiten zoals één- en meerdaagse uitstappen en buitenschoolse activiteiten zoals feestjes en klasfoto’s meetelt, lopen de kosten op tot gemiddeld 806 euro in de eerste graad, 955 euro in de tweede graad en meer dan 1.000 euro in de derde graad.
De kosten verschillen ook sterk naargelang de studierichting. Sommige studierichtingen van het TSO en BSO waar men materialen moet aankopen voor praktijklessen, vallen duurder uit, evenals het KSO (kunstonderwijs).