Falend gelijke onderwijskansenbeleid ?

Facebooktwittermail

In zijn commentaarstuk “Vrienden zijn emanciperend” stelt Guy Tegenbos in De Standaard: “Allochtone leerlingen die minstens één autochtone medeleerling als vriend(in) hebben, slagen gemakkelijker. (…) Dat leert ook dat witte scholen én zwarte scholen contraproductief zijn. Segregatie is geen goede methode van emancipatie.”
De centrale opdracht van het onderwijs is de emancipatie van alle leerlingen te bereiken. Als de polarisatie tussen witte en zwarte scholen dit doel in de weg staat moeten we daar tegenin gaan, moeten we de segregatie aanpakken. D.w.z. allochtone én autochtone leerlingen zo gelijkmatig mogelijk over alle scholen verdelen, zodat in elke school een sociale mix tot stand komt.

Het drama in de Antwerpse athenea is juist dat zij – via het invoeren van het hoofddoekenverbod – het afglijden naar een concentratieschool willen vermijden en zo pogen de sociale mix te herstellen. Voor één school is dit echter een onmogelijke opdracht. Dit kan slechts als alle scholen in een regio daaraan meewerken. Daarover dienen dan sluitende afspraken worden gemaakt. Op het terrein bv. in het lokaal overlegplatform is dit blijkbaar niet mogelijk. Getuige het feit dat alle Antwerpse scholen zich nu in een veelzeggend stilzwijgen hullen.

De inzet is hier wel degelijk gelijke onderwijskansen. Gaan we leerlingen omwille van een hoofddoek hun ontwikkelingskansen beperken? Trouwens, waarom verbieden alle ASO-scholen in het Antwerpse leerlingen met een hoofddoek? Resten alleen nog een paar BSO-scholen waar de hoofddoek wel toegelaten is. Men moet immers nog ergens zijn leerplicht kunnen vervullen. Moeten talentvolle allochtone meisjes nu dezelfde weg op als vele andere “blanke” leerlingen, die ’s morgens naar de randgemeenten Brasschaat, Kontich, Beveren, Wilrijk, enz. sporen om nog een ASO & TSO-school naar hun keuze te vinden? Maar hoelang zal men daar nog leerlingen met een hoofddoek dulden? Maar wellicht kunnen daar – om in de context van “Vrienden zijn emanciperend” te blijven – mooie vriendschappen ontluiken waar onze allochtone meisjes voorlopig alleen maar voordeel kunnen bij halen in hun verdere onderwijsloopbaan. In Antwerpen stad is dit niet meer mogelijk…

Hier is duidelijk een structureel probleem aan de orde waar het beleid niet langer om heen kan. De ‘vrijheid van onderwijs’ en ‘vrije schoolkeuze’ zijn niet absoluut. Zij zijn ondergeschikt aan emancipatorisch onderwijs. Als zij de emancipatie van alle leerlingen belemmeren dan moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen. Is de rode draad in haar beleid niet “Morgen kampioen in gelijke kansen”? Maar de overheid stond erbij en keek ernaar. Zij grijpt niet in, want dat behoort “tot de autonomie van de school.“ Wat hier gebeurt overschrijdt de draagkracht van één of enkele scholen. Het hele onderwijsveld is hierbij betrokken en moet mee in het bad.

Het Atheneum van Antwerpen staat model voor emancipatorisch onderwijs, waar vele andere scholen een voorbeeld kunnen aan nemen. Haar willen we geen steen toewerpen. We kunnen ons echter niet van de indruk ontdoen dat de manier waarop de beslissing – het verbod op de hoofddoek – werd genomen en aan de leerlingen gecommuniceerd niet strookt met haar eigen emancipatorische principes. Zoiets ingrijpends als het verbod op de hoofddoek kan men niet zomaar meedelen, laat staan opleggen. Onderwijs is een bij uitstek opvoedkundige situatie. Leerlingen maken zich normen en waarden eigen in discussie en tegenspraak en geven vorm aan hun eigen identiteit. Waarom geen project opzetten rond “Wat betekent emancipatie/identiteit voor mij?”, waar de meisjes een jaar lang kunnen rond werken en zo hun eigen normen- en waardenpatroon kunnen opbouwen? Misschien zou dan aan het einde van de rit een door de meerderheid gedragen besluit in de ene of de andere richting genomen kunnen worden.

Dit artikel werd als vrije tribune naar “De Standaard” gestuurd op 28 juni, maar werd er niet gepubliceerd.