De Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) doet een aantal voorstellen voor slagkrachtige LOP’s die een bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van gelijke rechten, kansen en uitkomsten.
1. Het LOP beschikt over instrumenten om de correcte uitvoering van het GOK-decreet te garanderen.
– De afspraken die in het LOP gemaakt worden over bijvoorbeeld de communicatie met de ouders (zoals het afficheren van de inschrijvingsperiodes aan de schoolpoorten, de vermelding van de inschrijvingsperiodes op de websites van scholen en op websites zoals de ‘Studiewijzer Antwerpen’, het doorgeven van informatie over de capaciteit van de scholen aan de deskundigen van de LOP’s) dienen strikt nageleefd te worden.
– Toezicht op deze afspraken gebeurt door de onderwijsinspectie en de verificatiediensten. Het niet naleven wordt gerapporteerd en doorgegeven aan de Commissie Leerlingenrechten en kan aanleiding geven tot sanctionering.
De overheid dient nauwlettend toe te zien op de spelregels van het inschrijvingsrecht, de correcte toepassing van het GOK-decreet en de LOP-afspraken gerespecteerd worden. Het GOK-decreet en het inschrijvingsrecht zijn democratisch verworven rechten die niet mogen prijsgegeven worden. Als het GOK-decreet en de LOP-afspraken niet correct worden toegepast, moet er kordaat worden opgetreden. Als er bepaalde tekorten in het decreet worden geconstateerd, moeten ze bijgestuurd worden. Het niet correct toepassen van het GOK-decreet en de LOP-afspraken belemmert immers de realisatie van gelijke onderwijskansen. Het heeft voor kansarme en ‘allochtone’ leerlingen nefaste en discriminerende gevolgen. Niet alleen zij zijn daar de dupe van, maar ook de vele directies die wél de decreten en de regelgeving correct toepassen.
De voordelen van meer transparantie in het inschrijvingsbeleid zijn duidelijk: bewustere en betere school- en studiekeuzes, minder tijdsverlies, minder dubbele inschrijvingen, minder ontgoochelingen en frustraties, een grotere betrokkenheid van ouders en leerlingen, minder schoolse mislukkingen …
– Het LOP en indien nodig de Commissie leerlingenrechten
zorgen ervoor dat de informatie over vermelde themata correct is. De Commissie zorgvuldig bestuur zorgt ervoor dat er geen oneerlijke concurrentie tussen scholen plaatsgrijpt.
– Het Departement Onderwijs stelt, in samenwerking met de LOP’s en de begeleiders diversiteit, eenvoudige, eenduidige, niet voor interpretatie vatbare ‘formats’ ter beschikking met informatie over de inschrijvingsperiodes en procedures die gelden voor alle scholen.
– Er komen gemeenschappelijke inschrijvingsperiodes voor alle scholen in Vlaanderen.
– Ontradingstactieken, die leiden tot foute school- en studiekeuzes en/of de vrije schoolkeuze van de ouders in het gedrang brengen, worden door het LOP in kaart gebracht. Ze worden gecommuniceerd met de onderwijsnetten en de scholen. Scholen die deze tactieken gebruiken, kunnen door ouders, hun vertegenwoordigers of het LOP gemeld worden bij de inspectie en de verificatiediensten en dit kan aanleiding geven tot sanctionering.
– Scholen zijn verplicht een uniform ‘bewijs van weigering’ ter beschikking van de ouders te stellen, wanneer ze hun school ‘vol’ gemeld hebben.
Sommige scholen geven aan ouders geen bewijs van weigering mee, nodigen ouders die zich willen inschrijven uit voor een nieuw gesprek en delen mee – wanneer de ouders zich opnieuw aanmelden om ingeschreven te worden – dat de school ondertussen ‘vol’ is. Ze stellen naar ons toe dat de school in de veronderstelling was dat het bij het eerste bezoek of telefonische vraag van de ouders enkel over een vraag om informatie ging. De begrippen ‘vraag om inschrijving’ en ‘vraag om informatie’ moeten dus duidelijk uitgeklaard worden.
– Scholen zijn verplicht een uniform ‘document van inschrijving’ ter beschikking van de ouders te stellen wanneer een inschrijving gerealiseerd werd.
– De scholen zijn verantwoordelijk voor een pedagogisch project en een schoolreglement dat niet in strijd is met de (onderwijs)wetgeving en regelgeving (b.v. selectiemechanismen, de regelgeving over de toepassing van kosteloosheid van onderwijs en de maximumfactuur, de kinderrechten … ). Het Departement Onderwijs zorgt voor ‘basisformats’ die door iedere school dienen gerespecteerd te worden. Bij betwisting is er de mogelijkheid tot het neerleggen van een klacht bij de onderwijsinspectie of de Commissie Leerlingenrechten, wanneer het specifiek gaat over bepalingen die niet conform zijn met het GOK-decreet. .
2. Klachtenbehandeling en ombudsman/vrouw
– De klachtenbehandeling en klachtenprocedures zijn eenvoudig en laagdrempelig. Ouders zien vaak door het bos de bomen niet meer. Waar kan men met welke vraag of met welke klacht terecht? Bij de school, het CLB, de pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijsnetten, het Steunpunt ouders en leerlingen in het basisonderwijs en het Informatiepunt voor ouders en leerlingen secundair onderwijs (van het Departement onderwijs), het LOP, de inspectie en de verificatie, de Commissie Leerlingenrechten, de Commissie zorgvuldig bestuur, het Kinderrechtencommissariaat, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en racismebestrijding, de Meldpunten onderwijs van de niet-onderwijsverstrekkers?
– Als er geen oplossing komt op het niveau van de school voor een klacht over het inschrijvingsrecht, lijkt het voor de hand liggend dat ouders terecht kunnen bij het LOP die na eventuele bemiddeling doorverwijzen naar de Commissie Leerlingenrechten. De bevoegdheden van al de organen die actief zijn rond klachtenbehandeling, dienen duidelijk afgebakend te worden.
– Het LOP en het Departement Onderwijs maken de klachtenbehandeling en de procedures om een klacht neer te leggen op ruime schaal bekend. Men houdt hierbij rekening met de mogelijkheden en behoeften van de verschillende doelgroepen.
– Het blijft de vraag of leerlingen en ouders met hun klachten niet beter af zouden zijn met een onafhankelijke instantie (los van de school en de onderwijsnetten) die doorverwijst én opvolgt. Een instantie die maatregelen kan afdwingen waaraan scholen, directies en schoolbesturen zich moeten houden. Klachten komen al te vaak via interne procedures van de onderwijsnetten in de doofpot terecht. Waarom zou er ook voor het onderwijs geen ombudsman/vrouw kunnen komen?
3. Informatiedoorstroming en sensibilisering
Het LOP communiceert op een efficiënte manier de bepalingen van het GOK-decreet en de LOP-afspraken met de scholen. De scholen communiceren deze op hun beurt met alle leden van het onderwijspersoneel, met de ouders en met de leerlingen. De kwaliteit van deze communicatie maakt thans voorwerp uit van de een zesjaarlijkse doorlichting van de scholen.
In iedere school dient een goed en toetsbaar georganiseerd communicatiesysteem aanwezig te zijn dat voorwerp van bespreking uitmaakt in de verschillende raden van de school.
4. Ondersteuning, begeleiding, vorming van de vrijwilligers
De vrijwilligers die behoren tot de niet-onderwijsverstrekkers hebben recht op professionele ondersteuning, begeleiding en vorming. De onderwijsdossiers die in de LOP’s behandeld worden, zijn immers vaak zeer specialistisch en vrij complex.
De verschillende geledingen dienen over voldoende professioneel geschoolde begeleiders te beschikken. De begeleiders voor de minderhedensector kunnen op hun beurt gedetacheerd worden naar de federaties. De voorkeur wordt gegeven aan contractuele krachten die voor onbepaalde duur worden aangeworven. De aanwerving gebeurt door de betrokken geledingen.
5. Professioneel functioneren van de organen van het LOP
Als de organen van het LOP standpunten / besluiten formuleren, dient duidelijk vermeld te worden hoeveel leden aanwezig, afwezig of verontschuldigd waren. Indien er geen consensus wordt gevonden, neemt het LOP eventuele minderheidsstandpunten in het verslag op of organiseert men een nieuwe vergadering.
Het FMV is van oordeel dat het nastreven van een consensus of een stemming meerderheid – minderheid over voorstellen in het LOP voor de niet-onderwijsverstrekkers die in de minderheid zijn, demotiverend werkt. Voor alle beslissingen dient er een dubbele meerderheid te zijn (van de onderwijsverstrekkers én van de niet-onderwijsverstrekkers).
De rol van de voorzitter en de deskundige in het LOP zijn van cruciaal belang. Voor de invulling van de functies van voorzitter, de deskundige en leden van de stuurgroep of coördinatiegroep worden profielschetsen/taakomschrijvingen uitgewerkt.
6. Gebruik maken van zijn bevoegdheden
Een LOP dient gebruik te maken van de bevoegdheden die het decretaal zijn toevertrouwd. Het is niet de eerste keer dat leden van het LOP die beslissingen blokkeren, ja zelfs saboteren, vervolgens stellen dat het LOP onvoldoende slagkracht heeft.
Centrale sturing en het opleggen van bepaalde thema’s door het Departement Onderwijs kunnen nuttig zijn, indien ze een bijdrage leveren tot het realiseren van gelijke onderwijskansen.
Van de onderwijsvertrekkers en niet-onderwijsverstrekkers in de stuurgroepen of coördinatiegroepen van het LOP mag verwacht worden dat zij een mandaat hebben van hun achterban, die zetelt in de Algemene Vergadering. Zij zijn tegenover hun achterban verantwoording verschuldigd. De leden van werkgroepen of themagroepen hebben een mandaat van hun achterban (meestal stuurgroep of coördinatiegroep). Wanneer een initiatief van een werkgroep door de stuurgroep of coördinatiegroep wordt verworpen, heeft de stuurgroep of coördinatiegroep verantwoordingsplicht.
7. Externe evaluatie
Het FMV is van oordeel dat de LOP-werking serieus onder de loep dient genomen te worden. Een evaluatie van de huidige werking mag zich niet beperken tot een kwantitatieve analyse en een tevredenheidsonderzoek. De bestaande evaluaties dienen verfijnd en uitgebreid te worden. De beleidsplannen die de LOP’s vanaf dit schooljaar moeten opmaken doe moeten toelaten de werking van de LOP’s beter op te volgen en te begeleiden lijken ons een nuttig werkinstrument. De werking van sommige LOP’s is dringend aan een ‘doorlichting’ of een externe evaluatie toe, met de bedoeling ze optimaal te laten functioneren.
We pleiten daarnaast voor een wetenschappelijke, participerende observatie van de verschillende LOP’s, waarbij volgende elementen aan bod kunnen komen: aanwezigheidsgraad, vergadercultuur, het tot stand komen van de besluitvorming, de ondersteuning van de vrijwilligers… De verhouding tussen de professionals en vrijwilligers, de onderwijsverstrekkers en niet-onderwijsverstrekkers. Waarom haken leden of organisaties af? Waarmee heeft dat te maken? Wat is de impact van de verschillende deelnemers op de besluitvorming? Wordt er voldoende naar de niet-onderwijsverstrekkers geluisterd? Is er voldoende ruimte voor het formuleren van voorstellen door de verschillende geledingen? Moet het huishoudelijk reglement (HHR) van het LOP niet permanent gescreend worden op een vlot en doelmatig functioneren. Het kan bijvoorbeeld niet dat bepaalde belangen via het HHR gebetonneerd worden.
8. Mentaliteitswijziging en structurele veranderingen
De erkenning van de multi-etnische en multiculturele samenleving dient in het onderwijs niet alleen met mooie verklaringen, maar ook met concrete acties gerealiseerd te worden.
Er werden verschillende maatregelen genomen in het kader van het Gelijke Onderwijskansendecreet (GOK-decreet ) om te verhinderen dat leerlingen op basis van o.a. herkomst werden geweigerd. Toch blijven nog steeds heel wat ‘allochtone’ ouders moeilijkheden ervaren om hun kinderen in te schrijven in de school van hun keuze. Gelukkig maken systematische bijsturingen van het GOK-decreet dit voor (elitaire) scholen steeds moeilijker. Toch blijven aanvullende en kordate maatregelen nodig, die de correcte toepassing van het GOK-decreet moeten mogelijk maken. Vandaag de dag moet nog steeds teveel energie gestoken worden in het opeisen van een correcte toepassing van het inschrijvingsrecht. Iedere keer dat er een verbetering van het inschrijvingsrecht wordt aangekondigd, lijkt het er op dat sommige directies een zoektocht begonnen zijn naar achterpoortjes om eraan te ontsnappen.
Onze ervaring leert dat ouders steeds minder zin hebben om te getuigen over de manier waarop ze door scholen behandeld worden. Door hun getuigenissen komen ze vaak in een moeilijk parket. Ze zijn vaak niet meer gewenst op de school, waartegen ze klacht neerlegden. Veel ouders hebben daarenboven het gevoel dat het neerleggen van een klacht geen zoden aan de dijk zet. Het aantal klachten die ingediend worden bij de Commissie leerlingenrechten, daalt jaar na jaar … maar de praktijk wijst uit dat veel ouders klachten hebben.
‘Allochtone’ en kansarme ouders zijn van oordeel dat ze niet alleen feitelijk gediscrimineerd worden, maar getuigen dat ze in veel scholen het gevoel krijgen dat ze niet welkom zijn.
Scholen dienen resoluut te kiezen voor een echt gelijke rechten-, kansen- en uitkomstenbeleid. Vertragingsmanoeuvres zoals schermen met de ‘vrijheid van onderwijs’ en ‘planlast’ … zijn misplaatst.
De minister van onderwijs nam een aantal positieve acties en een aantal structurele, maatregelen die ongetwijfeld verbetering kunnen brengen in de achterstandpositie van ‘allochtone’ en kansarme groepen, zoals o.a. de vermelding van de schoolkosten in schoolreglementen, het invoeren van de maximumfactuur, maatregelen om de diversiteit in onderwijspersoneel te bevorderen, om meer kleuters in kleinere klassen te krijgen en om in de toekomst de differentiatie in de financiering in verhouding tot de samenstelling van de schoolpopulatie te kunnen realiseren…
Maar er is nog veel werk aan de winkel. Het probleem van leerachterstand bij ‘allochtone’ en kansarme leerlingen is verre van opgelost. De ouderparticipatie in het algemeen (en zeker die van kansarme en ‘allochtone’ ouders) staat in Vlaanderen nog in haar kinderschoenen. Van etnisch-culturele diversiteit in de schoolteams is nog nauwelijks sprake.
Het zou niet correct zijn het LOP af te rekenen op de realisatie van de doelstellingen van het gelijke onderwijskansenbeleid. Wel op haar functioneren als één van de instrumenten om die doelstellingen te realiseren. Om gelijke kansen in het onderwijs te realiseren, zijn immers meerdere instrumenten en structurele ingrepen nodig. We moeten bijvoorbeeld nadenken over ingrepen zoals het samenvoegen van het lager onderwijs en lager secundair onderwijs, over een betere omkadering, over een ondersteuning van leerbedreigde kinderen, over brede curricula voor de eerste twee graden van het secundair onderwijs, over het tegengaan van de concurrentie en de vermarkting van het onderwijs, over het in vraag stellen van de vrijheid van onderwijs …
Voor meer informatie neemt u contact op met Marc Laquière, pedagogisch medewerker FMV. Tel.: 03-204 10 10. Gsm: 0484-760 490. E-mail: mlaquiere@fmv-vzw.be
Federatie Marokkaanse Verenigingen (FMV)
Oudstrijdersstraat 9
2140 Borgerhout
Tel. 03-204 10 10
Fax 03-239 98 32
De Federatie van Marokkaanse Verenigingen is van start gegaan in maart 1995. Het FMV behartigt de belangen van de igrantengemeenschap, ontwikkelt en ondersteunt het
plaatselijke verenigingswerk door informatieverstrekking, vorming en inhoudelijke of technische begeleiding van de vrijwillige kaders van de 80 aangesloten verenigingen, bevordert de samenwerking tussen de aangesloten verenigingen onderling en bevordert de samenwerking tussen de migrantenverenigingen en de Vlaamse verenigingen onder
meer via informatieverstrekking en uitwisseling, overleg en samenwerking aan gemeenschappelijke activiteiten. Prioritaire thema’s zijn onderwijs en werk, prioritaire doelgroepen zijn vrouwen en jongeren.