Nijmeegse kinderen moeten in principe in hun eigen buurt naar de basisschool. Gemeente en scholen stellen een centraal aanmeldpunt in voor het basisonderwijs om de zogenoemde ‘witte vlucht’ te stoppen. Kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau worden beter over de stad verdeeld. Populaire scholen krijgen een limiet aan het aantal leerlingen en mogen geen lokalen bijbouwen.
Het is voor het eerst dat ouders zo’n dwingend schooladvies krijgen met medewerking van alle scholen in de gemeente. Aan het systeem plus de juridische houdbaarheid van de spelregels is hard gewerkt.
Nijmegen is koploper bij het tegengaan van segregatie, zegt Guido Walraven van het Kenniscentrum Gemengde Scholen. Er lopen landelijk zeven pilots. ‘Vooral het elektronische systeem is uniek.’
Ouders krijgen wanneer hun kind 2 jaar en 9 maanden is een brief thuis met de oproep zich aan te melden op de website van het centrale aanmeldpunt. Wanneer zij hun gegevens invoeren, zien zij de drie buurtscholen die aan het woonadres van het kind zijn gekoppeld. Op de toegewezen scholen is in elk geval plaats.
Ouders mogen drie scholen buiten de wijk als voorkeur opgeven. Ze kunnen een eigen top-6 samenstellen. De computer gaat daarna op basis van afgesproken spelregels (is er een broertje of zusje op school, hoe staat het met de evenwichtige spreiding van leerlingen van laagopgeleide ouders) de voorkeuren van de ouders na en geeft een bindend advies.
Is er plaats op de voorkeurschool buiten de wijk, dan wordt het kind geplaatst, maar is de school vol, dan heeft het kind pech: scholen hebben een vast plafond aan leerlingen en mogen daar niet overheen.
De levensovertuiging van de ouders of hun voorkeur voor een onderwijskundige stroming spelen geen rol bij de ‘voorrangsregels’. Hebben ouders bezwaar tegen het advies, dan zal een commissie zich daarover buigen.
Bron: Volkskrant, 11 februari 2009