PISA onderzoek: wat er echt scheef zit

Facebooktwittermail

Welzijnszorg vzw komt op voor mensen die het moeilijk hebben in onze samenleving. In 2007 voerden we campagne onder de slogan “Wij tekenen voor de toekomst!” Een campagne over onderwijs en gelijke kansen.
Eén van de belangrijkste bronnen om onze campagne te staven was het PISA-onderzoek van 2003 en 2000. Een uitgebreide databank met gegevens over de studies en houding daartegenover van 15-jarige scholieren. Recent werden de resultaten bekend gemaakt van de editie 2006. Welzijnszorg was dan ook blij te horen dat politici dit nieuwe onderzoek bekeken hebben, het staat namelijk vol met nuttige informatie voor het beleid.

Jammer dan ook dat er blijkbaar een groot deel van dit omvangrijke dossier verloren gegaan is bij de verzending. Alleen de bijlage over de regio’s en netten blijkt aangekomen te zijn. Speciaal daarom: Waar het PISA-onderzoek echt over draait, exclusief!

PISA peilt naar de kennis rond 3 thema’s: leesvaardigheid, wiskunde en wetenschap. Het laatste thema stond centraal in de editie 2006. Er wordt een test afgenomen om de capaciteiten van de scholieren te testen in de verschillende disciplines. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar de culturele, sociale en economische situatie van de leerlingen en hun gezin. Ook de scholen zelf krijgen een uitgebreide vragenlijst. Dit geheel gebeurt op 400 000 scholieren in 57 landen (30 leden van OECD en 27 partners).

Het doel van dit onderzoek is niet om elke drie jaar een “euroschool” ranking op te maken waarmee landen of regio’s kunnen uitpakken. Wel om te onderzoeken hoe het gesteld is met het onderwijsniveau in deze landen en hoe dit evolueert.

Eén van de conclusies die je kan trekken is inderdaad dat de Vlaamse Gemeenschap het beter doet dan de Frantalige. De Duitstalige Gemeenschap zit voor de volledigheid telkens ergens tussenin. Over de verschillen tussen onderwijsnetten valt ook iets te zeggen, doch rekening houdend met heel wat verschillen naar spreiding, studierichting, achtergrond van de leerlingen,… verdwijnen deze verschillen grotendeels.

Waar gaat het dan wel over?

België scoort goed, maar niet voor iedereen. Deze conclusie is dé belangrijkste die uit het hele onderzoek moet getrokken worden. Terwijl we een koppositie innemen voor het gemiddelde en zeker voor onze sterkste leerlingen, is het percentage dat achterop hinkt veel te groot. Meer zelfs, ook daar zijn we bij veel indicatoren een van de koplopers. De relatie tussen socio-economische situatie van een leerling en zijn gezin heeft in ons land een grote invloed op de prestaties. Pas dit toe op leesvaardigheid en we nemen de zesde plaats in op 57 landen! Kyrgystan en Azerbeidjan doen ruim beter.

Vergeleken met de gemiddelde prestaties van onze leerlingen, doen migranten van de eerste of 2de generatie het in ons onderwijs beduidend slechter dan in vele andere landen. Migranten van de eerste generatie scoren voor wetenschappen 93 punten lager dan autochtonen. Dit verschil komt overeen met kennis van bijna 3 schooljaren en is het 2de grootste van alle deelnemende landen.
De verschillen die “De Standaard” publiceerde in de tabel (21/05/08) zouden beter verticaal berekend zijn. Deze verschillen zijn, wat ons betreft, veel significanter en hoogdringerder om aan te pakken.

Ook is in de Vlaamse cijfers geen eenduidige vooruitgang te merken. Het percentage leerlingen dat op de leesbaarheidstest maximum niveau 1 haalt (er zijn 5 niveaus) was in 2000 11,6% in de Vlaamse gemeenschap. 6 jaar later is dit 14,1%, laat ons dan niet met z’n allen zelfvoldaan over de taalgrens kijken.

Welzijnszorg had zich met de voorbije campagne enkele doelen gesteld, ook vertaald in de Decenniumdoelen 2017, waar we mee aan de kar trekken. Eén ervan is het terugdringen van de leerachterstand, zeker op het vlak van taalvaardigheid. Onderwijs mag nooit verworden tot een strijd tussen de gemeenschappen of een verzuilde schoolstrijd. Welzijnszorg pleit voor een nieuwe schoolstrijd, een strijd waar gevochten wordt om elke leerling mee te nemen in het pedagogisch project van de school. Een strijd waar we niet enkel kijken of ons gemiddelde goed is maar met oog voor alle scholieren, ook die lastige.

In de Campagne “Wij tekenen voor de toekomst” kregen we de steun van de onderwijskoepels om dat streven waar te maken. Wij zijn er van overtuigd dat alle onderwijskoepels verder kijken dan de hype van de dag en mee willen streven naar een school zonder uitsluiting, een brede, warme en sterke school.

Laat ons daarom samen over het muurtje kijken, naar een andere school, naar een andere gemeenschap, naar een ander onderwijsnet. Goede voorbeelden zijn er, ze staan trouwens in het onderwijsdossier van Welzijnszorg. We willen de redactie en meneer Destexhe gerust een exemplaar bezorgen. Misschien kunnen we dan wel de belangrijkste cijfers verbeteren.

Welzijnszorg vzw

Daniëlle Colsoul, directeur
0479/25 08 67

www.welzijnszorg.be