Mini-ondernemingen op school ondersteunen?

Facebooktwittermail

” – Mijnheer, wil u a.u.b. een aandeel kopen van onze mini-onderneming, waar ik mij voor engageer ?
– Ik zou je wel een plezier willen doen hoor, maar ik zal het toch niet doen.”
Het gezicht van de leerling wordt helemaal somber, zoiets van ‘en ik die dacht dat jij een toffe leraar was !’

De doelstelling van de VZW ‘mini-ondernemingen’ is leerlingen te helpen begrijpen hoe de markteconomie werkt. Op zich is daar niks mis mee: ze bestaat immers die economie. Waarom dan niet proberen de mechanismen ervan te begrijpen?

Maar dat is nu net de analyse die de mini-onderneming niet maakt. En daar knelt het schoentje.
Men leert er eerder het spel mee te spelen: men zoekt aandeelhouders, men produceert, men maakt reclame, men beoogt winsten, enz. … . Het echte opzet is ‘roepingen creëren’. En goed de verschillende rollen te integreren: de patroon, de aandeelhouder, de boekhouder, de bediende, de arbeider. En als iedereen zijn werk doet zal het wel lekker lopen. In de mini-onderneming wordt er niet vaak gestaakt … .

De markteconomie geldt als referentiekader en wordt vooral niet in vraag gesteld. Men leert de regels aan en er wordt gespeeld. Het ideologisch opzet is duidelijk, ook al wordt het niet altijd met zoveel woorden gezegd. Het is duidelijk de inzet van dit initiatief, overgewaaid van over de Atlantische oceaan.

Geen greintje kritische ingesteldheid. Werkloosheid ? Ecologische problemen ? De Derde Wereld die gebukt gaat onder een verschrikkelijke schuldenlast ? Heel wat hongersnoden, ook als de landbouwproductie voldoende om de ganse planeet te voeden ? Mensen die creperen in de Derde Wereld, ook al bestaan de geneesmiddelen om hen te genezen? Neen, over dat alles heeft de mini-onderneming nooit horen spreken.

Als er iets moet geleerd worden aan jongeren, dan is het wel die realiteit. En vooral hoe de marktmechanismen van onze liberale economieën ons zover hebben gebracht. We moeten hen uitleggen dat we het einde hebben bereikt van het tijdperk van de ‘redelijke’ petroleumprijzen. Dat we ons daarop moeten voorbereiden als we de barbaarsheid willen vermijden. En hen aantonen dat die trouwens al begonnen is, verwijzend naar de oorlogen in Irak en Afghanistan. We moeten hen tonen dat de enige uitweg is te stoppen met die economische concurrentie op wereldschaal. En ze te vervangen door een intense samenwerking op wereldvlak: om de grondstoffen op een rechtvaardige manier te verdelen, om de alternatieven te delen, om samen hernieuwbare energie te ontwikkelen. Het tegenovergestelde van de markteconomie dus. Het tegenovergestelde van de geest van de mini-onderneming.