De rector van de KU Leuven, Marc Vervenne, vindt dat de universiteit te lang een ‘blanke burcht’ is gebleven. Onder meer met Turkse en Arabische folders wil hij meer allochtone studenten aantrekken.
Van de minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke (SP.A), kreeg de Leuvense universiteit tijdens de academische openingszitting op 24 september een duidelijke sneer. ‘Zeventien procent van de Leuvense studenten heeft recht op een studiebeurs. Daar is nog groeipotentieel’, zei Vandenbroucke tijdens zijn toespraak. Van alle studenten aan de Vlaamse hogescholen en universiteiten heeft 23 procent een beurs. De Leuvense universiteit trekt dus minder dan gemiddeld studenten uit armere gezinnen aan – dat is trouwens aan alle universiteiten het geval, de merendeel van de beursstudenten zit in een hogeschool.
Rector Marc Vervenne kondigde een pakket maatregelen aan om meer allochtone studenten aan te trekken. ‘De geringe deelname van jongeren van allochtone afkomst aan het universitair onderwijs wordt vaak verklaard door een te zwakke vooropleiding in het secundair onderwijs. Dat is juist, maar dat is voor ons geen excuus om niet te handelen’, zei hij. Daarmee verandert de rector het geweer van schouder. Bij zijn aantreden in 2005 schoof hij de verantwoordelijkheid voor de ondervertegenwoordiging aan de universiteit nog grotendeels door naar de middelbare scholen.
De rector wil samenwerken met het Leuvense stadsbestuur, de concentratiescholen en de allochtonenverenigingen om meer kleur aan de universiteit te geven. ‘We zijn te lang een “blanke burcht, geweest’, zei hij. Om ouders beter te informeren, verspreidt de universiteit folders in het Turks en Arabisch. Ook komt er bijscholing voor allochtone studenten. Voorts worden de faculteiten ‘gesensibiliseerd’, worden ‘rolmodellen’ gecreëerd en moeten er ook meer allochtone onderzoekers komen.
Vervenne noemt het nu ‘pervers’ om zoveel mogelijk studenten uit het buitenland aan te trekken en tegelijk ‘de poorten voor allochtone jongeren uit de Vlaamse steden gesloten te houden’.
Hogescholen en universiteiten worden financieel beloond als ze studenten kunnen aantrekken die anders hun weg naar het hoger onderwijs niet zouden vinden. Voor de inschrijving van een beursstudent krijgt een instelling de helft zoveel subsidies als voor een niet-beursstudent.
(bron: De Standaard, 22 september 2007)