Begin september verscheen “Niet opnieuw. Jongeren ontmoeten de laatste overlevenden van de kampen”. Het boek is geschreven door laatstejaarsstudenten van het Sint-Aloysiuscollege in Menen. Het is een verslag van de ontmoetingen die ze hadden met de laatste overlevenden van de concentratiekampen. Jongeren van nu, die op het punt staan hogere studies aan te vangen, ontmoeten mensen die, toen zij 18 jaar waren, weggevoerd werden naar de kampen. Een ontmoeting tussen twee generaties: die van 1940 en die van vandaag. Het resultaat is een jong ‘ Niet opnieuw’ dat tegenover fascisme en racisme vrede, vriendschap en solidariteit plaatst.
Op vrijdag 7 september werd het boek voorgesteld in het St. Aloysiuscollege van Menen tijdens een avondvullend cultureel programma. Er waren 300 aanwezigen. De voorstelling werd verzorgd door leerlingen, vooral uit het vijfde jaar. Er was ook een tentoonstelling over het tot stand komen van het boek. Daarin wordt ook veel aandacht besteed aan tekeningen die leerlingen uit de klas 5 Humane Wetenschappen maakten rond het thema en aan een excursie van alle vijfdejaars naar Breendonk.
Op de website van het St. Aloysiuscollege www.sialme.be vind je een fotoreportage van deze avond.
Op deze website vind je een link met de tv-reportage van WTV over deze avond.
Op woensdag 12 september werd een delegatie van de leerlingen-auteurs met de begeleidende leerkrachten ontvangen bij minister van onderwijs Frank Vandenbroucke.
Het boek vind je in de boekhandel of kan besteld worden via
www.epo.be
Op deze website vind je ook de inhoudstafel en uittreksels uit het boek.
Hoe het boek tot stand kwam
Historicus Patrick Moreau lanceerde bij de uitgeverij EPO het idee van dit boek en wees op de hoogdringendheid: er zijn niet veel overlevenden van de kampen meer over. Ze wilden het onderwerp op een originele, frisse manier aanpakken: de getuigen waren 17-18-jarigen toen ze in het verzet zaten en werden opgepakt, en jongeren van nu van dezelfde leeftijd moesten dit boek maken. Dan maar op zoek naar jongeren die een dergelijk project wilden realiseren. Op het hoofdsecretariaat van School Zonder Racisme vernam men dat er in Menen een actieve werkgroep was. Een dertigtal leerlingen uit de 3de graad was enthousiast om energie en tijd te investeren in het project en vormde een heuse ‘boekgroep’.
De uitgeverij sprokkelde 41 adressen van deze laatste getuigen bijeen. Hiervan werkten er uiteindelijk 24 mee. Bij de Dienst voor Oorlogsslachtoffers vroeg Patrick Moreau van alle meewerkende getuigen het oorlogsdossier op. Aan de hand van deze gegevens konden de leerlingen de ontmoetingen voorbereiden, want vanaf nu lag alle initiatief volledig bij hen. En de groep las menig boek over de kampen en het fascisme.
In de paasvakantie van 2006 had de werkgroep uit Menen het hoofdsecretariaat van SZR in Brussel bezocht. Die dag waren ze in het Centraal Station getuige van een schermutseling: een jongen werd neergestoken om zijn mp-3 speler. Drie weken later, tijdens de eerste vergadering van de boekgroep waarop EPO het project kwam voorstellen, liep het ontstellende bericht binnen van een racistische moordpartij in Antwerpen: een tweejarige peuter, haar Malinese oppas en een Turkse vrouw werden door een jongen van 18 jaar neergestoken. Tijdens het schrijven van het boek werd duidelijk dat de wereld van vandaag zich opdrong aan dat boek.
De leerlingen waren goed voorbereid op hun opdracht, dat was een begin. Maar dan… een boek maken! Al doende leert men. De boekgroep ontdekte hoe een boek zich ontwikkelt van idee tot afgewerkt product, en hoeveel mensen erbij betrokken zijn. Uit het niets een boek toveren! Leren overleggen, een reis plannen, contacten leggen, een mening duidelijk verwoorden. Leren schrijven, corrigeren, aanvullen, z’n schrijfsels voorleggen, er een tweede, verbeterde versie van maken, een derde… kortom een boek maken. Na enkele voorbereidende vergaderingen trok de boekgroep begin oktober 2006 naar uitgeverij en drukkerij EPO in Berchem. Via een rondleiding leerden we hoe een boek tot stand komt.
Wat later vonden de eerste ontmoetingen plaats, meestal in groepjes van twee. Spannend! Katrijn schrijft daarover: ‘Vol spanning en met tintelende benen gingen we eropaf. We zijn een beetje onzeker en bang. Charline en ik gaan voor het eerst iemand interviewen. Spannend. We weten niet wat ons te wachten staat’. En Oona: ‘Hoe zal het gesprek verlopen? Zal ik geen domme vragen stellen? De zenuwen gieren door ons lichaam.’
Uiteindelijk verliep alles vlekkeloos. Wie oude, versleten en gebroken mensen verwachtte, schrok zich een bult. Dit waren kwieke, opgewekte mensen, ‘scouts van tachtig’ zoals Tomas zei, gastvrije en vriendelijke grootvaders en grootmoeders. Beide partijen, jong en oud, voelden de parallellen tussen hun twee leefwerelden. Weten wij nu echt meer over wat er in de wereld gebeurt dan zij toen? Zoveel verschil blijkt er ook weer niet te zijn.
De teksten werden geschreven, besproken, herschreven. Maar vooraleer elke tekst blonk als een diamantje, was er veel slijp- en schaafwerk aan. En bovendien: hoe al die afzonderlijke teksten tot een sterk geheel smeden? Op een tweedaags seminarie (krokusvakantie 2007) werden de kernpunten uit de verhalen besproken. Daar kwamen prangende vragen, die uit de gesprekken waren blijven hangen, op tafel. Wat is politiek nu juist? Is dat niet eerder de manier waarop mensen kunnen en willen leven in plaats van de enge term ‘partijpolitiek’? Is er wel meer geweld dan vroeger of geven de media er meer aandacht aan omdat sensatie de verkoop en de kijkcijfers opdrijft? Welke zijn de oorzaken dat extreem rechts zo sterk opkomt? Dat was een kernvraag. Moeten we schrik hebben de naam van het Vlaams Belang te vermelden als zoveel getuigen waarschuwen voor eenzelfde scenario als in de jaren ’30? De jongeren vonden vrijheid van meningsuiting belangrijker dan angst.
Toen de uitgeverij EPO de uiteindelijke versie van de teksten ter controle doorstuurde naar de getuigen, kregen ze hartverwarmende reacties. Philip Claes schreef: ‘Proficiat voor Julie, Desirée en Oona, zij hebben ons wedervaren zeer goed samengevat. De afwisseling van onze vertelling met hun gevoelens is zeer positief.’ En Hendrik Dewindt: ‘Het is een prachtig werk! Een verhaal van tientallen bladzijden in zulke waarachtige vorm gieten, dat is niet iedereen gegeven. Dank u, jeugd waaraan zoveel wordt getwijfeld. Dank voor de uren werk die ge aan ons hebt willen besteden. Dank, Tomas en Amaryl.’
Eind maart kwamen de jongeren van toen en die van nu in Mechelen bijeen om foto’s te nemen voor het boek en om bij te praten. Het was verrassend hoe beide groepen jongeren naar elkaar toe waren gegroeid gedurende het boekproject.
Rik Valcke
(één van de begeleidende leerkrachten)
Aansluitende artikels
Interview in ACW-Visie (21 september 2007) met leerlingen en leerkrachten van St. Aloysiuscollege Menen over hun boek: “Omdat het niet opnieuw mag gebeuren”
Zie www.acw.be/downloads/visie/visie20070921.pdf (pagina 20)