Debat over lessen in eigen taal voor allochtone kinderen

Facebooktwittermail

De Guimardstraat herlanceert de discussie om allochtone leerlingen bepaalde vakken in hun eigen taal te onderrichten. In Knack zegt Mieke Van Hecke, hoofd van het Katholiek Onderwijs, ‘daar zeker niet tegen te zijn.’
“Neem nu het vak vraagstukken. Als een kindje door zijn slechte kennis van het Nederlands het woord ‘appelen’ of ‘peren’ niet eens begrijpt, scoort hij een nul. Maar dat wil toch niet zeggen dat dat kindje geen wiskunde kent?” Onderwijsexperts zijn formeel: taalachterstand werkt leerachterstand in de hand. Vandaar het idee om anderstalige leerlingen die sukkelen met Nederlands, bepaalde vakken in hun eigen taal te onderwijzen.
“Als dat mogelijk is en het helpt om de achterstand weg te werken, waarom niet?”, vindt Mieke Van Hecke. “Ik vind dat we het keurslijf niet te strak moeten maken, zodat elke school de juiste manier kan zoeken om elk kind mee te nemen.”

Onderwijsminister Frank Vandenbroucke is niet te vinden voor onderwijs in een andere taal dan het Nederlands. “Ik waardeer de constructieve manier waarop Mieke Van Hecke integratie in het onderwijs bespreekbaar maakt, maar ik blijf erbij dat kinderen vanaf zeer jonge leeftijd goed mee moeten zijn met de instructietaal. En dat is tot nader order Nederlands.” “Enkele vakken in Italiaans, Spaans, Arabisch… onderwijzen biedt geen uitweg voor de absolute noodzaak om het Nederlands goed te leren beheersen, als we kinderen in hun latere onderwijsloopbaan succes willen laten ervaren. De ervaring in Brussel bewijst dat kinderen die op het einde van de lagere school cognitief wel goed ontwikkeld zijn maar niet qua Nederlands, vaak een zwaar probleem krijgen in het secundair onderwijs. De veelheid aan vreemde talen maakt het in de meeste steden – misschien niet in Gent of Genk – overigens ook praktisch moeilijk om vakken in andere talen aan te bieden. Maar we moeten wel gebruik maken van de mogelijkheden die onze onderwijsdecreten bieden om kinderen van in de kleuterklas te sensibiliseren voor andere talen om een positief klimaat te scheppen rond de thuistaal van de kinderen.”, formuleert Frank Vandenbroucke

In Antwerpen liet Schepen van Onderwijs Robert Voorhamme (sp.a) al eerder een soortgelijk ballonnetje op. “We merkten dat taal de grote obstructie was om af te studeren”, zegt zijn medewerkster Joke Cortens. “Het percentage mensen dat zonder diploma eindigt, ligt in Antwerpen veel hoger dan het Vlaams gemiddelde. In onze lagere scholen heeft 27 procent van de kinderen minstens een jaar leerachterstand, in de middelbare scholen is dat al 47 procent, van wie 78 procent in het tso.” “Ruim 41 procent van de kindjes in de basisschool komt uit een niet-Nederlandstalig gezin. Daarom wilden we nagaan of het niet zinniger zou zijn om allochtone leerlingen deels in hun moedertaal les te geven. Het werd van tafel geveegd.”. “Het aandachtspunt van dit schooljaar is taal in combinatie met ouderparticipatie. Zo hebben we proefprojecten lopen waarbij ouders op de school van hun kinderen zelf lessen Nederlands kunnen volgen. Ook steunen we scholen die iets doen aan de problematiek, zoals een schooltje waar veel Poolse kinderen zitten die op woensdagnamiddag bepaalde lessen in hun eigen taal nog eens kunnen herhalen met een Poolse juf.”

In Gent gaat wellicht nog dit schooljaar een netoverschrijdende werkgroep van start met pilootprojecten waarbij de kleinste leerlingen onderwijs in eigen taal (in casu Turks) krijgen. “In de kleuterklassen en het eerste en tweede studiejaar willen we de thuistaal gebruiken om leerachterstand tegen te gaan”, verduidelijkt de socialistische onderwijsschepen Rudy Coddens.. “We willen de moedertaal goed aanleren, maar niet koesteren. Onze enige bedoeling is om hen zo goed en zo snel mogelijk Nederlands aan te leren, hun eigen taal is daarvoor het middel. Wie zijn eerste taal goed onder de knie heeft, beheerst immers veel sneller en beter een tweede en derde taal.”

“Nederlands op school kan niet onderschat worden”, beaamt directeur Patrick Balette van de katholieke basisschool De Springplank in Heusden-Zolder. Zeven jaar geleden schrapte de school de islamlessen en de OETC-uren (Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur) geleidelijk aan uit het uurrooster, nu wordt er alleen nog Nederlands gesproken en godsdienst onderricht. “Geloofsbeleving is voor na de schooluren”, zegt Balette. “Hier praten we Nederlands op de speelplaats en in de klas. Dat werpt vruchten af. Vorig jaar organiseerde een Turkse ex-leerling een klasreünie voor zijn multicultureel klasje van weleer. Hij zat zelf in zijn voorlaatste jaar rechten, had dus geen last van leerachterstand. De ouders? Die reageren heel positief.”

In de Beringse katholieke basisschool De Horizon waren vorig schooljaar 171 van de 173 leerlingen van Turkse komaf. De godsdienstlessen werden er vervangen door islamonderricht, behalve voor de twee niet-moslimleerlingen. “De kinderen staan centraal”, luidt de visie van de directie. “En ja, er wordt wel eens Turks gesproken. Zijn we daarom een probleemschool? Absoluut niet.”

Bron: De Morgen, 30 augustus 2007