Christian de Duve, Nobelprijs voor geneeskunde, over de evolutie, het intelligent plan en de wetenschap

Facebooktwittermail

Vanuit de Verenigde Staten is een nieuwe theorie overgewaaid: het “intelligent ontwerp”. Als ze de evolutie zelf al niet in vraag stelt, dan doet ze dat toch met de theorie van Darwin. De kleine groep wetenschappers die de theorie aanhangt, beweert dat niet enkel het toeval en de natuurlijke selectie aan de basis van de evolutie van mens en dier ligt. De tussenkomst van een Opperwezen zou onontbeerlijk zijn om sommige fenomenen te kunnen verklaren. De protestantse kerken in de VS, president Bush, en vandaag paus Benedictus XVI schijnen geloofwaardigheid te verlenen aan die nieuwe theorie. De overgrote meerderheid van de wetenschappers verwerpt ze. Om er meer over te vernemen zijn we een Belgische reus van de wetenschappen gaan opzoeken, Christian de Duve, die in 1974 Nobelprijs voor fysiologie en geneeskunde kreeg en de auteur is van “À l’écoute du vivant” 1“À l’écoute du vivant” (Luisteren naar het levende), Odile Jacob, Paris, 2002 en, recent, “Singularités” 2“Singularités (In het oog springende dingen), alons sur les chemins de la vie”, Odile Jacob, Paris, 2005.

Christian de Duve is de enige nog levende Belgische Nobelprijswinnaar. Vandaag is hij 88 jaar. De Duve wordt in 1917 in Engeland geboren en doet zijn studies in Leuven, waar hij geboeid raakt door het onderzoek. Vooral dan het onderzoek naar de werking van insuline, een stof die, als je er te weinig van hebt, aan de basis ligt van suikerziekte. Maar doorheen zijn onderzoek ontdekt hij toevallig een essentieel onderdeel van de levende cel, het lysosoom, in zekere zin de maag van de cel. Het levert hem de Nobelprijs voor geneeskunde op in 1974.

Christian de Duve leidt lange tijd twee laboratoria: een aan de UCL, een in New York. Hij richt in 1974 het Instituut voor Cellulaire Pathologie aan de UCL 3de “Université Catholique de Louvain”, de (franstalige) Katholieke Universiteit van Leuven.  op, dat zijn naam draagt, op de site van St-Lambrechts-Woluwe. Twintig jaar geleden nam hij afscheid van het biochemisch onderzoek om zich toe te leggen op de zoektocht naar de oorsprong van het leven.

Wanneer we zijn kantoor op de campus van Woluwe binnenstappen, ontmoeten we een professor die, ondanks zijn hoge leeftijd, ons het volle uur van ons onderhoud zal boeien.

Hartelijk dank, professor de Duve, dat u ons dit onderhoud toestond. Volgens een recente opiniepeiling zou 21% van de Belgen de evolutietheorie van Darwin betwijfelen. Kan u ons een overzicht geven van de bewijskracht van de evolutietheorie?

Christian de Duve . Vandaag is de evolutie geen theorie meer, maar een feit! Het was een theorie toen ze twee eeuwen terug voorgesteld werd. Een theorie die men de transformistische hypothese noemde en die vertelde dat levende wezens zich geleidelijk aan omgevormd hebben om uiteindelijk tot het ontstaan van de mens te leiden. Die hypothese is gebaseerd op de fossielen. Sindsdien beschikken we dankzij de vooruitgang van de geologie over heel wat meer gegevens over de fossielen, over hun ouderdom. Het is duidelijk dat de complexiteit van de levende wezens die fossielen nalieten, samenhangt met de leeftijd van de bodems waarin ze zijn gevonden. Hoe complexer een fossiel, hoe jonger.

Maar wat de theorie werkelijk bewijst en wat ze uitbreidt tot alles wat geen fossiele resten heeft nagelaten, dat zijn de gelijkenissen tussen de genen die bij verschillende levende wezens dezelfde functie vervullen. We komen dezelfde genen tegen bij de mens, de aardworm, de kwal, de vlieg, de bomen, de microbe. Waarom? Omdat de chemische functies dezelfde zijn. Vandaag kennen we honderden genen, die dezelfde functie vervullen bij verschillende levende wezens. En die dus klaarblijkelijk van een gemeenschappelijke voorouder komen. De genen zijn chemische, aaneengesloten reeksen, samengesteld uit een groot aantal vaak duizenden moleculaire eenheden. Van die moleculaire eenheden bestaan er vier verschillende, voorgesteld door hun initialen: A, G, C en T. Je kan ze vergelijken met zeer lange woorden samengesteld uit een alfabet van vier letters. Men noemt sequentie de volgorde waarin de letters staan, in zekere zin de spelling van het genetische woord. Vandaag kent men de sequentie van miljoenen genen. De vergelijking van deze sequenties onthulde dat genen met dezelfde functie binnen verschillende levende wezens, afstammen van eenzelfde voorouderlijk gen door vervangingen van een letter door een andere, en door andere wijzigingen in de spelling (mutaties).

Wij zijn toch anders dan de chimpansee en het paard?

Christian de Duve . Natuurlijk. Maar de gelijkenissen zijn zo sterk dat ze duidelijk de afstamming van de genen bewijzen en dus van hun eigenaars vanuit één enkele voorouderlijke vorm.

Het zijn niet alleen de gelijkenissen die veelzeggend zijn. Er zijn ook de verschillen. Deze laten toe de loop van de evolutie terug samen te stellen, vertrekkend van het feit dat het aantal mutaties met de tijd toeneemt. Bijvoorbeeld: een bepaald gen bij de mens verschilt slechts met één letter van hetzelfde gen bij de chimpansee, maar met tien letters van hetzelfde gen bij het paard en met 21 letters bij de vlieg. Daaruit volgt dan de volgorde waarin ze in de evolutie verschenen is: vlieg, paard, chimpansee, mens. Samengevat en zeer fel vereenvoudigd (want het is zeer ingewikkeld) kan je de gelijkenissen in de sequenties van de genen bezien als het bewijs van een gemeenschappelijke verwantschap terwijl de verschillen toelaten de stamboom uit te tekenen.

Maar het verschijnen van leven, neemt dat dan geen uitzonderlijke plaats in?

Christian de Duve . Natuurlijk, maar niet zoals de theorie van het vitalisme dat verstaat, een theorie die al meer dan vijftig jaar geleden afgeschreven werd. Het vitalisme, dat is stellen dat de levende wezens materie zijn die door een levenswind tot leven gewekt werd, iets immaterieels dat leven verwekt. Heel onze gebruikelijke taal is doordrenkt van vitalisme. We spreken van levensadem, van de ‘geest geven’. De wetenschappers van een eeuw geleden waren bijna allemaal vitalisten. Zoals de bioloog Pasteur, die dacht dat het leven ontstond door een vitalistisch principe.

Maar vandaag is het vitalisme afgeschreven omdat er zoveel bewijzen zijn dat het leven te verklaren is in strikt fysische en chemische termen, door chemische reacties, chemische structuren. We begrijpen het leven en we begrijpen het zo goed dat we nu kunnen handelen, manipuleren. Iedereen kent de genenmanipulatie, de gentechnologie, de biotechnologie.

Er bestaat al lang een stroming die het darwinisme aanvalt: het creationisme 4Het creationisme stelt dat de mens geschapen is door een immaterieel opperwezen. dat in een letterlijke lezing van de bijbel gelooft. Maar vandaag zien we iets nieuw opduiken, de theorie van het “intelligent ontwerp” 5Soms beter bekend onder zijn Engelse naam: “intelligent design”.

Wat is dat juist?

Christian de Duve . Dat intelligent ontwerp is niets nieuws. Het is een nieuw woord, maar meer ook niet. De theorie van het intelligent ontwerp wordt al tweehonderd jaar verdedigd. Vroeger heette dat het finalisme, nauw verwant aan het vitalisme.

Het finalisme stelt dat de levende structuren ontstaan zijn in functie van een doel. Het finalisme introduceert in het ontstaan van het leven een hoger wezen, dat erbuiten staat en dat de evolutie naar een bepaald doel leidt. Het intelligent ontwerp is niets anders dan een moderne versie van het finalisme. Volgens de voorstanders van het intelligent ontwerp zijn sommige etappes van de evolutie, van het ontstaan van het leven, onverklaarbaar zonder de tussenkomst van een leidend wezen dat het fenomeen gestuurd heeft. Maar tussen dat finalisme en het huidige intelligent ontwerp is er Darwin geweest.

Darwin stelt dat de genetische veranderingen tijdens de evolutie zich toevallig voordoen. En het is de natuurlijke selectie die, a posteriori (nadien), de verschillende varianten gaat scheiden. De soorten die standhouden zijn zij die in de chemische en fysische omstandigheden van het gegeven tijdperk de meeste kans hebben te overleven en zich voort te planten. Indien er meerdere varianten in competitie zijn voor dezelfde bestaansmiddelen, dan zijn het per definitie diegenen die zich het snelst voortplanten die de bovenhand halen. Heel de moderne biologie heeft de theorie van Darwin over de mechanismen van de evolutie bevestigd.

Het is in zekere mate een vaststaand feit dat vandaag bijvoorbeeld wordt geïllustreerd door de microben die resistent worden voor de antibiotica. Om het onderscheid te begrijpen tussen beide theorieën, stel je je bacteriën voor in een flacon. Je begint ze te verwarmen en je ziet stelselmatig sommige soorten microben verdwijnen. Na een tijdje blijft er bij een bepaalde temperatuur één enkel type bacterie over. Die variëteit had het best de mogelijkheid verworven weerstand te bieden aan de warmte. Voor de voorstanders van het finalisme en het intelligent ontwerp heeft een wezen de bedenking gemaakt: “het wordt warm, het wordt tijd zich voor te bereiden” en de genen van die microbe navenant gewijzigd zodat ze meer warmtebestendige proteïnen produceert. De genetische wijziging komt tot stand in functie van een doel,in dit geval: “weerstand bieden aan de warmte”.

Volgens het darwinisme zijn al die microben onderhevig aan blinde genetische wijzigingen. En van al die wijzigingen zijn het die wijzigingen die ertoe leiden beter weerstand te bieden aan de warmte, die er uitspringen door de natuurlijke selectie wanneer de warmte toeneemt. Van alle toevallige producten houdt de natuurlijke selectie die over die het best weerstand bieden aan de warmte.

Maar Darwin verklaart niet alles?

Christian de Duve. Uiteraard. De wetenschappers hebben sommige fenomenen met andere factoren trachten te verklaren. Maar het is daar dat het intelligent ontwerp zich tussenwringt. Het neemt een aantal voorbeelden over om te stellen dat sommige zaken onverklaarbaar blijven.

Zo zeggen de aanhangers van de theorie bijvoorbeeld dat je de complexiteit van het oog niet kan verklaren door enkel de evolutie als gevolg van het toeval en de natuurlijke selectie

Christian de Duve. Het oog? Daarvan bestaan op zijn minst zeven verschillende varianten: kijk maar naar het oog van een inktvis, en vlieg, een mens. Er zijn evoluties geweest met verschillende aanpassingen. Je kan vertegenwoordigers terugvinden van primitieve levende wezens die een primitieve vorm van het oog hebben, iets wat een voorloper van het oog zou kunnen zijn. Bij sommige bacteriën bijvoorbeeld heb je kleine stroken die gevoelig zijn voor het licht. De reactie op het licht verscheen dus al zeer lang geleden. Je kan de evolutie van het oog reconstrueren aan de hand van de progressieve evolutie van die kleine lichtgevoelige plekken. Er zijn daarin heel veel etappes doorlopen, die men vergeet het te dikwijls – zich over enorm lange periodes hebben uitgestrekt, die duizenden millennia bedragen. We kunnen de argumenten van het intelligent plan ontkrachten op basis van onze kennis.

Die kleine minderheid wetenschappers die de theorie van het intelligent ontwerp verdedigen zegt dat sommige etappes onverklaarbaar zijn.

Christian de Duve. Vanaf het ogenblik dat je stelt dat iets onverklaarbaar is, verlaat je het pad van de wetenschap. Want de wetenschap is gebaseerd op een starthypothese: de dingen zijn verklaarbaar. Het heeft geen zin laboratoria op te richten, onderzoek te doen, als je er niet van uitgaat dat wat je zoekt verklaarbaar is. Als ik stel dat iets onverklaarbaar is dan sluit ik dat voorwerp uit van mijn onderzoek en dan doek ik mijn labo op. Als wetenschapper mag je maar concluderen dat iets onverklaarbaar is als je alle mogelijkheden om het te verklaren hebt uitgeput. Als je daar dus uiteindelijk niet in slaagt, zou je misschien kunnen concluderen dat het onverklaarbaar is.

Maar tot op heden zitten we niet in die situatie. Ik zou zelfs zeggen dat we in de tegenovergestelde situatie zitten. Kijk maar naar wat er op vlak van biologie gedurende mijn leven (op zich toch al heel wat jaren) ontdekt werd. Toen ik als student aan de universiteit was, zo’n 70 jaar geleden, wist men bijna niets over het leven. En het beetje wat men wel wist, was kennis opgedaan in de loop van de voorbije 50 jaar. Wat men sindsdien allemaal ontdekt heeft is onvoorstelbaar: de proteïnen, duizenden enzymen, duizenden chemische reacties, de genetische code, de structuur van het DNA

Meer en meer wordt de basisstelling van de wetenschap dat de dingen verklaarbaar zijn bewaarheid. In de biologie is het echt niet het moment om te gaan beweren dat het onverklaarbaar is. Er zijn nog dingen die onverklaard blijven, maar je mag onverklaard en onverklaarbaar niet verwarren. Als alles al verklaard was, dan zouden we de laboratoria ook mogen sluiten, maar zover zijn we nog lang niet.

Mogen we stellen dat de voorstanders van het intelligent ontwerp en de creationisten op dezelfde golflengte zitten?

Christain de Duve. De voorstanders van het intelligent ontwerp zijn wetenschappers. Over het algemeen zijn het geen tegenstanders van de evolutie, maar wel van het darwinisme. Voor hen zijn er niet alleen de natuurlijke oorzaken, maar is er ook de invloed van een immateriële entiteit. De creationisten zitten niet helemaal op die golflengte omdat ze zelfs de evolutie verwerpen. Maar ze zijn wel heel blij wetenschappers te vinden die stellen dat “de wetenschap niet alles verklaart”, wat de goddelijke tussenkomst kan rechtvaardigen.

U hebt stelling genomen tegen die nieuwe vorm van obscurantisme. U zegt dat u het als uw plicht zag te spreken.

Christian de Duve. We gaan vandaag niet over religie praten. Ik heb het enkel als mijn plicht aangevoeld te stellen: waar men ons voorstelt te geloven in zaken die ingaan tegen wat de wetenschap onomstotelijk heeft aangetoond, moet de tekst worden gewijzigd, dat is alles. Het is zeker dat de theorie van het intelligent ontwerp met vreugde wordt onthaald in talrijke religieuze middens, zelfs, naar het schijnt, in het Vatikaan. Ik heb de vergadering van de Pauselijke Academie voor Wetenschappen in oktober 1996 bijgewoond, waar paus Johannes-Paulus II verklaard heeft dat “de evolutie geen hypothese meer is”. Dat zijn zijn woorden. Nu zegt kardinaal Schönborn, met steun van de nieuwe paus: “Het is geen hypothese meer, maar dat wil niet zeggen dat het darwinisme alles verklaart”. En de paus heeft ook gezegd: “wij zijn niet het toevallige resultaat, zonder betekenis, van de evolutie”.

Interview afgenomen door Dominique Meeus en David Pestieau

References[+]