Een op de twee leerlingen van Noord-Afrikaanse en Turkse oorsprong maakt het secundair onderwijs niet af. De dramatische ongelijkheid tussen allochtone en autochtone leerlingen blijkt uit een onderzoek van Nils Duquet van de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
De helft van de allochtone leerlingen in de Vlaamse Gemeenschap verlaat de middelbare school zonder enig diploma. Dat is bijna vier keer meer dan bij autochtone leerlingen. De vaststelling bevestigt vroegere onrustwekkende onderzoeksgegevens. Allochtonen zitten meer dan anderen in het beroepsonderwijs (BSO), ze slagen minder vaak in het hoger onderwijs en ze behalen minder goede studieresultaten.
Volgens Nils Duquet, die het onderzoek uitvoerde, heeft dat vooral met het begin van de schoolloopbaan te maken. “Kinderen komen de school binnen met een taal- en cultuurachterstand. En van die achterstand geraken ze niet meer verlost. Hij stelde in zijn onderzoek vooral bij de meisjes een probleem vast: ,,We merken dat meisjes van thuis uit geblokkeerd worden om verder te studeren. Jongens worden daarentegen meer gepusht om goede resultaten te halen.”
Daarom pleit Duquet ervoor om de inspanningen op de eerste jaren te concentreren. ,,Hoe vroeger we met taallessen beginnen, hoe meer kansen we creëren voor de verdere schoolloopbaan van die jongeren.”
In oktober 2006 komt de studie in boekvorm uit. Nils Duquet is sinds oktober 2004 als onderzoeker werkzaam op het longitudinaal interuniversitair onderzoek betreffende de overgang van de schoolbanken naar de arbeidsmarkt (SONAR).
(bron: De Standaard, 16 september 2006)