“Een auto van 22000 EURO wordt 20% goedkoper. De nieuwe prijs wordt daarna nog eens met 10% verlaagd. Wat is het percentage van de totale prijsverlaging?”.
Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat slechts één op vijf eerstejaarsstudenten in de opleiding voor onderwijzer het juiste antwoord (1) op dit rekenvraagstuk kan vinden.
Het onderzoek werd gepubliceerd in het (Nederlands) Tijdschrift voor Hoger Onderwijs. De onderzoekers Straetmans en Eggen van Cito in Arnhem, hebben een rekentoets ontwikkeld (WISCAT) die het rekenvaardigheidsniveau van aanstaande onderwijzers vergelijkt met het niveau van leerlingen uit groep 8, de hoogste groep van de basisschool.
Aan het einde van het eerste studiejaar moeten studenten minimaal het rekenniveau van de beste groep 8-leerlingen hebben, vinden de hogescholen. Ruim duizend eerstejaarsstudenten aan vijftien lerarenopleidingen (pabo’s) voor het basisonderwijs maakten voor het onderzoek een rekentoets. Dezelfde toets werd voorgelegd aan bijna achthonderd leerlingen uit groep 8. Het resultaat van de beste 20 procent van de leerlingen gold als norm.
Deze norm werd door 53 procent van de eerstejaars niet gehaald. Van de vrouwelijke pabo-studenten bleef 57 procent onder de norm, van de mannen 30 procent. Verdeeld naar vooropleiding zijn de ‘afwijspercentages’ als volgt: van de pabo-studenten die mbo (middelbaar beroepsonderwijs) hebben gedaan blijft 72 procent onder de norm, van de havo-leerlingen (hoger algemeen vormend onderwijs) 47 procent, van de vwo (voortgezette wetenschappelijke vorming) leerlingen 24 procent.
Bron: NRC Handelsblad, 2 januari 2006
Voor het onderzoek: klik HIER.
(1) Het juiste antwoord is 28 %