Voor dit atelier mochten we drie leden verwelkomen van het (Franstalig) Belgisch Comité voor het Wetenschappelijk Onderzoek naar Paranormaal Genoemde Verschijnselen (kortweg het comité Para).
Michel Soupart, een gepensioneerd legerofficier, schetste kort de historiek van het Comité Para. De strijd tegen het beroep doen op het paranormale was al gestart vóór de Tweede Wereldoorlog maar pas daarna werd het comité echt uitgebouwd. Tijdens de oorlog waren veel personen verdwenen en nogal wat mensen waren tot alles bereid om informatie te krijgen over hun verwanten. Vele pendelaars en anderen vertoonden geen scrupules tegenover deze mensen. Het “irrationele” leek verontrustende proporties aan te nemen. Daarop hebben enkele personen een comité opgericht om die oneerlijke praktijken te bestrijden, minstens op het intellectuele vlak.
Eén van de methoden om uitgekookte trucs te ontmaskeren, bestond er in een grote som geld te beloven aan wie in staat zou zijn een paranormaal verschijnsel te laten gebeuren in hun aanwezigheid. Voorwaarde was wel dat alle mogelijke vormen van onderzoek mochten toegepast worden, zoals het gebruik van allerlei meetapparaten. Het kon gaan over spiritistische ontmoetingen, telepathie, pendelen, helderziendheid … Er heeft zich geen enkel geval voorgedaan waarin de verdedigers van het paranormale geslaagd zijn. Het Comité werkt nog steeds met dezelfde doelstelling als in het begin: de aandacht van goedgelovige mensen trekken op de listen waarvan zij het slachtoffer zijn en een denkwijze verspreiden die hen wapent tegen gewetenloze bedriegers: het scepticisme.
Zo trekt het Comité ook naar scholen, vooral naar lagere scholen. Onderzoek wijst immers uit dat vele jongeren geloven in paranormale verschijnselen en pseudo-wetenschappelijke verklaringen. Spiritisme of astrologie liggen vandaag in elk geval goed in de markt. Waarom vooral in lagere scholen ? Omdat het moeilijker blijkt te zijn om een adolescent van ideeën te doen veranderen als hij al een uitgebouwde zienswijze heeft. Ook al is dat niet onmogelijk. Bij kinderen wapent een vroeg ontwikkelde kritische geest hen voor de rest van hun leven. De methode bestaat er in niet in zo maar iets te verwerpen, maar de noodzaak om goed na te denken duidelijk te maken. De enige manier om daarin overtuigend over te komen is concrete gevallen te nemen en daarin de misleidingen te tonen.
Enkele voorbeelden. Zij die beweren Parijs te kunnen doorkruisen met een blinddoek voor de ogen spelen vals (op verschillende mogelijke wijzen). De pendel beweegt zich nooit spontaan in één of andere richting: hij wordt door de hand gestuurd (soms onbewust). Uitgestrekte vingers komen na en zekere tijd weer naar elkaar toe: dat is een natuurlijk verschijnsel. Er bestaan ook talrijke optische illusies.Men moet beseffen dat een normaal functionerend geheugen gebeurtenissen reconstrueert. Waaruit een gevaar volgt om de realiteit te vervormen. Men kan talrijke voorbeelden aanhalen van personen die zeker waren dat ze één of ander gezien hadden, terwijl nauwkeurig onderzoek aantoont dat het niet zo was. Hun geheugen vervormt de realiteit.
Bij kinderen wordt ook gebruik gemaakt van stripverhalen. Ook wetenschappelijke tijdschriften aangepast aan hun leeftijd kunnen goede diensten bewijzen. Bijvoorbeeld, om aan te tonen dat een fakir die zich neerlegt op een plank met zeer veel spijkers geen mirakel uitvoert: de toename van het oppervlak vermindert de druk. Michel Soupart trekt ook de aandacht op de grote invloed die kennis van sommige feiten of het beheersen van bepaalde handigheden waarmee men het publiek verrast, kan hebben. De bekoring kan groot zijn om zijn capaciteiten te gebruiken om te laten geloven dat men over bovennatuurlijke gaven beschikt. Als men daar niet aan weerstaat maakt men indruk op het publiek ten koste van de kritische geest en het scepticisme.
Michel Soupart eindigt met de zes geboden van de perfecte scepticus :
– De wetenschap studeren.
– Aanvaarden dat waargenomen verschijnselen onverklaarbaar zijn zonder over te gaan in het geloof in het paranormale. De geschiedenis van de wetenschap staat vol verschijnselen die vroeger onverklaarbaar waren en het nu wel zijn.
– Wantrouwig zijn tegenover zijn eigen zintuigen.
– Charlatans vermijden.
– Bewijzen eisen.
– De fascinatie voor het wonderlijke bewaren: dat is op zich heel menselijk. Maar dit niet verwarren met het paranormale. Poëzie ja, helderziendheid nee !
Als antwoord op een vraag verduidelijkt Michel Soupart dat het Comité zelden de filosofische of sociologische aspecten ter sprake brengt die verbonden zijn aan het geloof in het paranormale. Dit onder meer omdat dat zou leiden tot debatten waarin het moeilijk zou zijn om een zekere filosofische neutraliteit aan te houden. Wat in ons onderwijslandschap erg negatief zou kunnen uitdraaien.
De tweede spreker van het comité Para was Roger Gonze, ingenieur en specialist in radio-astronomie. De inhoud die hij presenteerde vindt u terug in het artikel over astrologie dat hij ons heeft bezorgd. (op onze Franstalige website www.ecoledemocratique.org)
Ten slotte hadden wij het genoegen om Tony Delbel, een goochelaar die in het gewone leven Jean Champenois heet, te horen en te zien. Op jonge leeftijd voelde hij zich aangetrokken tot “spritistische ontmoetingen”. Op een bepaald ogenblik realiseerde hij zich dat een vrouw hem een fortuin wou betalen om in contact te komen met haar overleden zoon. Dat deed hem “van kamp veranderen”. Hij besloot degenen die profiteerden van de verwarring van mensen om hen geld af te troggelen, te bestrijden. Hij kon die vrouw perfect de illusie gegeven hebben dat ze in contact trad met haar zoon. In plaats van zich te verrijken, heeft hij er voor gekozen om het comité Para te steunen.
Er bestaan verschillende vormen van spiritisme. Het gemeenschappelijk punt is altijd de wil om in contact te komen met de geesten van overleden personen. Die communicatie verloopt altijd via een zekere ondersteuning: een sprekend glas, kloppingen op het plafond, een naald die alleen gaat liggen, of zelfs de stem van het medium zelf. Het is moeilijk om wat volgde in een artikel samen te vatten. Want we maakten een reeks heel indrukwekkende demonstraties mee: een tafel die van de grond komt, water dat in brand schiet, een geest die antwoordt met heel duidelijke zuchten, een stoel die helemaal op zijn eentje omvalt, net als een kader die aan de muur opgehangen was (nadat Tony Delbel in zijn rol als medium ons had gemeld dat de geest daar ergens ronddwaalde). We zijn zelfs in contact getreden met Victor Hugo in persoon. Dit kon volstaan. Wij waren allemaal overtuigde geesten, die op zijn minst heel sceptisch stonden tegenover het irrationele. Tony Delbel probeerde ons helemaal niet te overtuigen dat er iets irrationeels aan het gebeuren was. Hij was gekomen om ons het tegendeel uit te leggen. En toch waren we heel zwaar onder de indruk. Dat laat begrijpen hoe goedgelovige geesten, of zelfs gewone twijfelaars gemakkelijk door kwaadwillige personen kunnen overtuigd worden. Maar Jean Champenois is er meer dan ooit van overtuigd: de geest keert nooit op aarde terug. In alle spiritistische “ervaringen” gebeurt er ofwel niets speciaals (wat is er speciaal aan een dode die spreekt door de stem van een zeer levend medium ?), ofwel gaat het om uitgekookte misleiding. Sommige voorbeelden daarvan zijn ter sprake gekomen, maar niet allemaal. De deontologie van de goochelaar laat niet toe om alle trucs te onthullen.
Tony Delbel legt nog uit dat sommige mediums oprecht zijn. In de medische literatuur is er sprake van ontdubbeling van de persoonlijkheid. Hier gaat het niet over degenen die deelnemen aan buitengewone ontmoetingen. Dat zijn bewuste fraudeurs. Hij komt terug op de raad van Michel Soupart: wees zeer voorzichtig met menselijke getuigenissen. Op twintigjarige leeftijd had hij begrepen hoe men een sekte of een godsdienst kon stichten. Het volstaat om een aantal persoonlijke capaciteiten te bezitten en gebruik te maken van de goedgelovigheid van bepaalde personen. Voor hem bevindt de transcendentie zich in de cultuur. Men kan magische dromen hebben, maar het blijven dromen. Waarop hij zijn tussenkomst afsluit door een prachtige duif te voorschijn te toveren.
De Vlaamse zusterorganisatie van het Comité Para luistert naar de naam SKEPP, Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-Wetenschap en het Paranormale.
Zie
www.skepp.be