We publiceren hieronder de integrale speech van Nico Hirtt, hoofdredacteur van “De democratische school”, die tijdens de “zes uren voor de democratische school” naar voren werd gebracht. Wegens deelname op dezelfde dag aan het Europees Sociaal Forum in London, met name als één van de hoofdsprekers op het debat rond vermarkting van het onderwijs, kon Nico niet op tijd in Brussel terug zijn om zijn speech zelf uit te spreken. De speech werd voorgelezen door Jean-Pierre Kerckhofs, voorzitter van (de Franstalige vleugel van) de Oproep voor een democratische school (OVDS).
Op de eerste plaats wil ik er mij voor verontschuldigen dat ik deze dag niet helemaal heb bijgewoond. Ik ben net terug van Londen, waar ik deelgenomen heb aan het 3de Europese Sociaal Forum, en wel aan een seminarie gewijd aan “onderwijs en globalisering”. Tegenover het offensief van degenen die onderwijs willen omvormen tot een ruime wereldmarkt met slechts één doel – de industrie en de diensten voorzien van gedweeë arbeidskrachten – vonden wij dat de OVDS niet mocht afwezig blijven op die forums waar gemeenschappelijke verzetsstrategieën uitgewerkt worden.
Op het einde van de zes uur van deze studiedag zullen 6.580 kinderen gestorven zijn. Het is net alsof
om het uur – temidden van een algehele onverschilligheid – een vliegtuig zou neergestort zijn
op een toren vol met baby’s en kinderen van minder dan vijf jaar oud. Twee derden van die sterfgevallen zouden te vermijden geweest zijn als er een politieke en budgettaire engagement was geweest dat slechts een peulschil is van de uitgaven voor de invasie van Irak.
Gedurende deze zes uur zullen de vijf belangrijkste multinationals – 3 autoproducenten en twee
petroleummaatschappijen – een omzet verwezenlijkt hebben van 360 miljoen euro. Dit is exact het inkomen in die zes uur van de anderhalf miljard armste bewoners van de wereld. Wat het aantal van die extreem armen betreft, dat zal met 3.000 eenheden gestegen zijn als we hier van elkaar afscheid nemen.
Gedurende die zes uur zullen de 40.000 rijkste gezinnen van België waarschijnlijk gaan wandelen zijn in een bos, aan de kust of in een park, terwijl hun bezit met gemiddeld 270 euro, zowat 10.000 frank zal gegroeid zijn. Oh, het wonderlijke kapitaal dat helemaal vanzelf vruchten afwerpt! Geloven jullie nog in mirakels? Elders in de wereld zullen miljoenen mensen moeten zwoegen hebben om die rijkdommen voort te brengen. Voor die zes uur arbeid zullen de inwoners van Afrika, India of Centraal Amerika gemiddeld 1,20 euro verdiend hebben.
Gedurende onze 6 uur zullen 18 hogere dierlijke en plantaardige soorten verdwenen zijn, 102 km_ wouden verwoest en 370 miljoen m_ continentaal ijs weggesmolten zijn door de opwarming van de planeet.
Gedurende die zes uur zullen de 20% bewoners van de rijkste landen evenveel natuurlijke hulpbronnen verbruikt hebben als de 20% armste bewoners in een halve maand.
Gedurende die zes uur zullen in het totaal 2500 uren van afstompende, racistische, seksistische, onterende, reactionaire, leugenachtige en anti-wetenschappelijke reclame uitgezonden zijn op de tv-schermen van de planeet. In diezelfde tijdsspanne zullen 7.000 kinderen gedwongen zijn om de school verlaten vóór hun 14 jaar.
Gedurende die zes uur zullen 89.700 computers verkocht zijn, meestal in de rijke landen. Maar op hetzelfde moment zullen 200 tot 700 woorden van de 5000 meest bedreigde talen voorgoed uit het geheugen van de mensheid gewist zijn.
Ik hoop dat er mij niemand gaat vragen: “Wat heeft dat allemaal te maken met de democratische school?”. Want dan zouden die zes uur tot niets gediend hebben. Het zouden zes verloren uren zijn, zes uur rampen en menselijke ellende zonder dat we er iets aan gedaan hebben, zonder dat we onze verantwoordelijkheid opgenomen hebben.
Welk soort burgers heeft de wereld nodig ?
Als we een democratische school willen, is het omdat de wereld dringend moet veranderd worden. Die onrechtvaardige, gevoelloze, schijnheilige, verwoestende wereld die ik zonet voor jullie beschreven heb.
In het decreet van de Franse Gemeenschap over de “opdrachten van het onderwijs” (1997) wordt alles opgesomd waartoe het onderwijs zou moeten dienen: socialiseren, opvoeden, de jonge generaties aanleren dat onze instellingen de mooiste zijn ter wereld, flexibele verbruikers en inzetbare werkers voortbrengen, wijsmaken dat de kansen gelijk zijn. Maar waar spreekt men ons over wat de allereerste opdracht van het leerplichtonderwijs zou moeten zijn: de toekomstige generaties de middelen geven die ze nodig zullen hebben om van deze verwerpelijke wereld, die we hun nalaten, af te geraken en om er een andere, betere, rechtvaardige en duurzame wereld mee op te bouwen.
Welk soort burgers heeft deze wereld nodig ? Welk soort burgers hebben wij nodig, wij die verlangen naar een eindelijk rechtvaardige en democratische wereld?
We hebben burgers nodig die een uitgebreide reeks vaardigheden beheersen, maar die ook kennis van geschiedenis, economie, aardrijkskunde, sociale wetenschappen bezitten; zonder deze kennis is het uiteraard onmogelijk om te vatten wat er nu op politiek en sociaal vlak op het spel staat.
De jonge Wenda werd geboren in Kongo, maar ze heeft al haar studies in België gedaan. Dit jaar zal ze het zesde leerjaar beëindigen van de optie jeugdzorg in het technisch onderwijs. Welnu, het is onaanvaardbaar dat ze geen benul heeft van de verantwoordelijkheid van het kolonialisme voor de ellende in haar land; het is onaanvaardbaar dat ze nog gelooft dat de zwarten in Amerika de huidige afstammelingen zijn van mensen die vanwege de armoede uit Afrika gevlucht zijn, zoals zijzelf en haar ouders. Wenda beseft niet wat de slavernij betekende; hoe zou ze dan kunnen vatten wat de oorzaak is van het racisme waarvan ze het slachtoffer is?
We hebben burgers nodig die over een ruime wetenschappelijke en technologische kennis beschikken. Zo krijgen ze inzicht in de enorme mogelijkheden van die kennis voor de mensheid, maar ook in de valstrikken en de bedreiging die er van uitgaan.
We hebben ook burgers nodig die degelijk onderwijs in de wiskunde en de wetenschappen hebben genoten. Zo kunnen ze zich los te maken van geloof, bijgeloof en vooroordelen en een rationeel inzicht in de werkelijkheid verwerven.
In de hoop ooit een democratische wereld op te bouwen, zullen we burgers nodig hebben die in staat zijn om een stelling met argumenten te staven, om die duidelijk met haar finesses en schakeringen naar voor te brengen, om een hypothese aan kritiek te onderwerpen, om van gedachten te wisselen en om zijn gevoelens uit te drukken, kortom burgers die op een kritische manier de meest hoogstaande werken van de letterkunde en de wijsbegeerte zullen bestudeerd hebben.
We hebben ook burgers nodig die verscheidene talen beheersen om met elkaar te communiceren en van gedachten te wisselen, om deel te nemen aan een democratisch leven en aan strijdbewegingen die noodzakelijkerwijs altijd maar meer internationaal zullen worden. Ik heb het al gezegd: ik ben net terug van het Sociaal Forum te Londen en ik kan jullie hier verzekeren dat de Babylonische spraakverwarring van Europese talen een van de ergste belemmeringen is voor de eenmaking van de strijd tegen de liberale mondialisering. We kunnen niet allemaal meertaligen worden. Het is dus een soort van commercieel Engels dat voor ons als Esperanto zal moeten dienen.
We hebben burgers nodig die opgevoed zijn in solidariteit en respect niet in individualisme, om samen te werken en niet om mekaar te beconcurreren, die gevormd zijn in het internationalisme en het
multiculturalisme en niet in de nationalistische vreemdelingenhaat, die getraind zijn in nauwgezette, gedisciplineerde arbeid en niet in parasitisme, die opgevoed zijn tot strijd en niet tot onderwerping, tot wetenschappelijke nieuwsgierigheid en niet tot obscurantisme of afstomping.
We hebben ook burgers nodig met een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid. We hebben burgers nodig die in staat zijn om de mooiste scheppingen van de verschillende kunsten en beschavingen – in al hun rijkdom en verscheidenheid – naar waarde te schatten, burgers die zich afkeren van de pseudo-massacultuur die de grote audiovisuele industrie hun opdringt. Zo zullen ze bijdragen tot het behoud, de ontwikkeling en de verspreiding van het mooiste wat de mensheid heeft voortgebracht.
De Belgische school is een catastrofe !
Het is de democratische school die deze kennis, die enorme cultuur en die brede competenties aan iedereen bijbrengt, en niet alleen aan hen die ze nodig hebben omdat hun geboorte hen voor een zogenaamde “verantwoordelijke” positie voorbestemt of, met andere woorden, voor een machtspositie waarmee ze kunnen baas spelen in de huidige wereld.
De toekomstige doppers en hamburgerverkopers, de uitgeslotenen, de kinderen van de Marollen, van de industriële woestijnen in Limburg en La Louvière, van de krottenwijken in Kinshasa en Rio: zij zijn het die de aardrijkskunde en de geschiedenis, de wijsbegeerte en de letterkunde, de wiskunde en de wetenschappen, de kunsten en de technologieën moeten ontdekken. Want zij zijn het juist aan wie men al die kennis wil ontzeggen, om hen zo in hun toestand gevangen te houden. Zij hebben juist die kennis nodig, niet als individuen die tevergeefs hunkeren naar een sociale promotie, maar als sociale klasse die voor haar emancipatie vecht.
De Belgische school met haar netten en onderwijsvormen, met haar elitescholen en restscholen, met haar beroepsonderwijs dat het kind op zijn 14 jaar opsluit in een enge specialisatie, met haar algemeen vormend onderwijs dat technologische analfabeten aflevert, met haar lager onderwijs met klassen van 25 kinderen of meer, met haar inhoudsloze en chaotische leerplannen, met haar overdreven invloed van de economische wereld op de kwalificatierichtingen; welnu, dat Belgisch onderwijs is net het omgekeerde van wat een democratische school zou moeten zijn. Laten wij er hier alleen al maar aan herinneren dat in ons land het verschil in leesvaardigheid en wiskundige geletterdheid tussen rijke en arme kinderen, op 15-jarige leeftijd, het grootste is van alle geïndustrialiseerde landen. De schoolse ongelijkheid is bij ons tweemaal groter dan in de Scandinavische landen.
En hoe zou het anders
Volgend jaar viert onze vereniging haar tiende verjaardag. In tien jaar hebben wij aanzienlijk werk geleverd op het vlak van analyse en informatie. Dankzij de hulp van talrijke vrienden, zoals Gérard de Selys hier aanwezig, zijn wij op internationaal vlak erkend als pioniers in de bewustwording van de dreigende commercialisering van het onderwijs. Door onze enquêtes, door onze artikels, door ons onderzoek hebben wij ertoe bijgedragen dat het probleem van de sociale ongelijkheid op school belangstelling kreeg. Die activiteiten moeten zonder twijfel in verband gebracht worden met het feit dat de regeringsverklaringen van de beide gemeenschappen ertoe gedwongen werden, eindelijk!, om de “mislukking” te erkennen van het onderwijs in België. Maar jammer genoeg zonder de minste maatregel te treffen om hieraan te verhelpen.
In tien jaar heeft onze vereniging een kwalitatief hoogstaand tijdschrift gemaakt, dat echter te weinig abonnees heeft om te kunnen overleven. We hebben een internetsite ontwikkeld, die gedurende het voorbije jaar 30.000 bezoekers heeft gehad, maar die we onvoldoende kunnen bijwerken wegens gebrek aan mankracht. We hebben een zestal studiedagen georganiseerd, wel ten koste van een enorme inzet van slechts enkele mensen. Dank je wel aan allen voor de kwantiteit en de kwaliteit van het werk dat het welslagen van deze dag heeft mogelijk gemaakt. Maar de OVDS heeft meer armen nodig! Organiseer je in lokale secties, verspreid ons tijdschrift, help mee bij het verzamelen en het publiceren van informatie, richt reflectiegroepen over welbepaalde thema’s, over specifieke disciplines op.
Het is de moeite waard om zich te organiseren, het is de moeite waard om te vechten, want we moeten en kunnen vooruitgaan.
In de loop van de zes uur dat deze dag zal geduurd hebben, zullen 102.740 kinderen in de wereld leren lezen en schrijven, zullen 410 nieuwe boeken uitgegeven zijn, zullen alleen al in de Europese bibliotheken 15.300.000 boeken ontleend zijn, zal de menselijke kennis a rato van 100.000 A4-bladen toegenomen zijn.
Ja, we moeten de wereld veranderen, maar de krachten die haar zullen veranderen zijn zich nu al aan het ontwikkelen. En het onderwijs heeft zijn bescheiden maar reële rol te spelen in de voorbereiding van die betere wereld. Laten ook wij ertoe bijdragen.
Ik dank jullie.