Waaruit bestaat de burgerzin die wij, leerkrachten en progressieve militanten, voor onszelf opeisen en die we zo graag bij de jongeren zouden opwekken. We schetsen hier de grote lijnen. In andere artikels van dit dossier gaan we er meer in detail op in.
Laten we eerst even ons uitgangspunt in herinnering brengen: de school moet er voor zorgen dat alle jongeren toegang krijgen tot de kennis en de vaardigheden die nodig zijn om de wereld beter te begrijpen en om mee te werken aan meer rechtvaardigheid in die wereld. Wat zijn nu de ingrediënten van die burgerzin.
Een stevige basiskennis
Geschiedenis, aardrijkskunde, economie, sociale wetenschappen, wiskunde, talen, technologie, … : het zijn allemaal vakken die jongeren nodig hebben om de wereld waarin ze leven ‘in kaart te brengen’ en dus ook nodig hebben om op een voortreffelijke manier stelling te kunnen nemen in de conflicten die deze wereld verscheuren. Een voorbeeld: hoe kan je stelling nemen tegenover de stijgende rassenhaat en het racisme als je de geschiedenis van de migratie niet kent, of de economische drijfveer ervan, of het politieke misbruik dat extreemrechts er van maakt, of als je niet weet dat er in feite maar één ras bestaat (paleontologie, evolutietheorie, genetica, …), enz. …..?
Meestal beperkt de opvoeding tot democratie zich (blijkbaar omdat men neutraal wil blijven) tot het onderwijzen van de puur formele karakteristieken er van: de stamboom van de monarchie, scheiding van de verschillende machten, alle soorten instellingen, … .
Maar de burgers hebben meer nodig dan een dergelijke ‘cleane’ uitleg. Ze moeten het ware karakter van het proces van besluitvorming begrijpen, waarvan we weten dat het vaak verloopt via weinig democratische omwegen. Het begrijpen van de politieke, economische en sociale mechanismen die onrecht, oorlog en ecologische rampen veroorzaken. Men moet een rationele en wetenschappelijke visie op de wereld nastreven. De studie van de belangrijkste ideologieën lijkt ons daarbij zeer wenselijk: het kapitalisme, het socialisme, het communisme, het anarchisme, … . Vooral het kapitalisme want dat is het systeem waarin we leven ‘in goede en kwade dagen’ (aan u te bepalen hoe zwaar het goede en het kwade weegt).
De vaardigheden
Het uitvoeren van burgerzin veronderstelt eveneens enkele noodzakelijke vaardigheden.
De basis is het begrijpen van geschreven documenten (teksten, statistieken, grafieken), en ook de audio-visuele en artistieke documenten (de luistervaardigheid) .
Zich kunnen uitdrukken en communiceren op verschillende manieren, mondeling of geschreven, op artistieke manier of via de nieuwe technologieën (deze technieken zijn uiteraard zeer belangrijk geworden in de huidige strijd).
Zich collectief kunnen organiseren: deelnemen aan een vergadering, ze leiden, projecten organiseren en ze leiden, actie voeren en ze goed evalueren.
De toegang tot kwaliteitsvolle informatie
Zonder informatie bestaat de echte democratie niet. Ja maar, welke informatie? Heden ten dage is de pers bijna volledig in handen van de industriële en financiële concerns (die daarenboven steeds meer onderlinge banden hebben), de steeds schaarser wordende journalisten moeten overhaast werken en de winstlogica tast zelfs de kwaliteitskranten aan. In die context volstaat het niet meer om, zelfs dagelijks, een krant te lezen of om verwoed naar het TV-nieuws, ook op de openbare zenders, om een goed geïnformeerde burger te zijn. Deze vaststelling leidt ons tot twee reacties:
1. Jongeren moeten gewapend (geïmmuniseerd) worden tegen de illusie dat wat de media zeggen betrouwbaar is. We moeten de informatie, en de ideologie die er achter schuilt, zeer kritisch benaderen.
2. We moeten onafhankelijke informatiebronnen vinden. En die bestaan. Sommige kennen zelfs een groot succes, want het belang van de informatie leek zeer belangrijk voor enkele overtuigde democraten. Maar we moeten ook kritisch blijven tegenover deze informatiebronnen: het is niet omdat ze alternatief zijn dat alles wat ze zeggen juist is. Kritische ingesteldheid? We kunnen er even over spreken.
Een scherpe kritische ingesteldheid
Burgerzin is gebaseerd op een zeer scherpe kritische zin. Het staat buiten kijf dat we ons het discours laten wijsmaken dat stelt dat we ons moeten onderwerpen aan de gevestigde kapitalistische orde. We stellen daartegenover een intellectuele vastberadenheid, een inductieve, materialistische en dialectische manier van denken. Is dit wat te theoretisch of te abstract? In dat dossier proberen we enkele ’trucs’ mee te geven die aan de leerkracht de kans geven om bij zijn leerlingen het kritisch denken aan te wakkeren (zie “Een kritische ingesteldheid inoefenen” en “de wereld begrijpen … via zijn contradicties”).
Democratie is kamp kiezen … en moreel coherent zijn
Burger zijn veronderstelt ook “kunnen zijn”. Een scherm van pseudo-democratie die aan een minderheid van zakenlui toelaat om de wereld in brand te steken, met het volste misprijzen voor hun medemens, dat is aan ons niet besteed! Democratie betekent het zoeken naar oplossingen voor de meerderheid van de mensen, de constante bezorgdheid om niemand aan de kant te duwen. We hebben beslist te kiezen voor solidariteit, samenwerking, broederlijkheid, sociale rechtvaardigheid, verdeling van werk en rijkdom, rationaliteit, intellectuele nauwgezetheid en eerlijkheid. We geloven immers dat het de enige waarden zijn die mee kunnen instaan voor een vreedzame wereld. Burger zijn betekent dat men een duidelijke visie moet hebben over de doelstellingen die men nastreeft en over de gevolgen van de dingen die men doet (of niet doet), ook al is niemand vrij van tegenstellingen (de auteur van de tekst incluis).
Actie op school zelf ….
Om de kennis en de vaardigheden van de burgerzin uit te bouwen is het van het allergrootste belang om de democratie toe te passen binnen de school, zowel op het niveau van de klassengroep als op het niveau van de school. Doorheen het collectieve beheer van een klassenproject, komt en in aanraking met krachtsverhoudingen, conflicten, macht organisatie, het gemeenschappelijk welzijn, de evaluatie, de kritische geest, enz. …. . De praktijk ondersteunt de kennis en de vaardigheden en vice versa. Op dit aspect zullen we niet verder ingaan: we deden dat reeds in het dossier “Participatie op school” (De democratische school, nr. 12) en we verwijzen jullie ook naar de rijke ervaring van de nieuwe pedagogie (institutionele pedagogie, auto-socio-vorming, Freinet, Oury, enz.). Onze vrienden van CGé (Changement pour l’égalité) bijvoorbeeld zullen, beter dan wij, jullie daarin kunnen leiden.
… en in de sociale strijd
Al doende leert men. Door te strijden voor meer democratie wordt men burger. “Artikels schrijven, vlugschriften verspreiden, enquêtes voeren, voor vrede strijden, mensen er toe aanzetten goed na te denken alvorens belastingen te betalen, burgerlijk ongehoorzaam zijn, een dissidente vereniging oprichten, aan een staking deelnemen, … ” zoals Michel Albert , door Anne Morelli geciteerd, het suggereert. Dat zijn allemaal mogelijkheden om te leren en om deel te nemen aan een rechtvaardigere wereld.
Is burgerzin alleen bestemd voor Superman en Superwoman?
We hebben hierboven nogal wat kwaliteiten opgesomd die vereist zijn voor een goede burgerzin. Je zou erbij beginnen nadenken: wie kan er prat op gaan over al deze kwaliteiten te beschikken? Zou die burgerzin alleen maar bestemd zijn voor een elite van activisten die in prima gezondheid zijn, geen andere bindingen hebben en superbegaafd zijn? Moet men een perfecte burger zijn om tot actie over te gaan? Uiteraard niet. De verschillende strijdbewegingen voor een rechtvaardigere wereld hebben heel wat handen nodig. Iedereen kan daar zijn steentje toe bijdragen, welke ook zijn kwaliteiten zijn.
Het volgende is echter ook waar: hoe talrijker de competente en kritische militanten zullen zijn, hoe groter de kans dat we het onaanvaardbare kunnen afwenden. Dat is trouwens de reden waarom alle verzetsbewegingen zoveel belang hechten aan de vorming van hun militanten. En het is ook daarom dat de school een cruciale democratische inzet heeft.