“De grootste bedreiging, zowel voor de kwaliteit van het onderwijs als voor de (statutaire) positie van de leerkrachten is de toenemende privatisering. Langzaam maar zeker wordt de vrije onderwijsmarkt een realiteit: scholen wordt meer autonomie toegeschoven, reclame en sponsoring van scholen worden ‘gereglementeerd’, de verzelfstandiging van het gesubsidieerd onderwijs wordt voorbereid, enz. Relatief kleine stapjes die het onderwijs alsmaar verder in commerciële richting duwen. Dit alles speelt zich af in een internationaal perspectief. De neo-liberale globalisering heeft ook onderwijs in zijn greep. (…)
Het spreekt voor zich dat op dit ogenblik vooral het hoger en universitair onderwijs tot het interesseveld van de privé-sector hoort. Het segment van de ‘hoger opgeleiden’ is voor het bedrijfsleven van vitaal belang. In Nederland hebben er zich al verschillende buitenlandse commerciële initiatieven gevestigd: bv. de Disney universiteit, de Warner Academy en een dochteronderneming van CNN. Het vrijmaken van de onderwijsmarkt betekent niet alleen ruimte voor privé-initiatief naast openbare instellingen. Het zet terzelfdertijd het financieringsmechanisme onder druk. Omwille van de gelijkberechtiging van alle onderwijsinstellingen eisen de private initiatieven hun deel van de begrotingskoek. Hen niet betoelagen zou een vorm van discriminatie inhouden en dus hun concurrentiepositie vervalsen. Het onderwijsbudget kan echter niet over een oneindig aantal instellingen verdeeld worden. Daarop willen voorstellen tot alternatieve financieringsmechanismen anticiperen. Bv. de financiering van (Vlaamse) studenten i.p.v. het rechtstreeks betoelagen van de opleidingsinstituten zelf”.
Chico Detrez in Bevrijding (ACOD-Onderwijs Antwerpen), maart 2003