Makarenko: de sleutelideeën van zijn pedagogie

Facebooktwittermail

Een Russische onderwijzer begon 83 jaar geleden met een project dat op het eerste zicht op een school voor gestraften leek. Anton Makarenko wilde de kinderen socialiseren die de maatschappij tot de gevangenis of de straat veroordeelde. Hoe? Door handenarbeid en schoolse arbeid. Honderden delinkwente kinderen, wezen van de burgeroorlog, werden hem vanaf 1920 toevertrouwd. In de Oekraïne leidde hij zijn centrum, “kolonie Gorki”. Waarom spreekt men tot op vandaag met respect over deze man die van zijn leerlingen een militaire discipline eiste? Makarenko was een enthousiaste, rechtvaardige, vrolijke pedagoog, eerder veeleisend dan hard. Hij wou “elk menselijk wezen vanuit een optimistische visie benaderen, op het gevaar af zich te vergissen”. Zo vroeg hij de kinderen om mee te werken aan de organisatie van de school en hij luisterde naar hen. Zijn leerlingen hadden vlug begrepen dat zij geluk hadden hem te ontmoeten. Een domein dat een puinhoop was herschiepen ze in een plaats waar ze konden verblijven, werken en studeren. De gronden rond het domein maakten ze vruchtbaar. De meeste van deze meisjes en jongens zijn werkzame en sociale Sovjetburgers geworden. De “kolonie Gorki” en later de “commune Dzerjinski” zijn uitgegroeid tot modellen en inspiratiebron voor de oprichters van actieve scholen.

“Ik definieer in enkele woorden onze doelstellingen: netheid, arbeid, studie, een nieuw leven en een nieuw menselijk geluk. De jongeren leven in een gelukkig land zonder seigneurs en zonder kapitalisme, waar de mens vrij kan groeien.”

De basis van de opvoeding, dat zijn de belangen van de gemeenschap van kinderen en volwassenen in de kolonie. De kolonie is een verzameling van individuen die georganiseerd zijn. Een “gezonde gemeenschap” ligt aan de basis. De misdaad ontstaat als de gemeenschap slecht is. De begrippen eer en plicht zijn belangrijk.

De jongeren begrijpen stap voor stap dat de collectiviteit hen beschermt en dat zij de gemeenschap moeten beschermen. Deze idee van de gemeenschap wordt geschapen door de gebeurtenissen, de tradities, de gemeenschappelijke herinneringen. De jongeren verwerven zo een zekere fierheid.

Maar de pedagoog is daar om er over te waken dat de discipline tussen de kinderen niet te hard wordt.

Men is in het heden. Men voedt niet op voor later.

Makarenko vindt dat de familiale opvoeding noties moet bijbrengen van orde, eerlijkheid, precisie, toewijding, rechtvaardigheid. Zij moet het kind leren bewust te zijn van zijn verantwoordelijkheid. Een vrolijk klimaat binnen de familie is belangrijk. De opvoeding begint van jongs af aan; wat vóór de leeftijd van 3 jaar niet wordt gedaan, is moeilijk recht te trekken, men moet de horizon van het kind verbreden vertrekkend van de moeder, maar niet overhaast te werk willen gaan. De organisatie van het familiaal leven is belangrijk. Dat is wat Makarenko zoekt in de vorming van de groepen in zijn kolonie.

Een andere dimensie: de arbeid die de mens herschept. Makarenko verbindt dus het algemeen onderricht met productief werk. De coöperatieve arbeid is de basis. Door de arbeid vormt de mens zich zelf. Het is de activiteit die de opvoeding gestalte geeft.

Vanuit het spelen aan het kind vertrouwen in eigen krachten geven en het tot een juiste houding tegenover zijn werk brengen. Makarenko gelooft dat men echt moet zijn met de delinkwente jongeren.

De sociale opvoeding gaat voor alles, voor de individuele en zelfs voor de familiale opvoeding. De mens schept zichzelf. Maar “de mens is moeilijk te vatten, er zit in de mens een mysterie”. Hij ontkent God maar probeert aan het leven een zin te geven. De leiders moeten geen idealen bij het proletariaat inpompen maar ze opwekken.

Makarenko verwerpt het principe van Rousseau dat de menselijke natuur in oorsprong positief zou zijn. Hij wil rekening houden met de belangstelling van het kind maar wantrouwt de pedagogie die op aantrekkingskracht is gebaseerd. Hij staat daarentegen dicht bij Rousseau als het om de morele opvoeding gaat waar de ervaring het kind in het leerproces van het leven leidt.

Hij weigert om opvoeding te beperken tot de relatie tussen de opvoeder en de op te voeden persoon. Dat belet hem niet om het belang te onderlijnen van het individu in de groep want het persoonlijk belang moet binnen een groep aan bod kunnen komen.

Men moet rekening houden met de personaliteit van de acteurs, de kwaliteit van de interpersoonlijke relaties en de vreugde.

Voor Makarenko betekent het niet voltooid zijn van de dingen en de gebeurtenissen dat ze nog georiënteerd kunnen worden, dat ze een doel worden en niet een gevolg en vooral dat de vrijheid tussen doel en gevolg een opbouwende interactie toelaat.

Hij onderlijnt het belang van het kunstonderwijs, van de wetenschappen en de geschiedenis. Refererend naar Gorki weigert hij zich te beperken tot de morbide dimensie van de mens, hij wil de mens gelukkig maken.

De opvoeding maakt deel uit van een geheel systeem, zij evolueert dus.

Bron: Silapedagogie… m’était contée